Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK
Filter
Milieu Sociaal Gezondheid Dierenwelzijn

Hoe werkt dat, zo'n tracé?

In een tracé volg je al scrollend de weg die een product aflegt, van de teelt tot afval. In de menubalk bovenaan klik je op de verschillende stadia in het tracé om meteen te springen naar het stadium waarin je interesse hebt. 

Linksboven staan de vier categorieën Milieu, Sociaal, Gezondheid en Dierenwelzijn. Je kunt de informatie filteren op die categorieën.

Tijdens het scrollen kom je de knop 'Laad meer info over ...'. Druk daarop om alle informatie binnen een stadium te laden.

Tussen de informatieblokjes kom je ook artikels tegen waarin onze journalisten dieper ingaan op een opmerkelijk aspect binnen het tracé van het product. 

Onderaan deze pagina kun je reacties plaatsen over de informatie die je hebt gelezen. Ook op de Community-pagina vind je mogelijkheden om je mening, aanvulling, of compliment te geven.

Veel plezier met dit tracé!

sluiten

Tracé van Slimme Voedselsteden

hoe werkt dit?
Milieu
Sociaal
Gezondheid
Dierenwelzijn
Milieu
Sociaal
Gezondheid
Dierenwelzijn

Tracé van Slimme Voedselsteden

Intro

Hoe de artikels in dit Tracé tot stand zijn gekomen

In het kader van het project Food Smart Cities van Rikolto bezocht Eos Tracé een aantal van de steden waar de ngo actief is. Het resultaat vind je in dit speciale Tracé en wordt ook als krant en boek uitgegeven. 

Zoals je kunt zien lijkt het Tracé van Slimme Voedselsteden niet op de andere tracés die we publiceren. Je vindt deze keer geen informatie over de weg en impact van een voedingsmiddel. Wel zul je lezen over steden verspreid over de hele wereld die hun stedelingen nu en in de toekomst van gezonde en duurzame voeding willen voorzien. 

De redactionele verantwoordelijkheid van dit speciale tracé valt onder Rikolto. 

artikel

Voedsel als oplossing. Steden als labo

Wat is een Food Smart city? Een zoveelste buzzword, of zit er meer achter? Wat ons betreft dat laatste, en de artikels in dit tracé zijn er het bewijs van. Een Food Smart City is een stad die voedsel als hefboom gebruikt voor het zoeken naar oplossingen voor belangrijke uitdagingen van onze tijd.

Charlotte Flechet

Coördinator Food Smart Cities

artikel

Hoe voeden we de stad?

Waarom Eos Tracé samen met Rikolto werkte aan een boek en krant over pionier-steden die zich inspannen om hun stedelingen nu en in de toekomst van duurzame en betaalbare voeding te voorzien.

Marieke van Schoonhoven

Oprichter en voormalig coördinator van Eos Tracé

artikel

Milieu

Halen we onze voeding binnenkort uit de stad?

We leven met z’n allen steeds meer in steden en we eten ons buikje rond met voedsel dat van heinde en verre komt. Dat weegt niet alleen op het milieu, het maakt ons ook kwetsbaar. Want van zodra er een kink in de kabel komt, kan de aanvoer stroppen. Moeten we onze landbouw niet dichter bij de stad en dus de verbruiker brengen? Kunnen we van onze stenen woestijnen echte tuinsteden maken? En zo ja, is dat ook wenselijk? 

Matthieu Van Steenkiste

Journalist - Schrijft over voeding, muziek en film.

Arusha

artikel

Veiliger voedsel voor Arusha

Een groeiende stad van veilig voedsel voorzien en boeren voor hun inspanningen belonen. Dat is de uitdaging waar Arusha voor staat. 

Dieter De Cleene

Redacteur voor Eos - schrijft vooral over milieu, landbouw en voeding.
Rebecca Mongi

"Een stad is geen eiland"

Arusha tekende in 2015 het Milaan Pact. Dat wil steden verenigen die zich samen willen inzetten voor een duurzaam voedselsysteem. “Een stad is geen eiland”, zegt Rebecca Mongi Chief Agricultural Officer in het stadsbestuur van Arusha. “Door het Milaan Pact te tekenen willen we leren van andere steden hoe we een duurzaam en veerkrachtig voedselsysteem op poten kunnen zetten.” Arusha kampt met verschillende problemen, vertelt Mongi. “Boeren hebben steeds vaker last van langdurige droogte. We verwachten dat dat op termijn een impact zal hebben op de voedselzekerheid. Daarnaast breidt de stad uit, en krimpt de oppervlakte landbouwgrond. Je ziet rond de stad veel reclame voor bouwprojecten. Waar gisteren een boerderij was, kan vandaag een groot huis staan.” 

Het stadsbestuur heeft een ‘Masterplan 2035’ klaar, waarin ruimte is afgebakend die voor landbouw voorbehouden moet blijven. “We willen ook de productie verhogen met irrigatie en serreteelt”, zegt Mongi. Door in te zetten op intensieve stadslandbouw, streeft de stad meerdere doelen tegelijk na. “We organiseren demonstraties en trainingen voor de jeugd. En we voorzien voordelige leningen zodat mensen met weinig kapitaal toch kunnen investeren in een klein bedrijfje. Zo verhogen we niet alleen de voedselproductie,  maar creëren we ook werkgelegenheid en helpen we mensen uit de armoede.”

Mary Mkonyi, Country Manager bij Solidaridad

"Vrouwen betrekken is niet genoeg"

Een duurzaam voedselsysteem betekent ook: goede arbeidsvoorwaarden, voor mannen én vrouwen. Daar zet Solidaridad, één van Rikolto’s partners zich voor in. “Vaak doen vrouwen op de boerderij het meeste werk”, zegt Mary Mkonyi (Solidaridad). “Veel mensen denken: als vrouwen bij het werk betrokken zijn, is het goed. Maar dat is niet genoeg. Vrouwen moeten beslissingen kunnen nemen, en daar knelt het schoentje vaak. Vrouwen werken op het veld, maar over wat er gebeurt met de inkomsten beslist de man naar eigen goeddunken. Samen werken betekent ook samen beslissen. Daar focussen wij op.” Vertegenwoordigers van Solidaridad praten met families over de rol van vrouwen. “Door allerlei culturele barrières hebben vrouwen te weinig vertrouwen in zichzelf. Ze krijgen de indruk dat mannen superieur zijn. Wij willen hen doen inzien dat ze net zo goed in staat zijn om de leiding te nemen.”

Even belangrijk is de jeugd te engageren. “Jongeren vinden de landbouw niet aantrekkelijk. Dat is een ernstig probleem. Wij proberen jongeren met demonstratieprojecten te motiveren. Tuinbouw is daarvoor bijzonder geschikt. Groenten en fruit leveren snel geld op. Zo zien jongeren dat landbouw een aantrekkelijke manier om te ondernemen kan zijn.”

Shukuru Tweve, Rikolto’s Food Smart Cities-coördinator in Arusha, bevestigt het belang van werken met jongeren. “De helft van de Tanzaniaanse bevolking is jonger dan 25. Die jongeren hebben het moeilijk om werk te vinden of een zaak op te starten. Tegelijk vragen duurzame voedselsystemen om een breuk met business as usual. Jongeren zijn het best geplaatst om met nieuwe en innovatieve oplossingen te komen en ervoor te zorgen dat Arusha zijn engagementen in het kader van het Milaan Pact kan nakomen.”

artikel

Eerlijke handel helpt kleine boeren groeien

Boerenorganisatie Muvikiho helpt met steun van Rikolto kleine boeren de krachten te bundelen, en slimme ondernemers te worden. 

Dieter De Cleene

Redacteur voor Eos - schrijft vooral over milieu, landbouw en voeding.
Laad nog meer info over Arusha

Een ogenblikje ...
We laden meer info over Arusha .

Da Nang

artikel

Slimme voedselstad Da Nang voorbeeld voor de rest van Vietnam?

Sinds maart 2019 heeft de Vietnamese stad Da Nang een voedselstrategie. Die stelt als doel om binnen nu en 2030 de omslag te maken naar een duurzaam en veilig voedselsysteem in en rond de stad. De ambities van de dynamische stad moeten een voorbeeld stellen voor andere grote steden in Vietnam zoals Hanoi en Ho Chi Minh-stad. Maar hoe zorg je voor veilig voedsel als je niet weet waar het vandaan komt?

Marieke van Schoonhoven

Oprichter en voormalig coördinator van Eos Tracé

Gent

artikel

Gent trekt ten strijde voor duurzame voeding

Met haar voedselstrategie ‘Gent en Garde’ wil Gent een duurzaam voedselsysteem op poten zetten. De stad geeft daarbij zelf zo veel mogelijk het goede voorbeeld.

Dieter De Cleene

Redacteur voor Eos - schrijft vooral over milieu, landbouw en voeding.

"Moeilijk is vaak leuk"

In de Gentse Brabantdam, op de hoek van het Glazen Straatje, baat Arno De Mol het biologische eet- en theehuis Lokaal uit, dat dit jaar zijn vijfde verjaardag viert. “Ik wil het zo duurzaam mogelijk aanpakken”, zegt De Mol. Hij kookt vooral plantaardig, met lokale ingrediënten. Die komen onder meer van zelfplukboerderijen in Gentbrugge en Afsnee, en via het platform Vanier uit de regio rond Gent. Dat is uiteraard complexer dan al je ingrediënten bij dezelfde groothandel bestellen. ”Ik maak het mijzelf wat moeilijk, maar moeilijk is vaak leuk. Ik vind het belangrijk dat de boer die mijn ingrediënten teelt een fatsoenlijk inkomen heeft. “

Vandaag staat er aardpeersoep en een plantaardige quiche als lunch op het menu. De Mol heeft naar eigen zeggen een lange weg afgelegd. “Ik groeide op in het dorpje Schellebelle”, vertelt hij. “Op zondag aten we kip met appelmoes en kroketten. Tot niet zo heel lang geleden had ik nog nooit een rode biet of aardpeer van dichtbij gezien. ”Door een abonnement op een wekelijks biologisch groentenpakket leerde hij met lokale seizoensgroenten te werken.

De actie Dagen Zonder Vlees hielp hem de plantaardige weg op. “Deze zaak is een leerschool geweest en ik denk dat wat ik in het begin maakte niet zo lekker was”, lacht De Mol. “Straf dat de mensen zijn blijven komen.” De jonge ondernemer houdt zijn prijzen bewust laag. “Ik wil het zo toegankelijk mogelijk houden.” Netto houdt hij elke maand 1000 euro over. “Dat mag op termijn wat meer zijn, maar ik prijs mijzelf nu al gelukkig. Ik leef hier voor en haal er heel veel voldoening uit."

artikel

Foodsavers redt voedsel uit de vuilnisbak

Het Gentse Foodsavers-platform verdeelt voedseloverschotten aan meer dan honderd sociale organisaties. Dit jaar mikt het op duizend ton gerecupereerde producten. 

Dieter De Cleene

Redacteur voor Eos - schrijft vooral over milieu, landbouw en voeding.

"Goesting om te boeren"

“Gisteren nog in de grond, vandaag in je mond” is de leuze van het Groenselhof, een akkerbouwbedrijf in Lokeren, op 30 kilometer van Gent. Gert Bracke teelt er onder meer grondwitloof, asperges, aardappelen, prei, sla en diverse koolsoorten. Hij verkoopt vrijwel alles op de boerderij zelf, en via korte-ketenplatformen zoals Boeren&Buren en Vanier. Het geeft hem de mogelijkheid om kwaliteit boven kwantiteit te plaatsen. ”Smaak staat bij ons centraal”, vertelt Bracke in zijn hoevewinkel. Hij kiest bewust voor smaakvolle gewasvariëteiten, ook al leveren die een kleinere oogst op. “De smaak van onze producten is onze beste reclame, waarvoor de klanten graag een meerprijs betalen.”

“De prijzen die je op de veiling krijgt zijn een ramp”, vertelt Bracke. “Je krijgt de indruk dat ze de boeren met een hongerloontje net niet dood willen knijpen. Als je met eurocenten moet rekenen, moet je wel voor kwantiteit gaan. ”Ook collega-boeren klagen erover, maar aarzelen door de extra kosten die met lidmaatschap van een korte-keten-platform gepaard gaan, weet Bracke. “Ik besloot dat je zelf het heft in handen moet nemen, als je wil dat er iets verandert.”

Bracke sloot zich aan bij Vanier om zijn afzetmarkt uit te breiden. “Particulieren vinden steeds makkelijker de weg naar korte-keten-verkoop, maar voor de horeca en retail ligt dat moeilijker.” Inmiddels belanden zijn producten al op het bord in verschillende Gentse horecazaken. ‘s Avonds brengt Bracke ze naar een opslagcentrum net buiten de stad, en de volgende ochtend worden ze geleverd. 

Dat hij aan de korte-keten-verkoop een beter inkomen overhoudt, is niet de enige motivatie. “Op de veiling ben je een nummer. Dit is dag en nacht hard werken: dan doet het deugd om van klanten te horen dat ze je inspanningen appreciëren. Het geeft je zin om verder te boeren.”

Laad nog meer info over Gent

Een ogenblikje ...
We laden meer info over Gent .

Solo

artikel

Schoolkantines in Solo streven naar gezonde voeding voor elk kind

Meer dan een derde van de kinderen in Indonesië heeft last van ondervoeding, vaak door een te eenzijdig dieet. Schoolmaaltijden zijn een eenvoudig en doeltreffend instrument om alle kinderen te voorzien van gezonde en kwaliteitsvolle voeding. 

Marieke van Schoonhoven

Oprichter en voormalig coördinator van Eos Tracé

Het dubbele probleem van groeiachterstand

Gezonde voeding voor iedereen staat niet voor niks op de agenda van de stad Solo. Vandaag is dit nog verre van realiteit in de Javaanse stad en andere steden in Indonesië. Volgens de laatste cijfers (2018) heeft 36,4 procent van de kinderen onder de vijf in Indonesië een groeiachterstand. Daarmee staat Indonesië in de top vijf van landen met de meeste kinderen met een groeiachterstand, of stunting in het Engels.

Stunting is de verstoorde groei en ontwikkeling bij kinderen door slechte voeding, herhaaldelijke infecties en onvoldoende psychosociale stimulatie. In totaal zijn 8,4 miljoen kinderen in Indonesië uitzonderlijk klein voor hun leeftijd en lijden onder chronische ondervoeding. Niet de groeiachterstand is het echte probleem, maar wel de verminderde hersenontwikkeling die ermee gepaard gaat. Ook het risico op niet-overdraagbare ziekten (NCD’s) zoals diabetes en hartaandoeningen vergroten door groeiachterstand.

Die combinatie van verstoorde ontwikkeling en het hoge risico op niet-overdraagbare ziekten, wordt ook wel de ‘dubbele last’ van ondervoeding genoemd. 

De Indonesische regering is zich hier wel van bewust, de vicepresident van het land heeft daarom in 2017 een nationale strategie uitgevaardigd om de strijd tegen groeiachterstand op te voeren door de voeding te diversifiëren. Daarnaast is er een vijfjarenplan in de maak voor 2020-2024 waarin groeiachterstand gereduceerd moet worden met 40 procent. Deze doelen zijn geformuleerd in het kader van Duurzame Ontwikkelingsdoelstelling 2 van de Verenigde Naties: Zero Hunger. Helaas bleek onlangs uit een rapport van de Wereldvoedselorganisatie (FAO), Unicef en andere hulporganisaties, dat het aandeel van mensen dat niet genoeg te eten heeft sinds 2015 blijft steken op 11 procent. In absolute cijfers neemt het cijfer zelfs weer toe.

Schoolmaaltijden voorzien wordt genoemd als een van de maatregelen om ondervoeding tegen te gaan, die doeltreffend is en relatief simpel om in te voeren. 

Mr. Murbowo, hoofd van APOB

Schoolkantines zijn een betrouwbare afzetmarkt voor lokale boeren

“APOB staat voor Asosiasi Petani Organik Boyolali, oftewel Associatie Biologische boeren Boyolali”, vertelt Mr. Murbowo, hoofd van APOB. “De associatie bestaat uit zeven groepen boeren die samen een oppervlakte van 101 hectare rijst verbouwen. Daarvan voldoet 30 hectaren sinds 2013 aan de nationale standaard voor biologische rijst. Samen levert dat 11 ton rijst per maand op die wij verkopen aan drie grote kopers. Het zorgt ervoor dat de hardwerkende boeren een eerlijke prijs krijgen voor de rijst die ze verkopen. Dat maakt dat ze geen extra baan nodig hebben om aan een leefbaar inkomen te geraken."

"Helaas kunnen we slechts 30 procent van de biologische rijst aan die drie spelers verkopen. Voor de overige 70 procent hebben we nog geen markt gevonden. Dat betekent dat de boeren het merendeel van de rijst dus zelf moeten zien te verkopen, vaak aan een middleman, een tussenpersoon die niet de meerprijs voor biologisch geteelde rijst betaalt. Kopers vinden voor de biologische rijst is niet makkelijk. Veel Indonesiërs kunnen dat niet betalen; bovendien voldoet de rijst nog niet aan de nog strengere eisen voor de internationale markt. Verkopen aan een supermarkt, waar inmiddels meer en meer biologische producten te vinden zijn, betekent dat je pas twee maanden na de verkoop je geld ontvangt. Bij hotels krijg je hetzelfde verhaal, daar kan het zelfs drie maanden duren vooraleer ze overgaan tot betaling. De buffer om die periode te overbruggen, hebben we nog niet."

"Scholen zouden een goede afzetmarkt zijn voor APOB, omdat die meer en meer inzetten op gezonde, veilige voeding en vaak grote hoeveelheden nodig hebben. We zijn dan ook in overleg met Gita Pertiwi, Rikolto en de overheid om contracten met scholen vast te leggen. Hoe groter de afzetmarkt voor biologische rijst is, hoe meer hectaren er kunnen omschakelen naar biologisch. Mijn droom is dat al onze leden gecertificeerde gezonde of biologische rijst produceren, zodat we met APOB in de mogelijkheid zijn om alle rijst collectief te verkopen en we ervoor kunnen zorgen dat al onze boeren een eerlijk loon verdienen."

artikel

Solo’s strijd tegen voedselverspilling

In slimme voedselstad Solo worden twee vliegen in één klap geslagen. Door voedseloverschotten op te halen en te doneren aan mensen met een laag inkomen, wordt niet alleen voedselverspilling tegengegaan, maar ook honger. Daarvoor mag de stad rekenen op de vrijwillige inzet van haar genereuze inwoners. 

Marieke van Schoonhoven

Oprichter en voormalig coördinator van Eos Tracé
Laad nog meer info over Solo

Een ogenblikje ...
We laden meer info over Solo.

Quito

artikel

Quito zet voeding op de agenda

Ondanks de vele onderlinge verschillen slaan alle betrokkenen bij het voedselsysteem in en rond de stad Quito voor het eerst de handen in elkaar. Ze zijn het er over eens dat de voedselvoorziening van de stad voor verbetering vatbaar is.

Melissa Vanderheyden

Journalist en ex-coördinator van Eos Tracé

Drie tot vijf ton voedsel gered

Een organisatie die actief is in het PAQ, is de Voedselbank van Quito. Zij hopen op een institutionele aanpak van de voedselverspilling in de stad, omdat Ecuador geldt als een van de grootste verspillers in Latijns-Amerika. Voor het zover is, pakken ze de uitdagingen op eigen houtje aan.

“Sinds 2003 kopen of krijgen wij voedseloverschotten van privébedrijven, markten en supermarkten. Sommige producten naderen de vervaldatum, anderen hebben een foutje in de verpakking. Onze vrijwilligers verwerken een deel van de producten tot bijvoorbeeld soep of confituur. Dankzij hen voorzien we meer dan 9900 mensen van voedsel. Dat alles dankzij visie en volharding. Onze oprichtster Alicia Guevara heeft een bepaald bedrijf twee jaar lang regelmatig moeten bellen voor ze met ons in zee gingen. Uiteindelijk zeiden ze ‘ja’.” 

Wekelijks voorkomt de Voedselbank dat zo’n drie tot vijf ton eten in de vuilnisbak belandt.

artikel

Propere groenten voor iedereen

Nieuwe initiatieven in en rond Quito verkleinen de afstand tussen boer en consument. Dat vergroot het wederzijds begrip en maakt de productie duurzamer, eerlijker en veerkrachtiger.

Melissa Vanderheyden

Journalist en ex-coördinator van Eos Tracé

Leuven

artikel

Leuven zet in op voedsel ‘van om de hoek’ voor iedereen

In de Belgische stad Leuven is een korte-keten-platform in de maak dat Leuvenaren meer lokale producten wil laten eten. Want waarom asperges uit Peru laten overvliegen, als ze ook op een steenworp in Haspengouw groeien? De landbouw kan hierdoor verduurzamen en voor boeren betekent het een betere prijs voor hun producten. Een eitje? Niet echt. “Je moet iedereen meekrijgen om dit voor de lange termijn te laten werken”.

Marieke van Schoonhoven

Oprichter en voormalig coördinator van Eos Tracé

artikel

Voeding verbindt de Leuvenaar

Sinds 2018 kent de stad Leuven een lokale voedselstrategie, onder de titel Voeding Verbindt. Michele Jacobs, participatiemedewerker van ‘Leuven2030’, is een van de initiatiefnemers en auteurs van de strategie. Ze vertelt het belang van de voedselstrategie.

Marieke van Schoonhoven

Oprichter en voormalig coördinator van Eos Tracé

Hanoi

artikel

Hanoi wil groenten die je kan vertrouwen

In Vietnam halen problemen met voedselveiligheid met de regelmaat van de klok de krantenkoppen en tv-journaals. De voorbije jaren zijn duizenden mensen ziek geworden door het eten van vergiftigde groenten. Hoe zorg je ervoor dat boeren minder pesticiden gebruiken? En hoe laat je de Vietnamees kiezen voor veilige groenten? Het alternatieve certificeringssys-teem PGS kan een oplossing bieden.

Marieke van Schoonhoven

Oprichter en voormalig coördinator van Eos Tracé

Bronvermeldingen