Lees de beknopte samenvatting van de korte levensloop van een vleeskip: van het vermeerderingsbedrijf tot de afvalverwerking van de verpakking van een kipfilet.
Vleeskuikens worden vetgemest en zijn op zes weken slachtrijp. Om de dieren in landbouwbedrijven te beschermen, zijn er algemene voorwaarden bepaald voor alle kwekerijen van landbouwdieren, met daaronder ook specifieke voorwaarden voor vleeskippen.
De plofkip verdwijnt in Nederland uit de supermarkt, omdat ze sneller groeit dan goed voor haar is. Ook andere landbouwdieren gaan tot het uiterste. Fijn voor onze portemonnee, maar niet altijd voor de dieren. Eos-redacteur Dieter De Cleene schreef in 2013 een artikel over vlees dat als 'kiloknaller' wordt verkocht in de supermarkten.
In vermeerderingsbedrijven produceren lichte moederdieren (voor leghennen) en zware moederdieren (voor vleeskippen) broedeieren die vervolgens naar de broeierijen gaan. De kuikens van lichte moederdieren gaan van de broeierij naar een fokbedrijf vanwaar ze als legrijpe poeljen (jonge kippen) naar de leghennenbedrijven gaan. De kuikens van zware moederdieren gaan rechtstreeks naar de vleeskippenbedrijven.
Vlaanderen telde in 2014 ongeveer 114 vermeerderingsbedrijven. Deze bedrijven fokken verschillende kippenrassen die zwaar zijn en snel groeien. De hanen zijn stevig, wat leidt tot ruw paargedrag. Daarom worden de sporen van de hanenpoten vaak weggebrand om wonden bij hennen tijdens het paren te voorkomen. De hennen zijn de moederdieren van vleeskuikens en moeten dus veel eieren produceren. De gebruikelijke legcyclus bij legkippen bedraagt nu circa 60 weken. Op het einde van deze periode leggen ze geen eieren meer of is de kwaliteit van de eieren zodanig gedaald dat die niet meer gewenst zijn op de markt.
Tegenwoordig is een langere legcyclus een belangrijk streefdoel. Het vervangen van de leghennen na twee jaar in plaats van één jaar betekent niet enkel een economisch voordeel, het is ook duurzamer. De verwachting is dat in de nabije toekomst, vanaf 2020, de leghennen tot een leeftijd van honderd weken in productie zullen zijn zonder ze in te wisselen voor nieuwe kippen. Het belangrijkste aandachtspunt is het behoud van een goede schaal- en interne eikwaliteit.
Zware moederdieren leggen eieren die kunstmatig worden uitgebroed. Vervolgens worden de kuikens vetgemest en geslacht. In tegenstelling tot de kuikens bestemd voor de legpluimveesector, wordt er bij vleeskuikens geen onderscheid tussen hennen of hanen gemaakt. Beide kunnen op ons bord belanden.
Aangezien hanen geen eieren leggen, zijn ze waardeloos voor de legpluimveesector. Daarom worden hanen meteen na de geboorte vergast en eindigen ze als diervoeder. Nieuwe studies suggereren nu om de hanen langzaam op te fokken tot ze dertien weken oud zijn om ze dan te slachten en het vlees te gebruiken voor menselijke consumptie.
In april 2017 maakte Lidl bekend dat ze als eerste het vlees van haantjes van legrassen zullen verkopen. Het vlees ligt vanaf oktober 2017 in de rekken.
Recent onderzoek toonde aan dat het geslacht van kuikens bepaald kan worden voordat ze uit het ei komen. De onderzoekers leiden het geslacht van het kuiken af uit de concentraties suikers en aminozuren in de allantoïsche vloeistof. Die bevat afvalstoffen die door het embryo uitgescheiden worden.
De techniek maakt het doden van zo’n 15 en 45 miljoen eendagskuikens in België en Nederland per jaar overbodig. Het duurt slechts vier seconden om te bepalen welk geslacht het kuiken in het ei heeft.
Sinds 2012 gelden er nieuwe regels voor legkippen en zijn legbatterijen verboden. De kooi van de legkip moet voorzien worden van zitstokken, strooisel en voeder- en watervoorzieningen. Kooien die aan zulke voorwaarden voldoen worden aangeduid als ‘verrijkte kooi’. In Europa is een verrijkte kooi het wettelijke minimum. 27 procent van de leghennen zit in een volièresysteem. Het volièresysteem bestaat uit een drietal etages waarbij de kippen gemakkelijk van verdieping kunnen wisselen. Ongeveer 13 procent van de Belgische leghennen geniet van een vrije uitloop.
De code op eieren geeft aan hoe de kippen gehuisvest worden.
0 staat voor bio
1 staat voor vrije uitloop
2 staat voor scharrel
3 staat voor verrijkte kooi
Vleeskippen worden op 40 dagen tijd zodanig vetgemest dat ze hun eigen gewicht vaak zelf niet langer kunnen dragen. Daarom werden ze omgedoopt tot plofkippen. De reguliere plofkippen wegen bij aankomst 40 gram en groeien ongeveer 65 gram per dag en dat 40 dagen lang, tot ze hun slachtgewicht van om en bij de 2,2 kilogram bereiken. Het houden van vleeskippen wordt bepaald door een Koninklijk Besluit met als belangrijkste voorwaarde de beperking van de bezettingsgraad. De maximale bezettingsgraad is een vijftiental kippen per m², uitzonderlijk op te trekken naar 19 kippen per m². Kippenhouders moeten eerst een cursus gevolgd hebben met onder meer aandacht voor het welzijn van de kip voor ze mogen starten met een pluimveebedrijf.
Biologische kippen worden gemiddeld 70 tot 80 dagen oud en hebben 2,6 kilogram als slachtgewicht. Bovendien bedraagt de gemiddelde bezetting 8 à 10 kuikens per vierkante meter waardoor ze nog kunnen bewegen wanneer de kippen ouder en dikker zijn. In een biologische boerderij kunnen kuikentjes vanaf de zesde levensweek de vrije uitloop verkennen, als de weersomstandigheden het toelaten.
Het biologisch verhaal heeft ook een keerzijde. Het kweekproces is immers langer bij biologische kippen wat betekent dat ze per kilo kippenvlees meer ammoniak, geur en fijn stof uitstoten dan de normale vleeskip. Verder zijn er hogere verwarmingskosten, eten ze meer en is er een lagere bezettingsgraad dan bij reguliere vleeskippen. Hierdoor is het energieverbruik van een biologische kip hoger dan dat van een reguliere kip, wat op zijn beurt slechter voor het milieu is.
In het gemiddelde pluimveebedrijf wordt gewerkt met een lichtschema waarbij de stallen gedurende 23 uur kunstmatig worden verlicht zodat de kippen dag en nacht blijven eten. Het uurtje duisternis dat wordt ingelast, doet dienst als gewenning voor de kuikens. Op die manier hopen kippenboeren paniek te vermijden in de stallen als er een stroomdefect is.
Door de groeisnelheid van kippen kunstmatig te versterken, ontstaat er een verhoogde vetaanzet en krijgen ze pootproblemen.
In de slachthuizen worden de kippen ondersteboven aan slachthaken gehangen. De transportband leidt de kippen met de kop door een elektrisch geladen waterbad waardoor ze verdoofd worden. Vervolgens worden de kippen geslacht door hun halsslagader door te snijden.
Wanneer de kippen in de slachthuizen aankomen worden ze handmatig ondersteboven met hun poten aan mechanische beugels gehangen. Vervolgens voert de transportband met een capaciteit van twintig kippen per minuut, hen door een waterbad waarop een constante elektrische spanning staat. De stroomstoot van het verdovingsbad ontspant de spieren van de kip, wat belangrijk is voor de malsheid van het vlees. De sterkte van de stroomstoot is afhankelijk van verschillende variabelen, zoals de weerstand en het lichaamsgewicht van het dier. Maar ook het contact van de kippenpoten met de slachthaken bepaalt de stroomsterkte. Omdat de variatie tussen de verschillende stroomsterktes groot is, is het moeilijk om alle dieren voldoende te verdoven. Vooral omdat een te hoge verdoving kwaliteitsproblemen zoals spierbloedingen en gebroken vleugels of sleutelbenen betekent. Ongeveer tien seconden na de verdoving worden de kippen geslacht door het aansnijden van de halsslagader.
Een tweede manier om kippen te verdoven/doden, is vergassing. Hierbij worden ze door een tunnel geleid waar het CO2-gehalte wordt opgedreven. Voorlopig maken slechts 3 slachterijen in Vlaanderen gebruik van deze methode. Dierenrechtenorganisaties zouden deze manier meer 'humaan' vinden. Het nadeel is dat de CO2-verdoving schrikreacties kan uitlokken bij dieren die gewaar worden dat er iets gaande is.
De vleeskippen worden tijdens het transport blootgesteld aan stressfactoren zoals honger, dorst, schommelende bewegingen en temperatuursveranderingen.
Nederlanders worden er al jaren mee om de oren geslagen: de plofkip moet weg. Het 'kuiken dat in zes weken tijd wordt vetgemest tot vleeshomp van ruim twee kilo', zoals Stichting Wakker Dier het omschrijft, is hèt symbool van dierenleed geworden. Na felle campagnes verkopen supermarkten nu vlees van kippen met een nèt iets beter leven. In Vlaanderen kraait er vooralsnog geen haan naar het welbevinden van de vleeskip. ‘Een plofkip, dat is toch kipfilet waar ze water in hebben gespoten?’ Journalist Merel Deelder zocht uit hoe blij de Vlaamse vleeskip is.
Gemiddeld sterven drie op de duizend kippen tijdens een van de fasen van het transport. Dat betekent dat er bij een stal van gemiddeld 20.000 kippen tijdens het transport zestig kippen sterven en dus niet tot kippenvlees verwerkt kunnen worden.
Een machinale vangprocedure blijkt een gunstig effect te hebben op de stress van vleeskuikens. Studies van Universiteit Gent, ILVO en WELLTRANS tonen aan dat het verschil tussen professionele en niet-professionele kippenvangers groot is. Gemiddeld breekt 2 procent van de kippen hun vleugel en bij 3,5 procent van de vleeskuikens worden blauwe plekken en kneuzingen ontdekt tijdens of na het vangen. Bij niet-professionele kippenvangers liggen die percentages hoger. Ook de omgevingstemperatuur en weersomstandigheden spelen een belangrijke rol bij het stressgehalte van de slachtkippen. Die stress is zowel voor de kippen als voor de consument ongunstig aangezien het de vleeskwaliteit negatief beïnvloedt.
Voordat de dieren in de vrachtwagens te laden, worden ze gewogen. Als er sprake is van een te hoge bezettingsgraad in de transportkooien, wegen ze bij aankomst minder, puur van de stress.
Wanneer de afstand groter is dan 65 kilometer of de rit langer dan acht uur duurt, moeten chauffeurs volgens de Europese wetgeving in het bezit zijn van een certificaat dat hun competenties aantoont en bewijst dat ze gedurende drie jaar geen dierenrechten hebben geschonden.
De kippen krijgen bij een gemiddeld gewicht van 2,2 kilogram ongeveer 320 vierkante centimeter ruimte, wat ongeveer hetzelfde is als een half A4-tje.
Studies tonen aan dat België slecht scoort wat dierenwelzijn tijdens transport betreft. De omgevingstemperatuur is de grootste stressoorzaak bij kippen en wordt niet gemonitord.
Verder verliezen de dieren 6 procent van hun lichaamsgewicht doordat ze tot 24 uur voor het transport nuchter gezet worden. Ze krijgen geen voeder meer om braken en stikken tijdens het transport te vermijden. Bovendien wil men vervuiling van de kratten, containers en de karkassen zelf vermijden. In totaal (inclusief transporttijd) zijn de Belgische en Nederlandse vleeskippen tot 28 uur nuchter. Vanaf 24 uur is er sprake van gewichtsverlies en dus ook opbrengstverlies.
De kapoen is een gecastreerde haan van minstens 140 dagen oud. Voordat zo’n haan slachtrijp is, wordt hij gecastreerd waardoor hij langzamer groeit en sneller vet wordt. De haan wordt grootgebracht met maïs en volle melk. Hoewel je het stuk vlees wel in de rekken kan vinden, is de castratie van hanen in België en Nederland verboden.
Wie vaak een ‘kieken’ genoemd wordt, gaat er doorgaans van uit dat dit geen compliment is voor zijn intellectuele vermogen. Maar zijn kippen echt zo dom als wij denken? Gedragsbiologen menen dat kippen beschikken over zelfbeheersing, inlevingsvermogen en een persoonlijkheid.