Commercieel gezien zijn de vlinderbloemigen de op één na belangrijkste plantenfamilie, na de Poaceae of grassen, waartoe onder andere granen en maïs behoren. Hoewel de term peulvrucht eigenlijk verwijst naar de peul of de vrucht, wordt het in de praktijk vaak gebruikt om te verwijzen naar de gedroogde zaden.
De boer plukt handmatig, met behulp van een sikkel, of machinaal, als de peulen rijp zijn maar nog niet open. Bij handmatig plukken wordt de plant soms op voorhand chemisch behandeld, zodat ze sneller droogt. Daardoor kan de boer de zaden gemakkelijker verwijderen.
Met de hand kost het tachtig tot honderd werkuren om één hectare te oogsten.
De oogstmachines voor peulvruchten zijn oorspronkelijk ontworpen voor de graanoogst, maar aangepast aan peulvruchten. De boer kan ze enkel gebruiken op velden die groot genoeg zijn en bij soorten die rechtop staan en waarvan alle planten gelijktijdig rijpen. Per hectare doet de machine er een uur over.
Peulvruchten staan al millennia lang op ons menu. Naar schatting at de mens tienduizend jaar geleden al kikkererwten, linzen en erwten. Om je een idee te geven: toen liepen er nog sabeltandtijgers rond.
Archeologen vonden achtduizend jaar oude resten van kikkererwten in het Midden-Oosten, een even oude maaltijd met bonen (Phaseolus vulgaris) in Peru en negenduizend jaar oude resten van erwtjes in het Midden-Oosten. In Jericho op de Westelijke Jordaanoever, de oudste continu bewoonde stad ter wereld, ontdekten ze de resten van een gerecht met paardenbonen, achtduizend jaar geleden geserveerd.
Peulvruchten groeien op alle continenten. De wereldwijde productie steeg van 40 miljoen ton in 1961 tot 96 miljoen ton in 2017. Voor alle soorten peulvruchten samen, is India de grootste producent ter wereld. Het land produceert jaarlijks 17 tot 19 miljoen ton peulvruchten.
In Europa zijn Polen, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk de topproducenten. De voornaamste soorten die hier groeien zijn erwten, tuinbonen en lupine. Het grootste deel daarvan is bestemd voor veevoer.
India is verreweg de grootste producent van peulvruchten wereldwijd. Europa doet niet mee aan de top.
In België zijn de vijf populairste peulvruchten voor menselijke consumptie:
De kaarten hieronder tonen de productielanden van die soorten.
Deze kaart toont welke landen de meeste droge erwten produceren (hoe meer, hoe donkerder). Daaronder vallen zowel de Pisum Sativum en de Pisum Arvense. Topproducenten zijn Canada (27 procent van de teelt), Rusland (12 procent) en China (11 procent). Onze erwten importeren we vooral uit Frankrijk, Canada en Nederland.
Deze kaart toont welke landen de meeste droge bonen produceren (hoe meer, hoe donkerder). Onder dry beans vallen, volgens de definitie van de FAO, bonen van het geslacht Phaseolus. Onder meer kidneybonen, witte bonen en limabonen vallen daaronder (zie de lijst van de echte peulvruchten). De meeste productie vindt plaats in Myanmar (17 procent), India (15 procent) en Brazilië (12 procent). Onze bonen komen voornamelijk uit China, Ethiopië en de Verenigde Staten.
Deze kaart toont welke landen de meeste bonen van het geslacht Vicia produceren (hoe meer, hoe donkerder). Daartoe behoren onder andere paardenbonen en tuinbonen. De meeste productie vindt plaats in China (26 procent), Ethiopië (15 procent) en Australië (6 procent).
Deze kaart toont welke landen de meeste kikkererwten produceren (hoe meer, hoe donkerder). Kikkererwten komen voornamelijk uit India (72 procent), Australië (5 procent) en Myanmar (4 procent). De meeste van onze kikkererwten komen uit Frankrijk (heruitvoer), Spanje en Canada.
Deze kaart toont welke landen de meeste linzen produceren (hoe meer, hoe donkerder). Canada (40 procent), India (22 procent) en Turkije (7 procent) produceren de meeste linzen. De Belgische linzen komen vooral uit China, Canada en Turkije.
In België telen we vooral doperwten, snijbonen en prinsessenbonen als groente (251 hectare in 2016); die worden groen geoogst. Droge erwten en veldbonen (3.345 hectare) zijn bestemd voor het veevoeder.
Armoede en voedselonzekerheid. Wie een woordenwolk zou maken van alle welvaart- en ontwikkelingstudies over Sub-Sahara-Afrika, zou deze twee woorden wellicht in koeien van letters in het centrum plaatsen. Twee jaar geleden zagen de VN een groot potentieel in peulvruchten om af te rekenen met deze dubbele problematiek. 2016 werd omgedoopt tot het Internationaal Jaar van de Peulvrucht. Waar staan we intussen en hebben peulvruchten nog steeds een rol te spelen in de transformatie van de Afrikaanse landbouw?
De grootste producenten in Afrika zijn Niger, Nigeria, Tanzania, Ethiopië en Kenia.
In Tanzania stijgt de export van peulvruchten. Bedroegen de daarvan afkomstige inkomsten in 2005 nog $30 miljoen, in 2014 was dat $170 miljoen. De toenemende rol van peulvruchten draagt bij aan een hervorming van de Afrikaanse landbouw, die momenteel vooral gebaseerd is op graangewassen zoals maïs en rijst. Ook verandert hierdoor mogelijk de organisatie van de export, die voorlopig gedomineerd wordt door een paar grote ondernemingen. Bovendien brengen peulvruchten meer geld op dan graangewassen.
Volgens de FAO kan de wisselteelt met peulvruchten in Afrika bijdragen aan een grotere diversiteit van de gewassen, waardoor de boeren weerbaarder zijn tegen een veranderend klimaat. In tegenstelling tot bij een monocultuur, is de mislukking van één gewas minder rampzalig. Omdat de bodems in Afrika vaak verarmd zijn en de middelen van de boeren om te bemesten beperkt, is het ook handig dat peulvruchten stikstof aanmaken voor zichzelf. Na de oogst kan de boer de rest van de plant gebruiken als groenbemester.
Omdat graangewassen in Afrika altijd meer aandacht kregen qua beleid, onderzoek en innovatie, is de teelt van peulvruchten minder goed ontwikkeld en is er minder toegang tot middelen (vb. verbeterde zaden). Die factoren verklaren volgens de FAO waarom de oogst in Afrika lager is dan op de andere continenten. Zij pleiten voor een investering in de Afrikaanse peulvruchtenteelt.
Bovendien kunnen peulvruchten een rol spelen in de bestrijding van ondervoeding in Afrika, waar de meeste gevallen van ondervoeding voorkomen. Peulvruchten zijn rijk aan proteïne, ijzer en zink, en leveren een belangrijke bijdrage aan een volwaardige maaltijd (zie deel Consumptie). In Tanzania zorgt een tekort aan eiwitten bij zwangere vrouwen en moeders die borstvoeding geven ervoor dat ook de baby’s te weinig eiwitten opnemen. Het resulteert in een laag geboortegewicht. Peulvruchten zijn een goedkope manier om eiwitondervoeding aan te pakken.
Gezocht: Voedsel voor de Toekomst was een project waarbij de provincie Vlaams-Brabant, Rikolto (Vredeseilanden), Colruyt Group, University Colleges Leuven-Limburg (UCLL) en KU Leuven samen met jongeren, experten en boeren op zoek gingen naar manieren om de groeiende wereldbevolking op een duurzame wijze te voeden. De bedoeling van het project was om voor verschillende voedingsproducten uit het zuiden een innovatieve, duurzame en transparante keten op te zetten, met eerlijke prijzen voor de boeren. Verder was het cruciaal dat de producten ecologisch duurzaam, klimaatbestendig, gezond en economisch rendabel werden.
Gezocht: Voedsel voor de Toekomst identificeerde drie gewassen die thuishoren in ons toekomstig eetpatroon: peulvruchten, Andesgewassen (vb. quinoa) en zeewier. Elk product heeft ook zijn eigen Tracé. Intussen is Rikolto's project afgerond en liggen de resultaten in de winkelrekken. De peulvruchten uit Tanzania vind je terug in Bioplanet, verwerkt in een eiwitrijke chocopasta en een pizzabodem op basis van kikkererwten.
Het is belangrijk dat de boeren hun peulvruchten naar verschillende landen kunnen exporteren en/of in eigen land verkopen. Dat bewijst het effect van India’s importban op duivenerwten in 2017. India kende zelf een succesvolle oogst en poogde de binnenlandse verkoop te beschermen met een importban. Voor de Tanzaniaanse boeren, die naar India exporteren, is dat rampzalig: ze vonder daardoor geen afzet voor zo’n 300.000 ton duivenerwten.
Kikkererwten staan op vier in de Belgische peulvruchten-populariteitspoll. Toch werden ze in ons land nooit eerder grootschalige geteeld. Het Oost-Vlaamse bedrijf Casibeans brengt daar verandering in. Samen met de Universiteit Gent onderzocht het bedrijf welke varianten van kidneybonen goed groeien in ons klimaat. Het project overstijgt langzaam de testfase: vanaf 2021 vind je de eerste Belgische kidneybonen in de winkel! In Nederland haalt Hak haar kidneybonen al sinds 2018 uit Zeeuws-Vlaanderen.
Als het aan het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) ligt, dan komen in de toekomst ook de kikkererwten en de linzen van bij ons. Voorlopig groeien ze nog op de proefvelden van ILVO en is het wachten op de resultaten.
Importeurs en handelaren brengen de peulvruchten naar Europa. De meeste importeurs bevinden zich in landen die veel peulvruchten invoeren, om die vervolgens weer uit te voeren (vb. België, Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland). Zij verkopen de peulvruchten aan
de conservenindustrie
de verpakkingsindustrie
fabrikanten van diepvriesvoedsel en kant-en-klaarmaaltijden
Grote fabrikanten zoals Heinz hebben vaak rechtstreeks contact met exporteurs of grote boeren.
Slechts 15 procent van de peulvruchten wereldwijd, wordt internationaal verhandeld. De rest belandt op het bord van de lokale bevolking.
Deze grafiek toont de top tien van landen die in 2015 de meeste peulvruchten exporteerden. Dat komt niet helemaal overeen met de landen die het meest produceren (zie Teelt).
India produceert niet alleen de meeste peulvruchten, het land is ook de grootste importeur. In 2016 importeerde India meer dan 6 miljoen ton, ongeveer 25 procent van de totale import. India’s honger naar plantaardige eiwitten is niet onlogisch. Het land herbergt de grootste vegetarische populatie ter wereld: naar schatting 42 procent van de bevolking.
Van het totaal aan geëxporteerde peulvruchten, ging in 2016 11 procent naar Europa. Daarmee speelt Europa slechts een kleine rol in de peulvruchtenhandel. Verwacht wordt dat de invoer van peulvruchten zal stijgen, dankzij een steeds diverser wordende samenleving en een groeiende vraag naar vleesvervangers.
In Europa is België de op vier na grootste importeur van peulvruchten. Toch eten we er niet zo veel van. Hoe valt dat te rijmen? Die vijfde plaats verdienen we door onze centrale ligging. Daardoor doen we vaak aan wederuitvoer, wat wil zeggen dat we de peulvruchten via lokale bedrijven opnieuw uitvoeren.
Als je het verschil berekent tussen de Belgische import en de export van peulvruchten, krijg je een idee van de consumptie in ons land. Deze grafiek geeft dat verschil (de netto import) weer voor 2016.
De importcijfers van de Europese landen geven een mooie afspiegeling van verschillen in cultuur en nationale gerechten. Het Verenigd Koninkrijk importeert veel bonen van de soort Phaseolus vulgaris, wellicht vanwege hun grote Indische gemeenschap en het nationale ontbijt met witte bonen in tomatensaus. België is de grootste importeur van erwten, mogelijk te danken aan de populariteit van erwtjes en wortelen. Kikkererwten en linzen zijn het meest gevraagd in Spanje. Duivenerwten zijn vrijwel uitsluitend populair in het Verenigd Koninkrijk, al rukken ze op in Portugal, Italië en België.
In voedingspatronen met een bewezen gunstig effect op de gezondheid spelen peulvruchten een belangrijke rol: bijvoorbeeld het Mediterraans dieet en het DASH dieet (ontwikkeld ter behandeling van hoge bloeddruk). Wie glutenintolerant is, kan peulvruchten zonder problemen in zijn maaltijden verwerken en ook vegetariërs omarmen de peulvrucht als bron van eiwitten.
Peulvruchten staan bij de gemiddelde Vlaming niet vaak op het menu. Slechts 20 procent van de Vlamingen eet wekelijks peulvruchten.
Waarom noemt een hiphopband zichzelf in godsnaam ‘de zwartoogerwtjes’? Naar verluidt vond Will. I. Am inspiratie in de naam van één van zijn favoriete bands: Red Hot Chili Peppers. Bovendien vonden de bandleden dat zwartoogerwten of -bonen ‘voedsel voor de ziel’ zijn, net als hun muziek.
Wie geen zin heeft om zijn kookpotten boven te halen, kan peulvruchten ook simpelweg laten ontkiemen. Tijdens het kiemen dalen de concentraties aan stoffen die de spijsvertering tegenwerken, zoals lectine. Daarnaast stijgt de hoeveelheid vitamine C en worden de eiwitten beter verteerbaar. Het proces vraagt wel een beetje geduld. De peulvruchten moeten eerst een aantal uren weken, waarna het nog een paar dagen duurt voor je de eerste kiempjes ziet.