In een zomer met hitteperiodes gedijt broccoli niet goed. Daarom vind je in Nederland meer broccoliteelt in Zeeland en in België eerder in West-Vlaanderen, waar de zomertemperaturen iets lager liggen. Er wordt onderzoek gedaan naar broccoli die hittebestendiger is.
Dieren zoals duiven, konijnen en hazen die graag koolsoorten lusten, kunnen bij de teelt een bedreiging zijn. Maar het grootste gevaar is het bietencyste-aaltje, als broccoli wordt geteeld in rotatie met biet. Met goede vruchtwisseling op het land valt dat doorgaans wel te vermijden, en er bestaan ook resistente rassen. De koolvlieg (Delia radicum) vormt ook een probleem, vooral dan sinds het coaten van het zaad met Fipronil als bestrijding door Europa werd verboden. Daarom voert men tegenwoordig voor het uitplanten een behandeling met een chemisch middel uit. Doorgaans is dat met spinosad, een insecticide van bacteriële oorsprong dat ook is toegelaten voor de biologische landbouw. Of men bedekt de gewassen met insectengaas zodat het vliegje de plant niet kan bereiken. Ook een koolkraag maken of de grond afdekken met grasmaaisel kan helpen.
Bedoeling van de moderne veredeling is de plant ziekte- en insectenresistenter te maken, opbrengst of kwaliteit – mooie bolvorm, alle broccoli even groot en regelmatig – te verbeteren, of om de productie van gezondheidsbevorderende glucosinolaten te verhogen. Onlangs werd bijvoorbeeld de Benefortevariëteit ontwikkeld, waarvan het bloemscherm (de eetbare broccoli) boven de bladeren uitgroeit. Daardoor kan hij gemakkelijker machinaal geoogst kan worden en is hij meteen ook minder gevoelig voor schimmels doordat het bloemscherm meer blootgesteld wordt aan de wind.
De C. sinensis-teelt kent erg veel bedreigingen door ziekten en plagen. Bij de teelt worden bijgevolg dikwijls organische chemicaliën gespoten. Dat moet gecontroleerd gebeuren, want door het oliegehalte van de bladeren en de schil van de vrucht, kunnen de pesticiden zich daarin opstapelen.
Bij organische teelt wordt gewerkt met geïntegreerde plaagbestrijdingstechnieken (Integrated Pest Management). Daarbij worden verschillende methodes (op het vlak van preventie, monitoring en interventie) gecombineerd, en wordt gebruikgemaakt van natuurlijke vijanden van de bedreiging – denk maar aan insecten – om ze uit te schakelen. Synthetische feromonen kunnen ingezet worden om insecten naar vallen te lokken (attract and kill), en zo te vermijden dat ze naar de bomen toe zouden gaan.
Broccoli wordt van op het veld, of in het slechtste geval vanuit Spanje, vervoerd met vrachtwagens. De voetafdruk hiervan is relatief klein, zeker als je weet dat het transport hier in Europa gebeurt met moderne voertuigen op goed uitgeruste wegen.
Het klinkt contra-intuïtief, maar lokale groenten zijn niet altijd de meest milieuverantwoorde keuze. De impact die transport met zich meebrengt, weegt immers doorgaans veel minder zwaar door dan de teeltmethode. Als groentesoorten buiten het seizoen gekweekt worden, gebeurt dat vaak in verwarmde serres, wat veel energie vergt. Het mag dan lokale teelt zijn, de milieu-impact daarvan is toch behoorlijk groot. Buitenlandse seizoensgroenten uit volle grond kunnen een goede keuze zijn, op voorwaarde dat het transport via schip of vrachtwagen gebeurt en niet met het vliegtuig.
De meeste mensen werpen de stengel van broccoli weg. Nochtans zijn er heel wat bereidingen mogelijk met dit perfect eetbare onderdeel van de plant.