Daarenboven betekent hydrocultuur een zegen voor de rug van arbeiders in de slateelt. Bij de grondteelt snijden ze sla van het veld, een hele belasting voor de knieën en de rug. Drijvende systemen of teelt in goten staan op manshoogte, dus bukken om te oogsten hoeft niet meer, wat ergonomisch een enorme stap vooruit betekent.
Toch is het een grote stap voor telers om over te schakelen naar hydrocultuur. Dergelijke teeltsystemen zijn duur en vragen dus een forse investering. Ook al ligt de rendabiliteit van slateelt op water beduidend hoger, het is wel een drempel voor vele sla-telers.
Een ander aspect is de grote energievraag van hydrocultuur onder glas. Sla vereist geen hoge temperaturen, maar het blad is erg gevoelig voor vorstschade. Bovendien mag de temperatuur voor hydrocultuur niet te laag zakken. Anders groeit sla te traag, wat de plant erg gevoelig maakt voor schimmels en virussen. Slateelt op water gebeurt ook altijd in combinatie met belichting, en extra licht vereist energie.
Onderzoek naar grond- en daglichtloze teelt van sla, bladgroenten en andere gewassen interesseert ook ruimtevaartagentschappen, die hardop dromen van langere bemande vluchten. Een missie naar Mars zou al gauw twee tot drie jaar duren, aan boord geteeld voedsel zou een welkome afwisseling vormen. Speciaal ontworpen groentevariëteiten vol met extra voedingsstoffen of moleculen met medische eigenschappen bieden een aanvulling op het dieet, en zo'n tuintje met planten om voor te zorgen aan boord heeft ook psychologische voordelen voor de astronauten.
Aan boord van het internationaal ruimtestation ISS bevindt zich zo'n galactische moestuin, een module waar verscheidene teeltproeven lopen. Een van de langstlopende experimenten is het Vegetable Production System, oftewel Veggie. Veggie, een ontwerp van de NASA, bestaat uit een vrij eenvoudige opstelling, namelijk een belichtingssysteem met rode, groene en blauwe LEDs, een opblaasbare wand en verschillende types capsules waarin de planten wortelen. Omdat massa lanceren in de ruimte extreem veel energie vraagt, moest Veggie licht, compact en energiezuinig zijn.
De eerste teelt in de Veggie-module bestond uit zes planten rode Romeinse sla, meer specifiek de 'Outredgeous' variëteit. Een ervan kiemde niet, twee andere stierven af. Na een groeiperiode van 33 dagen werd de sla geoogst, geproefd door de astronauten, ingevroren en op aarde geanalyseerd. De voedingswaarde verschilde niet significant van aardse sla, hoewel de planten onder een veel lagere zwaartekracht opschoten en blootgesteld werden aan meer intense straling dan op aarde. Ook werd er geen afwijkende aanwezigheid van micro-organismen vastgesteld.
Een paar slaplanten telen in de ruimte lijkt misschien een eerder theoretische oefening, maar ruimtevaartorganisaties zijn overtuigd van het potentieel voor langdurige missies. Daarbij kijken ze ook naar manieren om het voedingsgehalte op te krikken, of om medicinale eigenschappen in te telen.
Een onderzoeksgroep binnen de NASA, het Center for the Utilisation of Biological Engeneering in Space (CUBES), ontwikkelde bijvoorbeeld een genetische gemodificeerde slavariëteit die het parathyreoïdhormoon bevat. Dat hormoon komt van nature voor in het menselijk lichaam, en speelt een essentiële rol bij het reguleren van de hoeveelheid calcium in het bloed, en dus ook de groei van botten. Belangrijk voor astronauten, want door de minimale zwaartekracht is het verzwakken van het botweefsel een groot gezondheidsrisico.