Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK

Leuven zet in op voedsel ‘van om de hoek’ voor iedereen

In de Belgische stad Leuven is een korte-keten-platform in de maak dat Leuvenaren meer lokale producten wil laten eten. Want waarom asperges uit Peru laten overvliegen, als ze ook op een steenworp in Haspengouw groeien? De landbouw kan hierdoor verduurzamen en voor boeren betekent het een betere prijs voor hun producten. Een eitje? Niet echt. “Je moet iedereen meekrijgen om dit voor de lange termijn te laten werken”.

Marieke van Schoonhoven

Oprichter en voormalig coördinator van Eos Tracé

Drie mannen zitten rond een vergadertafel en kijken naar een groot beeldscherm met daarop een spreadsheet met allerlei voedingsmiddelen en getallen. “Tomaten hebben we nog te weinig, met 300 kilogram komen we niet toe. Appelen en peren hebben we meer dan voldoende”. Aan het woord is Patrick Pasgang. Hij is consulent van het Innovatiesteunpunt en met zijn expertise in het opstarten van verschillende korte-keten-initiatieven in Vlaanderen is hij de ideale man om het korteketen-platform Kort’om Leuven mee te ondersteunen. De andere aanwezigen zijn Joris Aertsens, medewerker van Rikolto, die het ambitieuze project aanstuurt, en Nick François van de Boerenbond. Nick: “Ik probeer het netwerk van Boerenbond te gebruiken om boeren te motiveren om mee te werken aan Kort’om Leuven.”

Een aantal maanden voor de lancering van Kort’om Leuven zijn de mannen samengekomen om te inventariseren of er genoeg aanbod is van boeren uit de buurt die hun producten via het platform willen aanbieden aan lokale afnemers. 

Joris Aertsens, medewerker van Rikolto Belgie, die Kort'om Leuven coördineert in de eerste fase.

Rechtstreeks van boer naar bord

Aertsens verduidelijkt: “De bedoeling van het lokale platform is om een draaischijf te zijn voor lokale producten in een straal van veertig kilometer rond Leuven en professionele afnemers in en rond de stad. We halen de producten op bij de boeren en leveren ze af bij onder meer supermarktwinkels, buurtwinkels, horeca en grootkeukens. We streven naar een divers aanbod: aardappelen, groenten en fruit, zuivel, vlees en bewerkte vleeswaren, maar ook streekproducten zoals jam, koekjes en pralines. Zowel gangbare als biologische producten zijn welkom en zowel kleine producenten als grote.

Tot nu toe hebben zestig producenten aangegeven dat ze interesse hebben om mee te werken.” Dankzij Kort’om Leuven vinden de producten bijna rechtstreeks hun weg naar de consument. Daarom valt het initiatief onder – het woord zegt het al – korte keten.

Een distributiemodel dat in de lift zit in Vlaanderen. Hoevewinkels, boerenmarkten, CSA-bedrijven, Buurderijen, groentenabonnementen, Voedselteams. Allemaal gaan ze uit van het korte-keten-principe waarbij de boer of producent rechtstreeks in contact staat met de koper, de consument. Uit een rapport van VLAM van 2018 blijkt het aandeel van korte keten in 2017 met 5 procent te zijn gestegen. Die stijging is vooral te wijten aan de betere verkoop op de  boerenmarkten en de buurderijen. De omzet op de boerenmarkten in Vlaanderen steeg in 2018 met 6 procent en gaat richting de 11 miljoen euro. Ook 2017 was al een zeer goed jaar voor boerenmarkten.

Korte-keten-verkoop is dus een vorm van verbreding die aan belang wint. Volgens de gegevens van Statbel deden in 2016 2.404 bedrijven (10 procent van alle landbouwbedrijven) aan een of meerdere vormen van ‘rechtstreekse verkoop’. Daarvan verkoopt 10 procent (234 bedrijven) enkel rechtstreeks. 19 procent (446 bedrijven) verkoopt tussen de 50 en 100 procent rechtstreeks. Voor 72 procent is het belang van rechtstreekse verkoop in de totale verkoop minder dan 50 procent.

Hoewel het aandeel stijgt, blijft het marktaandeel van de korte keten wel nog beperkt. Ten opzichte van andere distributiekanalen van verse voeding, bedraagt het marktaandeel van de hoevewinkel 0,8 procent. Voor de boerenmarkt ligt dit aandeel slechts rond de 0,15 procent. In totaal blijft het aandeel van korte keten dus steken rond de 1 procent van het totaal.

En daar komt Kort’om Leuven om de hoek kijken. “De ambitie is om de principes die in de korte keten zitten te gaan opschalen. Van die 1 procent willen we toch wel naar 5 procent korte-keten-verkoop op Vlaams niveau”, aldus Aertsens. “Dat is ook de reden waarom we werken met gangbare distributiekanalen, zoals de supermarkten en restaurants. Daar heb je wel potentieel om te gaan opschalen. Dit is een pilootproject met het idee dat dit in andere steden ook interessant kan zijn.”

“In andere regio’s zie je ook al dit soort initiatieven, zoals bijvoorbeeld Vanier in Gent, Lekkers uit Pajottenland en Fresh From the Farm in de Kempen. Die functioneren al goed en dragen bij aan dat hogere percentage”, vult Patrick Pasgang van het Innovatiesteunpunt aan.

Een duurzamer Leuven

Kort’om Leuven past ook uitstekend binnen de Leuvense Voedselstrategie. De strategie werd in 2018 opgesteld en ondersteunt de ontwikkeling van alternatieve voedselsystemen zoals Kort’om Leuven met als doel om het voedselsysteem in de stad te verduurzamen.

Of zoals in de strategie staat verwoord: “De voedingsketen is transparant. Lusten en lasten zijn billijk verdeeld tussen alle spelers in de keten. Er is een grote mix aan performante distributiekanalen voor producten uit de regio, zowel via de korte keten als via lokale handelaars, horeca, catering en retail. Duurzame lokale voeding is herkenbaar en toegankelijk op elke hoek van de straat en is betaalbaar voor iedereen."

Kort’om Leuven kan op verschillende manieren bijdragen aan verduurzaming van het voedselsysteem in Leuven. “Alle producenten kunnen in principe toetreden, maar we communiceren wel heel transparant over hoe het bedrijf te werk gaat”, vertelt Aertsens. "We willen ook graag een score ontwikkelen om de afnemers en consumenten te informeren over hoe duurzaam een bedrijf is op basis van een aantal criteria zoals klimaat, dierenwelzijn en watergebruik. We willen met zo’n score afnemers stimuleren om te kiezen voor meer duurzame producten, wat producenten dan weer stimuleert om duurzamer te gaan produceren. Partners als het Innovatiesteunpunt en Voedselteams zijn er dan om boeren daarbij te helpen. De helft van de geïnteresseerde boeren hoopt dat Kort’om Leuven ze kan helpen om hun bedrijf te verduurzamen, blijkt uit onze bevraging”.

“Kort’om Leuven past op die manier ook in ‘Leuven 2030’, een ambitieus plan om Leuven klimaatneutraal te maken tegen 2050”, vult Pasgang aan. “De landbouw moet ook wel daadwerkelijk verduurzamen en dat houdt meer in dan dat het voedsel minder kilometers aflegt.”

“De groothandel werkt meestal met een ‘AB-systeem’: ’s avonds moet een restaurant vóór 22 uur bestellen en wordt er dan ’s ochtends om 5 uur geleverd. Een korte keten werkt vaak via een ‘AC-systeem’: Je bestelt vandaag, morgen wordt er geoogst en overmorgen krijg je de bestelling geleverd. Dat is goed voor de kwaliteit, want het betekent dat je constant een vers product hebt"

Voedselverspilling tegengaan

Wat betreft verduurzaming, kan een korte keten ook voedselverspilling voorkomen, vertelt Pasgang: “De groothandel werkt meestal met een ‘AB-systeem’: ’s avonds moet een restaurant vóór 22 uur bestellen en wordt er dan ’s ochtends om 5 uur geleverd. Een korte keten werkt vaak via een ‘AC-systeem’: Je bestelt vandaag, morgen wordt er geoogst en overmorgen krijg je de bestelling geleverd. Dat is goed voor de kwaliteit, want het betekent dat je constant een vers product hebt. Bij een ‘AB-systeem’ moet een groothandel een voorspelling maken van wat er wordt verkocht, op basis daarvan kopen ze aan op een veiling of bij een boer. Daardoor heb je vaak voorraden die lang in de koeling liggen, na een week zijn die niet meer vers en wordt het afval. In een AC-systeem kan je precies oogsten wat er besteld is. In dat stukje van de keten heb je dan al geen voedselverspilling. Dat is ook winst voor de boer."

"Als je ervoor kunt zorgen dat de consument dichter bij de boer staat, vergroot dat het respect en de kennis over voeding en groeit ook de bereidheid om een correcte prijs te betalen"

Zelf de prijs bepalen

Nog een grote troef van het platform is dat de boeren zelf hun prijs kunnen bepalen. “Wel binnen een bepaalde marge”, nuanceert Aertsens. “Als ze meer zouden vragen dan 30 procent bovenop de prijs die ze hanteren voor gangbare verkoop, dan moeten ze wel uitleggen waarom. Als producenten echt veel meer vragen dan via andere kanalen, dan bestaat het gevaar dat we onszelf uit de markt prijzen. De helft van de geïnteresseerde producenten geeft aan dat ze verwachten met Kort’om Leuven een betere prijs voor een product te kunnen krijgen.”

Want de prijs die ze vandaag voor hun producten krijgen is een probleem dat speelt onder de Belgische boeren. “Een landbouwer is een prijsnemer en geen prijszetter. Dus hij krijgt vaak voor zijn product wat de afnemer, zoals de groothandel, ervoor geeft. En daar kan je in dit project wel wat in sturen. Al gaat een groot bedrijf waarschijnlijk niet alles via korte keten lokaal kunnen verkopen”, zegt Nick François van de Boerenbond. 

“Zeker als er een overschot op de productie is, bijvoorbeeld in het tomatenseizoen, dan zakken de prijzen heel sterk. Via dit platform kunnen boeren dan nog minstens hun kostprijs vragen”, aldus Aertsens.

François vult nog aan: “Ook de arbeidslast wordt minder zwaar voor boeren die al aan korte-keten-verkoop doen, ze hoeven nu niet zelf leveringen te doen aan bijvoorbeeld horeca. Naast die grotere afzetmarkt en grotere marge die je zelf op een product kunt nemen, zorgt het ook voor verdeling van je inkomsten. Het is verstandig om niet al je geld op één paard te zetten, maar via verschillende kanalen inkomsten te genereren. En het is goed voor de zichtbaarheid van de landbouwsector. Als je ervoor kunt zorgen dat de consument dichter bij de boer staat, vergroot dat het respect en de kennis over voeding en groeit ook de bereidheid om een correcte prijs te betalen."

Struikelblokken

Toch is het niet vanzelfsprekend om een goed draaiend platform op te zetten en de korte keten in een stad te laten floreren. In Gent startte in april 2018 het distributieplatform ‘Vanier’ en daar kan men in Leuven ook van leren.

Pasgang die mee heeft gewerkt aan tal van korte-keten-initiatieven geeft aan: “In Gent is het platform redelijk snel moeten starten, op vraag van de opdrachtgever, de Stad Gent. Daardoor hadden ze in de eerste fase een relatief klein aanbod, waardoor bepaalde producten waar klanten naar vroegen niet beschikbaar waren. Als je dat als afnemer meemaakt, dan ga je misschien niet opnieuw een aankoop doen. Daarom nemen we in Leuven meer tijd om ons voor te bereiden. Vandaar die spreadsheets waarin we proberen in te schatten of vraag en aanbod voldoende op elkaar aansluiten.”

Maar het blijft een hele uitdaging om zo’n project op te zetten. Verschillende gelijkaardige projecten zijn al gestart, maar moesten noodgedwongen stoppen. Enerzijds omdat het niet vanzelfsprekend is om de logistiek op een juiste manier te organiseren en anderzijds omwille van de kostenstructuur die erachter zit.

“Ik heb voorbeelden gezien waar er bovenop de prijs van een artikel 10 procent voor logistiek werd gerekend, betaald door de boer”, vertelt Pasgang. “Dat is niet haalbaar in een korte keten. In de grootdistributie komt er een meerprijs bij voor logistiek tussen de 3 en 12 procent, maar bij korte keten moet je minstens 20 procent rekenen. Dat komt omdat de volumes veel kleiner zijn, waardoor je geen grote vrachtwagen, maar kleinere transportmiddelen nodig hebt. Je wil vermijden dat er halflege vrachtwagens rondrijden, want dan ben je helemaal niet duurzaam en kostenefficiënt bezig. Je hebt dus genoeg afnemers nodig en genoeg vraag van de juiste spelers. Met enkel kleine restaurants geraak je er niet, want dan heb je te veel kleine hoeveelheden die je moet vervoeren en zijn de transactiekosten relatief groot. We hebben zeker ook grote afnemers nodig, zoals bijvoorbeeld grootkeukens. En we kúnnen een meerwaarde bieden. Bijvoorbeeld voor supermarktwinkels die meer en meer inzetten op lokale aankoop en die merken dat afnemen bij verschillende individuele boeren niet eenvoudig is. Vanuit die hoek is er al veel vraag.”

“We hebben via Vlaanderen Circulair een startsubsidie gekregen, maar na twee jaar moeten we zelfbedruipend zijn”, zegt Aertsens. “We hebben daarvoor een omzet nodig van ongeveer 12.000 euro per week. Dit om onder andere een coördinator te kunnen betalen maar vooral ook om een efficiënte logistiek te hebben. Met het aantal boeren dat interesse toont zitten we daar ruim boven. We schatten in dat ze wekelijks 60.000 euro aan producten kunnen leveren, maar we moeten nog zien of al die boeren ook effectief mee instappen wanneer we de distributie opstarten. En we zien nog wel enkele gaten in het aanbod, zoals bijvoorbeeld de tomaten.”

“Er moeten ook voldoende afnemers zijn. Het zou goed zijn als we kunnen starten met zes supermarkten, 25 horecazaken en enkele grootkeukens”, stelt Pasgang. “Het is fijn dat we een subsidie hebben om het platform op te zetten maar je moet, nadat je iets moois hebt opgezet, wel zien dat het kan blijven bestaan, ook zonder subsidiepotjes. Daarom moet je ervoor zorgen dat alle spelers zo snel mogelijk op de hoogte zijn van Kort’om Leuven en dat je ze meekrijgt in je verhaal. Dus je moet heel veel inzetten op communicatie, publiciteit en bijvoorbeeld een herkenbaar logo. Je moet zo een community creëren van boeren, afnemers en mensen die lokaal willen kopen.”

Volgens Aertsens gaat Kort’om Leuven zeker inzetten op die community rond het platform. “We willen een uitwisseling en positieve dynamiek krijgen tussen consument, producent en afnemer, bijvoorbeeld door open boerderijdagen te organiseren, een smaakmarkt of een ‘pop-up restaurantdag’ op een boerderij. Daar moeten geïnteresseerde consumenten en afnemers op af komen en in contact komen met de boeren en hun producten.”

Vanaf half november 2019 wordt het platform getest en zal blijken of de grondige voorbereidingen zullen volstaan om van Kort’om Leuven een succes te maken. “We verwachten niet dat het vanaf het begin als een trein zal lopen, rendabel worden doe je niet in een paar maanden. Maar het project wordt door veel verschillende partijen gedragen: Voedselteams, Boerenbond, tal van andere middenveldorganisaties, de Stad Leuven en de provincie. Als die er allemaal ruchtbaarheid aan geven is er een grotere kans van slagen. We hopen mee te kunnen surfen op de golf van enthousiasme die er nu duidelijk is en zo een succesvol verhaal te schrijven op de lange termijn.”

De redactionele verantwoordelijkheid van dit artikel valt onder Rikolto. 

Bronvermelding