Eén bijproduct van kippen is voor sommige mensen misschien wel aanstootgevend. Fabrikanten doen het er niet om, het is een gevolg van de manier waarop ons voedselsysteem werkt. Naast kippenslachtafval zitten er ook haantjes uit broederijen in die voor de productie van eieren overbodig zijn. Daarom worden ze vrijwel onmiddellijk na geboorte levend verhakseld of vergast. In Europa alleen al komen op die manier jaarlijks driehonderd miljoen haantjes aan hun einde. In België gaat het over circa vijftien miljoen, zo’n 41.000 per dag. Die komen terecht in voeding voor dierentuinen maar zitten dus ook af en toe vermalen tussen de categorie 3-bijproducten in honden- en kattenbrokken, in de vorm van pluimveemeel.
De doorgedreven selectie tussen vlees- en legkippen heeft een dier voortgebracht waarvan we niet goed weten wat we er mee aan moeten. De leghaan levert ons geen eieren op, maar veel vlees zit er ook niet aan. Vandaag worden de haantjes onmiddellijk gedood als ze uit het ei komen, maar de maatschappelijke weerstand tegen die praktijk maakt dat er naar alternatieven wordt gezocht.
Premiummerken zijn niet altijd beter dan huismerken. Je dier moet minder vaak zijn behoefte doen en heeft minder last van winderigheid en vindt het premium eten vaak lekkerder. Dat komt omdat huismerken meestal enkel de aanbevolen voedingsrichtlijnen volgen en premiummerken daarnaast soms testdieren gebruiken om hun recept te toetsen op smaak, acceptatie en verteerbaarheid. De dieren worden meestal goed behandeld. Vaak zijn het proefdieren die uitsluitend voor dit soort onderzoeken worden ingeschakeld. Sommige testcentra doen af en toe beroep op particulieren die hun huisdier vrijwillig opgeven om deel te nemen aan een paar tests. Er zijn wel centra waar het er anders aan toegaat dan je misschien zou willen weten. Soms worden ze onderworpen aan hongertests of spierbiopsie, waarbij kleine stukjes van het spierweefsel worden weggehaald. Daarom worden dit soort testen ook door dierenrechtenorganisaties aangeklaagd.
Aan de vacht, en de consistentie of hoeveelheid ontlasting kan je zelf al veel opmaken. De meeste voedingsstoffen hebben daar een impact op. Veel ontlasting betekent vaak dat er meer voedingsstoffen worden uitgedreven en je dier ze niet opneemt. Ook een doffe vacht wijst vaak op een tekort. Dat ligt daarom niet aan de kwaliteit van de voeding, maar misschien aan een onderliggend gezondheidsprobleem. In zo’n geval weet de dierenarts wel raad.