Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK

Solo’s strijd tegen voedselverspilling

In slimme voedselstad Solo worden twee vliegen in één klap geslagen. Door voedseloverschotten op te halen en te doneren aan mensen met een laag inkomen, wordt niet alleen voedselverspilling tegengegaan, maar ook honger. Daarvoor mag de stad rekenen op de vrijwillige inzet van haar genereuze inwoners. 

Marieke van Schoonhoven

Oprichter en voormalig coördinator van Eos Tracé
Mooryati stelt haar huis open om voedseloverschotten te bereiden en vervolgens te doneren aan minderbedeelden.

Elk jaar publiceert de Britse ngo Charities Aid Foundation (CAF) een lijst met de meest genereuze landen ter wereld. In de laatste editie van de zogenaamde ‘CAF World Giving Index’, die van 2018, staat Indonesië helemaal bovenaan de lijst.

De vrijgevigheid van een land meet CAF aan de hand van drie gedragingen: geld

doneren, een vreemde helpen en vrijwilligerswerk doen in de maand dat de enquête werd gehouden. Met 53 procent van de respondenten die aan vrijwilligerswerk deden scoorde Indonesië het hoogst in de wereld. Geld doneren en het helpen van een vreemdeling scoorden respectievelijk 78 en 46 procent. Dat bracht de gemiddelde score van het land op 59 procent. Daarmee doen ze het net iets beter dan Australië, Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten – die gemiddeld 58 procent haalden.

De generositeit van de Indonesische bevolking kan deels verklaard worden door de overheersende godsdienst, de islam. De religie moedigt haar volgers aan om te doneren. Een van de vijf zuilen van de islam is namelijk ‘zakat’, de verplichting om aalmoezen aan de armen te geven en zo tot een rechtvaardiger verdeling van goederen te komen.

En die genereuze mentaliteit vind je terug in Surakarta, Solo in de volksmond. De stad telt ongeveer een half miljoen inwoners en is centraal geleden op het eiland Java. We gaan op bezoek bij Mooryati die haar huis openstelt om voedseloverschotten te bereiden en vervolgens te doneren aan minderbedeelden. 

Voedseldonaties

Het is vroeg in de ochtend, bijna 4:30 uur en de zon is nog niet op, alleen de oproep voor het gebed door een imam schalt door een luidspreker. We staan in de keuken van consumentenorganisatie Konpasera, waar verschillende oudere vrouwen al volop aan het koken zijn. Ze schuifelen heen en weer om zoete aardappels, rijst en groenten te koken. De rijst vouwen ze in bananenbladeren en leggen ze in stapels op een plateau. De kip is de avond ervoor al bereid. Het voedsel hebben de vrouwen gekregen van donateurs. De bananenbladeren hebben hogeschoolstudenten voor ze gekocht. Vroeger was het gebruikelijk om voedsel in bananenbladeren te verpakken, om plasticvervuiling tegen te gaan heeft de organisatie Gita Pertiwi dit gebruik opnieuw leven in geblazen.

Mooryati is een van de leden van Konpasera. Ze legt uit: “We krijgen twee soorten donaties binnen, rauw voedsel dat we verwerken tot maaltijden, en voedseloverschotten. De rijst hebben we bijvoorbeeld gekregen van een boerenorganisatie in de nabijgelegen regio Klaten. Ze doneren hun gebroken rijstkorrels aan ons omdat ze niet voldoen aan de standaarden om ze te mogen verkopen. Qua voedingswaarden is er niks mis mee. Wat voedseloverschotten betreft krijgen we bijvoorbeeld af en toe een telefoontje van een hotel in Solo, als er een evenement is geweest en er eten over is. Dat mogen we dan komen ophalen.”

Het eten ophalen en na bereiding verspreiden onder minderbedeelden doen de vrouwen niet zelf. Ze werken daarvoor samen met jongerenorganisatie Kala Canda.

Ook al zo vroeg aanwezig is Ajhi Wicaksono, een intelligente, jonge man van 29 jaar. Hij is de leider van jongerenorganisatie Kala Canda. “We delen het voedsel eens per week uit in de wijk waar onze leden wonen. Per voedselbedeling krijgen ongeveer honderd kwetsbare mensen een maaltijd. Dat zijn vooral daklozen, ouderen en eenoudergezinnen. Die laatste zijn voornamelijk alleenstaande vrouwen met kinderen. We weten inmiddels goed wie die mensen in onze wijk zijn. Ook gaan we eens per maand naar een lokaal gezondheidscentrum om maaltijden uit te delen.”

De maaltijden die de woensdagochtend van ons bezoek zijn bereid, zijn bestemd voor de maandelijkse voedseldonatie in kampung Tipes, een van de 54 kampungs, of buurten in Solo. De buurt telt 9713 inwoners, waarvan 112 ouderen vandaag verzamelen voor een maaltijd en ook een maandelijkse gezondheidscheck. Dat laatste is een initiatief van de Indonesische overheid die in elke kampung plaatsvindt. Een groep verpleegsters en een dokter checken vrijwillig de gezondheid van de kwetsbare mensen in de buurt.

Jongerenorganisatie Kala Canda doet al sinds 2017 aan food sharing, zoals ze hun donaties zelf noemen. “Ik ben op het idee gekomen toen ik een Indonesische popster op tv in Jakarta zag die een grote voedselverdeling organiseerde met voedseloverschotten”, vertelt Ajhi. “Dat inspireerde me om hetzelfde te doen. Het zit ook gewoon in de genen van ons Javanen om iets te doen voor anderen, iedereen om me heen doet dat. Samen met een vriend ben ik op zoek gegaan naar mensen die geld of voedsel wilden doneren voor ons project. Dat ging vrij gemakkelijk en toen we voor het eerst in onze buurt maaltijden uitdeelden aan daklozen, hebben we daar een filmpje van gemaakt. Dat heb ik naar al mijn vrienden gestuurd en in de WhatsApp-groep gedeeld waar vijftig mensen uit mijn buurt lid van zijn. Toen is de bal aan het rollen gegaan en zijn er snel meer jongeren aangesloten bij onze groep. Ook zijn we toen benaderd door de ngo Gita Pertiwi die ons in contact heeft gebracht met de vrouwenorganisatie. We maken nog steeds van elke donatie een filmpje dat we dan bijvoorbeeld ‘episode 18’ noemen. Zo proberen we zo veel mogelijk mensen te bereiken om ons te steunen en hetzelfde te doen.”

"Ik postte een filmpje van een maaltijdbedeling in een WhatsApp-groep uit mijn buurt. Toen is de bal aan het rollen gegaan"
Links: Ajhi Wicaksono, leider van jongerenorganisatie Kala Canda en rechts: Leden van Gita Pertiwi en jongerenorganisatie Kala Canda poseren bij de Kampung waar ze eten hebben verdeeld.

Een platform voor voedseldonaties

Gita Pertiwi is een lokale ngo die zich inzet om gezonde voeding toegankelijk te maken voor iedereen en werkt samen met Rikolto in het Food Smart Cities-programma in Solo. Een van de medewerksters is Fanny. “Met onze organisatie proberen we om leveranciers te koppelen aan de vrouwen- en jongerengroepen die zich in Solo inzetten. We hebben er bijvoorbeeld voor gezorgd dat een kippenboer zijn onverkochte overschotten doneert en ook dat een hotel is ingestapt in dit verhaal.

Bovendien zijn we in gesprek met vier supermarkten die ieder 80 kilogram voeding per dag kunnen doneren. Daarnaast zijn we nu bezig om een platform op te zetten, Care Food heet het, waar vraag en aanbod beter op elkaar afgestemd moeten worden. We vinden het belangrijk dat deze initiatieven bottom-up ontstaan, maar wil je echt impact hebben, dan moet je zorgen dat de voedselverdelingen volgens standaardprocedures verlopen, zodat alles veilig verloopt. Zo’n procedure uitwerken is één van de doelstellingen van dit Care Food platform. Ook wil je op den duur opschalen en ervoor zorgen dat het initiatief breed gedragen wordt. Dus naast burgers moeten ook lokale overheden en commerciële bedrijven hun schouders onder het project zetten. Wij zijn de facilitator in dit verhaal en brengen de verschillende belanghebbenden samen.”

Dat dit niet altijd eenvoudig is bewijst de terughoudendheid van sommige bedrijven om voedsel te doneren, uit vrees voor reputatieschade door mogelijke problemen met de kwaliteit. Daarom willen Rikolto en Gita Pertiwi met de stad Solo een regeling ontwikkelen om particuliere bedrijven aan te moedigen om te doneren. Daarin zou ook de standaard te volgen procedure voor het delen van voedsel worden opgenomen die momenteel wordt ontwikkeld binnen het Care Food platform. 

Voedselverdeling in kampung Tipes

Indonesië, kampioen in voedselverspilling

Met het platform dat in ontwikkeling is, streven de verschillende partijen dus naar structurele impact en verbetering van de huidige situatie in Solo. Want het probleem is groter dan de 500 minderbedeelden die Gita Pertiwi op dit moment samen met de vrouwen- en jongerenorganisaties wekelijks bereikt. Zowel het probleem van ondervoeding, als dat van de voedselverspilling zijn immens. 11 procent van de bevolking in Solo leeft onder de armoedegrens. Dat wil zeggen dat ze een lager inkomen hebben dan 401.220 Indonesische Rupiah (25 euro) per maand, of Rp11.000 (0,69 euro) per dag. Volgens het Central Statistics Agency (BPS) lag het gemiddelde armoedecijfer in heel Indonesië op 9,8 procent in 2018, zo’n 25,9 miljoen Indonesiërs. Dat cijfer is meer dan een halvering ten opzichte van 1999. 

Daarnaast leeft een heel grote groep, 20,78 procent, net boven die armoedegrens. Een armoedegrens die overigens erg laag ligt. Daardoor blijven ze kwetsbaar om weer in armoede te vervallen, zonder toegang tot basisvoorzieningen. Met een daling van het aantal mensen dat in armoede leeft, is ook het percentage ondervoede mensen in Indonesië afgenomen. Op een totale bevolking van 267 miljoen mensen was dit percentage in de periode 2004-2006 nog 19,4 procent. In de periode 2016-2018 was dat verminderd naar 8,3 procent. 

Hoewel ook het grote probleem van dwerggroei bij kinderen onder de vijf – door langdurig tekort aan voedingsstoffen – in de afgelopen jaren is afgenomen, blijft deze aandoening veel voorkomen. In 2012 was 39,2 procent van de kinderen jonger dan vijf te klein voor zijn leeftijd, in 2018 was dat nog altijd 36,4 procent. “De Indonesische regering probeert dit probleem aan te pakken door rijst te verrijken met micronutriënten zoals zink en vitamine A, die ontbreken nu vaak in het te eenzijdige dieet. Tegen 2024 zou het aantal kinderen met dwerggroei gereduceerd moeten zijn met 40 procent”, aldus Anang Noegroho, directeur van het Nationaal Ontwikkelingsplanbureau (Bappenas).

Daartegenover staan de getallen over voedselverspilling. Door een groeiende middenklasse – 135 miljoen in 2020 – groeit ook de hoeveelheid voedsel dat wordt weggegooid. Uit een studie van de Economist Intelligence Unit (2017) blijkt dat Indonesië op nummer twee staat in de wereld als het gaat om voedselverspilling. De gemiddelde Indonesiër verspilt 300 kilogram voedsel per jaar. Alleen Saoedi-Arabië verspilt meer voedsel. In hotels in Solo wordt 13 procent van het voedsel weggegooid, bij catering is dat 10 procent en in restaurants 9 procent. Ook blijkt uit een rapport van het Ministerie van Milieu en Bos in Indonesië dat in de periode 2017- 2018 gemiddeld 53 procent van het afval van een huishouden in Jakarta bestond uit voedsel, of 11.676 ton in totaal. Vergelijkbare percentages gelden ook voor andere steden in Indonesië.

De Indonesische overheid is daarom gestart met een consumentencampagne om voedselverspilling tegen te gaan. Noegroho geeft aan: “We zetten religieuze leiders in als influencers: tijdens hun dienst informeren ze de mensen over de gevolgen van voedselverspilling. We promoten ook kleinere porties en het gebruik van kleinere borden.”

De inspanningen van Gita Pertiwi in Solo, samen met de vrijwillige jongeren en ouderen, één hotel (tot nu toe), twee boerenorganisaties, een rijstbedrijf en een kippenboer, lijken in verhouding met de problemen waar ze tegen vechten, een druppel op een hete plaat. Toch denken ze impact te kunnen hebben met hun acties. “Het model waarmee we nu werken, zien we als een pilootproject”, legt Fanny uit. “We testen of het op deze schaal werkt en proberen vervolgens de overheid in Solo te overtuigen om het verder uit te rollen. Zij zouden restaurants, hotels, supermarkten en boeren bijvoorbeeld kunnen verplichten om hun overschotten af te staan zodat die niet meer verspild worden.”

Anang Noegroho, directeur van het Nationaal Ontwikkelingsplanbureau (Bappenas).

De redactionele verantwoordelijkheid van dit artikel valt onder Rikolto. 

Bronvermelding