Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK
Filter
Milieu Sociaal Gezondheid Dierenwelzijn toon alles

Hoe werkt dat, zo'n tracé?

In een tracé volg je al scrollend de weg die een product aflegt, van de teelt tot afval. In de menubalk bovenaan klik je op de verschillende stadia in het tracé om meteen te springen naar het stadium waarin je interesse hebt. 

Linksboven staan de vier categorieën Milieu, Sociaal, Gezondheid en Dierenwelzijn. Je kunt de informatie filteren op die categorieën.

Tijdens het scrollen kom je de knop 'Laad meer info over ...'. Druk daarop om alle informatie binnen een stadium te laden.

Tussen de informatieblokjes kom je ook artikels tegen waarin onze journalisten dieper ingaan op een opmerkelijk aspect binnen het tracé van het product. 

Onderaan deze pagina kun je reacties plaatsen over de informatie die je hebt gelezen. Ook op de Community-pagina vind je mogelijkheden om je mening, aanvulling, of compliment te geven.

Veel plezier met dit tracé!

sluiten

Tracé van Sla

hoe werkt dit?
Milieu
Sociaal
Gezondheid
Dierenwelzijn
Milieu
Sociaal
Gezondheid
Dierenwelzijn

Tracé van Sla

filter: Milieu

Intro

Teelt

Milieu

Bodemontsmetting

Vroeger werd bij de teelt van sla in volle grond de bodem ontsmet alvorens sla te planten. Dat gebeurde met chemische ontsmettingsmiddelen. Maar die doodden zowel de ziekteverwekkers als de nuttige organismen in de bodem. Europa legt nu zware beperkingen op voor het aantal producten dat telers mogen gebruiken, de dosis en de frequentie van gebruik.

Daarom zoeken wetenschappers naar alternatieven. In warmere regio's zoals Spanje kunnen telers de bodem afdekken met een folie, dat heet solarisatie. Organisch materiaal ingewerkt in de bodem vergist onder de folie, en dat creëert afdekking een tekort aan zuurstof in de bodem waardoor organismen afsterven. Een andere optie is de grond stomen. Vooral in Nederland wordt er veel gestoomd, maar er kleeft een flink prijskaartje aan. Stomen vraagt immers heel wat energie, en door de stijging van de energieprijzen is die methode minder rendabel geworden.

Milieu

Wortels in het water

Voor het jaar 2000 stond de slateelt stevig met de wortels in volle grond. De kweek op water gold toen nog als toekomstmuziek, al bleken de eerste experimenten erg beloftevol. Vandaag is zestig tot zeventig procent van alle Belgische sla in de supermarkt afkomstig uit hydrocultuur, en dat percentage zal enkel nog toenemen.

De motor achter deze ommezwaai in de slateelt is de Europese regelgeving die het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen steeds verder aan banden legt. De teelt op water heeft geen last van hardnekkige bodemschimmels. Een bijkomend voordeel is dat hydrocultuur minder meststoffen vraagt, want telers kunnen voedingsmiddelen veel gerichter toedienen en constant recirculeren. Dat spaart kosten, en helpt om pas te houden met regelgeving omtrent bemesting die ook steeds strenger wordt.

Milieu

Zonder de grond te raken

Er bestaan verschillende grondloze teeltsystemen, op te delen in twee groepen. Een eerste is het mobiele goten systeem (MGS), waarbij men de sla in goten plant. In die goten stroomt een dun straaltje water verrijkt met voedingsstoffen. Bij een drijvend systeem (Deep Floating System) plaatst men de slaplanten in polystyreenplaten die op water drijven, water dat de nodige meststoffen bevat. De sla staat continue met de wortels in het water.

De Europese Unie werkt al geruime tijd aan het terugdringen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw. Ook de minimumnormen voor residuen van dergelijke producten op groenten en fruit worden steeds strikter. Veel gangbare producten om ziektes en plagen te bestrijden in de slateelt, of om de bodem te ontsmetten, kregen rood licht, of mogen enkel nog in veel lagere concentraties worden toegepast. Methylbromide bijvoorbeeld, een gas dat werd ingezet om de bodem te ontsmetten, is al sinds 2010 verboden. Een aantal hardnekkige ziektes, zoals de parasiterende bodemschimmel fusarium, zijn daardoor moeilijk onder controle te krijgen bij de teelt in volle grond.

Hydrocultuur biedt een uitweg. De infectiedruk is veel lager dan bij vollegrondsteelt, omdat zo'n systeem onder glas, grotendeels afgesloten van de omgeving, veel meer controle toelaat. Toch is hydrocultuur niet ziektevrij. Schimmels, bacteriën en insecten vinden hun weg naar binnen, en de teelt vraag een goede afstemming van voeding, warmte en belichting om voldoende weerbare planten op te leveren. Onkruid behoort wel tot de verleden tijd.

Milieu

Minder mest, meer energie

Hydrocultuur vraagt niet enkel minder gewasbeschermingsmiddelen, ook met meststoffen kan het heel wat minder. De verschillende systemen op de markt hebben elk hun eigenheid, maar allemaal stellen ze telers in staat met een grotere precisie voedingsmiddelen toe te dienen, toegespitst op de noden van de plant in de verschillende groeistadia. Minder meststoffen betekent niet alleen een aanzienlijke kostenbesparing voor de slateler, het is ook beter voor het milieu. De uitspoeling van stikstof en fosfor uit de landbouw naar het bredere ecosysteem is een groot probleem in België en Nederland, en ook hier legt Europa steeds strengere normen en regels op. Het probleem dat overtollige voedingstoffen in het leefmilieu terecht komen stelt zich niet bij hydrocultuur.

Sla kweken in hydrocultuur onder glas levert een veel hogere opbrengst op dan in volle grond, wat het voor een teler veel rendabeler maakt. Bovendien is de teelt niet meer seizoensgebonden, en daardoor kan men het hele jaar door eenzelfde product leveren. Extreme weersomstandigheden zoals hitte, droogte of hagel spelen geen bijster grote rol meer, waardoor het aanbod constant en van goede kwaliteit blijft.

Milieu

Sla in verdiepingen

Verticale teelt van gewassen is een stap verder in de richting van een hoogtechnologische landbouw. Daarbij groeien planten in verschillende lagen. Zulke volledig gesloten systemen staan volledig los van grond en daglicht. Dat geeft een volledige controle over de teeltomstandigheden, en laat toe om licht, water en voeding met grote precisie af te stemmen op de behoeften van de plant. De groei en dus ook de opbrengst zijn gelijkmatig en planbaar. Verticale teelt zit nog in een experimenteel stadium, al benaderen teeltsystemen ondertussen commerciële toepassingen. Sla, andere bladgroenten en kruiden lenen zich bij uitstek voor verticale teelt, maar ook andere gewassen die nu al vaak op water worden geteeld zoals tomaten en aardbeien hebben potentieel.

Verticale teelt biedt een aantal voordelen op vlak van duurzaamheid. Meest voor de hand liggend is het grondgebruik. Teeltsystemen in lagen zijn niet grondgebonden, en kunnen in leegstaande gebouwen of containers worden ondergebracht. Dat is vooral interessant op plekken waar ruimte schaars is, in de eerste plaats in steden. Berekeningen lopen uiteen, maar verticale teelt vraagt tot twintig keer minder ruimte dan teelt in de kas. Het maakt het mogelijk verse producten te telen vlakbij de consument, wat bespaart op transport.

Milieu

Nadelen

Andere interessante aspecten van verticale teelt liggen in de lijn van wat hydrocultuur te bieden heeft. Omdat het om volledig gesloten systemen gaat, is de druk van ziektes en plagen veel kleiner, in die mate dat gewasbeschermingsmiddelen haast overbodig worden. Verticale teelt laat toe om voedingsstoffen met grote precisie toe te dienen, waardoor het met heel wat minder bemesting kan. Er is geen uitstroom van overtollige voedingsmiddelen naar het leefmilieu en dus ook niet van de problematische stikstof en fosfor.

De haast labo-achtige systemen leveren gewassen op met een gelijkmatige kwaliteit, ongeacht de periode van het jaar. Dat stelt telers in staat beter tegemoet te komen aan de eisen van de supermarkten en de consumenten. Door de heel gecontroleerde teelt kunnen kwekers bijvoorbeeld de voedzaamheid of de smaak van gewassen opkrikken.

Er kleven ook nadelen aan verticale teeltsystemen. Het zijn hoogtechnologische installaties, dus de investeringskosten zijn bijzonder hoog. Omdat de teelt steunt op kunstlicht en verwarming, vereist verticale teelt behoorlijk wat energie. De efficiëntie van het lichtgebruik (LUE, light use efficiency), de opbrengst aan plantaardige massa per eenheid licht, valt hoger uit bij verticale teelt dan bij teelt onder glas. Een groot deel van het licht en warmte in de kas komt bovendien van de zon, terwijl bij daglichtloze teelt alles op energie-input steunt.

Milieu

Potentieel verticale teelt elders

Hoewel de eerste commerciële toepassingen van verticale teelt ondertussen op poten staan, blijft het voorlopig een niche. Vooral de hoge energievraag blijft een struikelblok. Combinaties met duurzame energiebronnen zoals zonnepanelen kunnen hierop een antwoord bieden. In principe kan zowat elk gewas in verticale teeltsystemen groeien. Tot nu toe werkt men voornamelijk met sla, andere bladgroenten en kruiden, en gewassen die al in hydrocultuur geteeld worden, zoals tomaten, paprika's en aardbeien. Ook andere tuinbouwgewassen en klein fruit bieden mogelijkheden, maar het is onwaarschijnlijk dat bulkgewassen zoals tarwe of rijst ooit zo gekweekt zullen worden.

In België en Nederland is de teelt onder glas op water van sla en andere bladgroenten voldoende rendabel, en staat de productie dicht bij de consument. Het potentieel van verticale teelt ligt elders, zoals in steden gelegen in regio's waar waterschaarste of andere klimatologische omstandigheden gangbare teeltmethodes bemoeilijken. Toch experimenteert men bij ons volop met verticale teelt. Een dergelijke volledig gecontroleerde omgeving laat toe om met precisie proeven uit te voeren op vlak van belichting en voeding, maar ook met automatisering, robotica en artificiële intelligentie.

Verwerking

Milieu

Oogst

Als sla in de volle grond klaar is om geoogst te worden, wordt de plant aan de grond afgesneden en de buitenste bladeren, die vaak vol aarde zitten, verwijderd. Daarna wordt de sla gewassen, want de groenteveilingen en supermarkten stellen strenge eisen op vlak van zuiverheid. Op de krop mogen geen insecten of residuen van grond zitten. Het wassen verwijdert ook het melksap dat uit de stengel druipt. Dat sap verkleurt rood als het in contact komt met zuurstof en hoewel het sap geen kwaad kan, schrikt dat consumenten af.

Oogst van ijsbergsla.
Milieu

Zakjes

Sla gekweekt op water is zuiverder bij de oogst dan sla uit volle grond, omdat het teeltproces veel gecontroleerder verloopt. Resten grond vormen uiteraard geen probleem en het risico dat er insecten tussen de bladeren zitten is verwaarloosbaar, bladluizen uitgezonderd. Sla uit hydrocultuur kan als krop worden afgesneden, maar komt vaak op de markt met een wortelkluit, enkelvoudig of per drie in verschillende kleuren. De sla gaat met de kluit in een zakje, zonder dat een wasbeurt nodig is.

Versneden sla in zakken heeft de laatste jaren sterk aan marktaandeel gewonnen, hoewel de groei van de verkoop gestabiliseerd is. De sla wordt versneden gewassen, eventueel gemengd met andere bladgroenten en verpakt onder beschermde atmosfeer. Dat is nodig omdat de snijranden anders bruin uitslaan door oxidatie. Om te voorkomen dat de enzymen in de sla reageren met zuurstof, vullen fabrikanten de zakken met verpakkingsgassen, een gasmix met een hoger CO2-gehalte en minder zuurstof.

Transport

Milieu

Kasplantje

Sla is fragiel, en bederft gauw. De kroppen moeten dus zo snel mogelijk in de winkelrekken terechtkomen. In de keten wordt sla op een temperatuur tussen twee en vijf graden Celsius gekoeld. Omdat sla grotendeels uit water bestaat, en de bladeren een groot verdampingsoppervlakte hebben, moet de lucht voldoende vochtig zijn. Een waarde tussen 90 en 95 procent luchtvochtigheid is ideaal. Sla moet ook ademen, daarom hebben de groentekratten openingen aan de zijkant, die verlaging rouwens ook het gewicht van de vracht en maken snelle koeling mogelijk. Van alle soorten verdraagt ijsbergsla langeafstandstransport het best. De soort dankt zijn naam aan het feit dat vroeger ijs bovenop de kratten sla werd gelegd als koeling.

Milieu

Rijdende koelkast

Transport vraagt energie, en gekoeld transport nog meer. In de EU is zwaar wegtransport verantwoordelijk voor zes procent van alle CO2-emissies. Ondanks inspanningen om de efficiëntie van vrachtvervoer te verbeteren, stijgt de uitstoot, omdat het aantal vrachtwagens toeneemt. De industrie zet stappen richting een elektrisch wagenpark, maar elektrische vrachtwagens blijven in de minderheid.

De elektrificatie van gekoeld transport heeft nog grote stappen te zetten. Koelwagens werken met een dampcompressiekoelsysteem waarbij een vloeibaar koelmiddel door het systeem circuleert als warmtemedium. Het koelmiddel absorbeert warmte in de ruimte waar koeling nodig is. Zo'n dampcompressiekoelsysteem kan rechtsstreek door de motor van de vrachtwagen aangedreven worden, maar draait meestal op een aparte dieselmotor. Een koelwagen achter een elektrische vrachtwagen heeft dus nog altijd diesel nodig.

Men sleutelt aan vrachtwagens waarbij ook de koeling tijdens het transport elektrisch gebeurt. Een piste is om warmte uit het voertuig te recupereren om voor koeling te zorgen. Het probleem is dat zo'n absorptiesysteem het ontwerp van een vrachtwagen erg complex maakt. Een andere mogelijkheid is een aparte batterij voor de koelwagen te voorzien, al dan niet met zonnepanelen op het dak van de wagen. Dergelijke wagens bestaan al als prototypes, maar er is verder onderzoek nodig hoe ze presteren onder verschillende omstandigheden, zowel qua beschikbaar zonlicht als onder de vereisten van wegtransport.

Consumptie

Afval

Milieu

Nieuwe verpakkingen

In de winkel wordt sla aangeboden als losse krop, verpakt in plastic folie, of in geval van sla met een wortelkluit, in een open plastic of papieren zakje. Losse kroppen gaan meestal in een plastic zak die de winkel aanbiedt, al worden herbruikbare of papieren zakjes stilaan de norm. Plastic heeft grote voordelen op vlak van houdbaarheid, voedselveiligheid en hygiëne, maar plastic verpakkingen dragen bij aan de alsmaar groeiende afvalberg. Daarom zijn duurzame alternatieven in opkomst.

Die alternatieven vallen uiteen in twee groepen. Papieren verpakkingen, en plastic folieverpakkingen gemaakt van hernieuwbare organische grondstoffen zoals maiszetmeel. Die zogenoemde bioplastics zijn composteerbaar, maar vaak enkel in industriële installaties, niet thuis op de composthoop. Ook bestaan er hybride verpakkingen die papier met een film uit biobased plastic combineren. Bioplastics bieden een aantal interessante mogelijkheden, zoals een ademende verpakking. De productie ervan vraagt geen fossiele brandstoffen, maar het risico bestaat dat de teelt van grondstoffen voor bioplastics in concurrentie treedt met voedselproductie, mocht bioplastic algemeen ingang vinden.

Milieu

Gebruik

Een andere manier om naar het verpakkingsvraagstuk te kijken is naar het gebruik. Ook papieren verpakkingen en bioplastics vragen grondstoffen en energie bij de productie en de recyclage. Een zeker verlies aan grondstoffen bij recyclage is bovendien onvermijdelijk. Daarom dat een verpakking die meerdere keren gebruikt wordt altijd duurzamer uitvalt dan eenmalig gebruik, ongeacht het materiaal. Sommige supermarkten bieden al herbruikbare zakjes aan voor groenten en fruit.

De voorbije jaren is de populariteit van voorgesneden sla erg toegenomen, al lijkt die trend ondertussen gestabiliseerd. Die versneden sla zit verpakt in plastic zakken onder een beschermde atmosfeer. Of het meer ecologisch is om een losse krop te kopen of net een zak voorgesneden sla, hangt af van welk aspect het meeste gewicht krijgt. Als het gaat om het verminderen van de afvalberg scoren dergelijke plastic verpakkingen slecht, want ze worden maar beperkt gerecycleerd. Maar sla onder een beschermde atmosfeer blijft langer vers zolang de verpakking niet geopend wordt. Dat maakt dat winkels minder vaak verpakte sla moeten weggooien dan verse kroppen. Een sla die in de vuilnisbak belandt betekent een groot verlies aan grondstoffen en energie die nodig waren voor de teelt van het gewas. Daarom scoren verpakkingen die voedselverspilling tegengaan vaak beter bij het afwegen van de ecologische impact van een product.