Moderne pluimveebedrijven doen hun best om vervuiling te beperken en
beschikken over moderne apparatuur die het fijn stof uit de lucht kan
filteren. Minder antibiotica-gebruik is een tweede belangrijke verwezenlijking.
Zowel de Belgische als de Nederlandse pluimveesector slaagde de laatste
jaren in het terugdringen van antibiotica.
Ammoniakuitstoot heeft niet enkel een impact op het milieu. Ammoniak is een giftig gas met een doordringende, typische geur. In grote hoeveelheden kan de stof tot irritatie van de luchtwegen en ogen en zelfs tot verstikking leiden.
Een grootschalig onderzoek uit 2017 legt een link tussen de nabijheid van een boerderij en een slechte longfunctie. De longen werkten vooral slechter tijdens weken waarin er veel ammoniak in de lucht was.
Fijn stof of 'zwevend stof’ kan van samenstelling en grootte variëren. Kleinere stofdeeltjes zijn over het algemeen slechter voor de gezondheid. In Vlaanderen is 4,9 procent van de kleinste deeltjes fijn stof (PM2,5) afkomstig van de veeteelt. Dat geldt voor 16 procent van de grotere stofdeeltjes (PM10). Het getal na ‘PM’ duidt op de aerodynamische diameter van de deeltjes. Bij PM10 is die kleiner dan 10 micrometer. In Vlaanderen zijn de kleinste en schadelijkste deeltjes voornamelijk afkomstig van huishoudens en transport.
De concentratie inhaleerbare stofdeeltjes is groter bij pluimveehouderijen dan bij andere veebedrijven. Fijn stof kan via de luchtwegen in het bloed doordringen en zich verspreiden naar andere organen. In de longen kunnen ze ontstekingen veroorzaken en de zuurstofopname hinderen. Mogelijk hebben ze ook een negatieve invloed op de werking van het hart.
Er zijn inderdaad aanwijzingen dat omwonenden van pluimveebedrijven vaker last hebben van longontstekingen. Uit een onderzoek uit 2015 blijkt anderzijds dat bij die mensen minder astma en COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Disease) voorkomt, maar dat COPD patiënten wel meer last hebben van de symptomen.
De Vlaamse uitstoot van de kleinste en schadelijkste deeltjes fijn stof PM2,5.
De Vlaamse uitstoot van de grootste deeltjes fijn stof PM10.
In de grootste kunnen meer dan tienduizend varkens en tot enkele honderdduizenden kippen, maar plannen voor exemplaren waarin meer dan
dertigduizend en een miljoen dieren passen, liggen al op tafel. ‘Megastallen’ zijn vooral in Nederland al lang geen zeldzaamheid meer, maar ze blijven weerstand oproepen. Wetenschappers zien echter ook voordelen. Eos-redacteur Dieter De Cleene schreef een artikel over de oprukkende megastallen.
Het gebruik van emissiearme stallen leidt tot minder ammoniak- en fijn stofemissie. Emissiearme stallen zijn ofwel emissiearme stalsystemen, volledig ontworpen en gebouwd op emissiereductie, of traditionele stalsystemen met luchtwassers.
Tussen 2007 en 2015 is het aantal emissiearme stallen voor kippen gestegen van 4 tot 24 procent.
er in 2010 240 ton antibiotica werd verbruikt in de vleeskuikensector? Ter vergelijking, de Belgen consumeerden zelf ongeveer 92 ton antibiotica datzelfde jaar.
Nederlanders hebben een van de laagste resistentiecijfers van Europa, dankzij hun grote terughoudendheid ten opzichte van het gebruik van antibiotica. Zij verbruikten in 2006 slechts 60 ton antibiotica.
In de voeding van plofkippen wordt een grote dosis antibiotica verwerkt. Daarmee willen boeren sterfte en ziektes voorkomen. Door het teveel en slordig toedienen van antibiotica ontstaan verschillende resistente bacteriën zoals v-MRSA en ESBL. Zulke bacteriën voelen zich zowel in het lichaam van dieren als mensen thuis.
Onderzoekers vrezen dat de resistente bacteriën zullen toenemen. Daarom is het belangrijk om het gebruik van antibiotica bij vleeskippen terug te dringen. Zowel de Nederlandse als de Belgische pluimveebedrijven slaagden daar de laatste jaren in. In Vlaanderen daalde het antibioticagebruik in 2015 met 5 procent in vergelijking met het voorgaande jaar. In Nederland kenden de pluimveebedrijven tussen 2009 en 2015 een daling van ongeveer 65 procent.
In de veehouderij wordt nog steeds te veel antibiotica gebruikt, blijkt uit onderzoek van de UGent. Daardoor ontstaan resistente bacteriën die ook onze gezondheid bedreigen.
v-MRSA is de veeteeltversie van de ziekenhuisbacterie MRSA. Het wordt gemakkelijk overgedragen van dier op mens en is vooral gevaarlijk voor personen met een lage weerstand. De bacterie kan leiden tot longontstekingen, bloedvergiftiging en botinfecties. Een behandeling met antibiotica zal weinig resultaten opleveren.
De vleeskuikenproductie wordt aangewezen als voornaamste bron van bacteriën die “extended spectrum beta-lactamase” (ESBL) produceren. ESBL is een enzym dat bepaalde soorten antibiotica afbreekt en zo bacteriën resistent maakt. Het enzym kan blaasontstekingen, nierbekken-en galwegenontstekingen veroorzaken.
Bij biologische kippenbedrijven is het preventief gebruik van antibiotica verboden. Enkel wanneer de dieren ziek zijn, krijgen ze antibiotica toegediend. Moderne pluimveebedrijven die aan goed stalmanagement doen, hebben ook minder nood aan antibiotica. Dankzij moderne verwarmingssystemen, nauwgezette hygiëne en sanitaire maatregelen kunnen ze ziektes onderdrukken.
Goede luchtwassers verwijderen niet alleen stof uit de lucht, maar ook talrijke ziektekiemen.
Aangezien de resistentie blijft toenemen, ijvert de EU voor een halvering van het antibiotica gebruik tegen 2018. Voortaan zal de verkoop en het gebruik van antibiotica verplicht geregistreerd worden.
De beste manier om menselijke besmetting tegen te gaan, is het vlees goed te verhitten en rechtstreeks contact met rauw vlees en andere etenswaar vermijden.
De stalmest van kippen veroorzaakt geurhinder. 5 procent van de Vlamingen heeft dan ook al eens last gehad van zulke geurhinder. Bij klachten moet de boer zelf maatregelen ondernemen en een dossier indienen bij de overheid met acties die hij ondernam. Pas dan krijgt hij een nieuwe milieuvergunning.
Pure kip is mager vlees, gezond en rijk aan eiwitten, vitamine B en fosfor. De resten van kippenvlees worden in frikandellen, gehaktballetjes, burgers en andere frituursnacks verwerkt en bevatten kippenvet en separatorvlees.
De borst, poten, vleugels en lever van kippen worden verwerkt tot filet, kippenboutjes en kippenlevertjes.
Separatorvlees is vlees dat van kippenruggen en karkassen werd geschraapt. Het is dus eigenlijk restjesvlees dat verwerkt wordt in frikandellen, gehaktballetjes, burgers en andere frituursnacks.
Kippenvlees is mager vlees, rijk aan kwaliteitseiwitten en een goede bron van onder meer selenium en vitaminen B3, B6 en B12. Kippenlever is bovendien rijk aan vitamine A. Daarnaast bevat kip ongeveer 30 procent minder verzadigde vetten dan rood vlees.
Salmonella is een bacterie die in rauwe dierlijke producten zoals vlees, vis en eieren voorkomt. Wanneer mensen op een onhygiënische manier omgaan met levensmiddelen en vlees niet goed bakken, kunnen ze besmet worden door de bacterie.
Een infectie veroorzaakt maag- en darmklachten bij de mens. Zware ontstekingen zijn eerder zeldzaam, maar dan kunnen de bacteriën zelfs tot de bloedbaan doordringen waardoor organen, botten en gewrichten aangetast worden. Langdurige buikkrampen, diarree of verstopping zijn enkele gevolgen. De infectie kan dodelijk zijn wanneer de patiënt uitdroogt of een bloedvergiftiging oploopt.
Zelf kan je salmonella voorkomen door je vlees door en door gaar te koken of bakken. Verder gooi je de verpakkingen van het vlees best meteen in de vuilnisbak. Bovendien is het belangrijk om een andere snijplank en een proper mesje te gebruiken wanneer je na je vlees ook groenten snijdt die rauw gegeten zullen worden.
Verzadigd vet verhoogt het risico op hart- en vaatziekten.
Het aandeel verzadigde vetten bij kip is 30 procent kleiner dan bij rood vlees. Een portie kipfilet (100g) telt ongeveer 2 gram verzadigde vetten terwijl biefstuk (100g) bijna 6 gram aan verzadigde vetten bevat.