Deze kaart toont de landen waar olijfolie geperst wordt. Hoe donkerder gekleurd, hoe meer olijfolie het land produceert.
De top vijftien grootste producenten wereldwijd zie je op deze grafiek. De meeste olijfolie komt uit Spanje (57%), Italië (10%), Griekenland (7%) en Tunesië (6%).
De olijfboomgaarden nemen ongeveer 4 procent van alle Europese landbouwgronden in beslag en leveren uiteindelijk zo’n 2 miljoen ton olijfolie op. Er werken meer dan 2,5 miljoen telers op de olijfgaarden, wat een derde van alle Europese landbouwers is.
Deze grafiek toont de evolutie van de globale productie van olijfolie, van 1961 tot en met 2014.
Door de slechte weersomstandigheden in Spanje en de aanwezigheid van een hardnekkige bacterie in enkele grote Italiaanse olijfboomgaarden, is de West-Europese prijs van olijfolie in 2015 met maar liefst 19,8 procent gestegen. Het hogere prijskaartje kostte de West-Europese consumenten in totaal ongeveer 231 miljoen euro.
Recent onderzoek toont aan dat bepaalde types olijfbomen beter reageren op besmetting door de xylella-bacterie. Zulke bomen groeien in besmette gebieden, maar vertonen niet dezelfde symptomen als besmette bomen. De bacterie woekert veel trager in zulke soorten en de concentratie van bacteriën is lager. Verder onderzoek is nodig.
Naast de slechte weersomstandigheden, die een slechte oogst in de hand werkten, wordt Spanje door een hardnekkige fruitvlieg geteisterd. De bactrocera olea, een vrouwelijke fruitvlieg, legt haar eitjes op de olijven, waarna de larven de vrucht aanvreten wanneer ze zijn uitgekomen.
In 2015 ontwikkelde het Britse bedrijf Oxitec een genetisch gemodificeerde variant van de fruitvlieg. Het gaat om mannetjesolijfvliegen waarvan de vrouwelijke nakomelingen meteen sterven. Het zou een milieuvriendelijke manier zijn om de vliegen te bestrijden, maar verder studies zijn nodig vooraleer dit in de praktijk toegepast kan worden.
Bij de traditionele teelt met een opbrengst tot 3.000 kilogram olijven per hectare bedraagt de kost voor de olijfboeren maximaal 0,25 euro per kilogram olijven.
Het oogsten bij de traditioneel geteelde olijfgaarden gebeurt met behulp van staven waarmee enkele arbeiders aan de takken schudden. Vervolgens vallen rijpe olijven op de grond of in de netten die onder de bomen werden gespannen.
Wanneer er bij de traditionele teelt gebruik wordt gemaakt van een mechanisch plukproces, verdubbelt de opbrengst tot 6.000 kilogram olijven per hectare. Bovendien is de kost kleiner. Per kilogram olijven heeft de olijfboer zo’n 0,19 euro kosten dankzij de efficiëntie van het mechanisatieproces. Daarbij zal een tractor de takken dooreen schudden wanneer de olijven rijp zijn om geplukt te worden.
Ten slotte is er de intensieve olijventeelt met een opbrengst van ongeveer 10.000 kilogram olijven per hectare. De kost voor zulke boeren bedraagt slechts 0,06 euro per kilogram. Het oogsten gebeurt dan ook met grote oogstmachines die zeer gemakkelijk over de bomen heen rijden en daarbij aan de takken schudden. De machine verzamelt de rijpe vruchten en scheidt ze meteen van de resterende takken en blaadjes die tijdens het plukken losgerukt worden.
De populariteit van olijfolie zorgt niet alleen voor een grotere vraag, er ontstaan ook meer olijfgaarden met een hoge dichtheid aan bomen en intensieve teelt. De omschakeling van traditionele naar intensieve teelt in de mediterrane streken, maakt dat werknemers ingeruild worden voor machines. Het werkloosheidscijfer dat al hoog was in Italië, Griekenland en Spanje is daardoor opnieuw gestegen.
Enkele regio’s waarborgen hun traditionele teelt zoals Andalusië en Extremadura in Spanje. In Griekenland wordt vooral in de hogere gebieden en op de eilandjes uit noodzaak traditioneel geteeld. In heuvelachtige regio’s kunnen grote machines tenslotte niet gebruikt worden om de olijven te oogsten.
"Italië is grote fraude met olijfolie op het spoor." "Massale fraude met olijfolie." "Topmerken olijfolie sjoemelen al jaren met kwaliteit". De krantenkoppen logen er niet om toen eind 2015 uit een Italiaans kwaliteitsonderzoek bleek dat er flink wat geknoeid wordt met Italiës belangrijkste exportproduct. Maar waarom doen bedrijven dat, en hoe erg is dat?
Haast niemand lijkt te weten wat 'extra vierge' precies betekent en Italiaanse olijfolie kan net zo goed uit Spanje komen. Dat ontdekten de journalisten van de Keuringsdienst van Waarde. Bekijk de korte documentaire hier.
Europa is de grootste producent van olijfolie. De Europese olijfolieproductie is jaarlijks goed voor 70 procent van de wereldwijde olijfolieproductie. De overige 30 procent is voornamelijk afkomstig van Tunesië (6 procent), Turkije (6 procent), Syrië (6 procent), Marokko (4 procent) en Argentinië (2 procent). Europa is met 60 procent van de wereldwijde consumptie zelf de grootste consument van olijfolie. Europa wordt wat consumptie betreft, gevolgd door de Verenigde Staten (10 procent), Syrië (5 procent), Turkije (4 procent), Brazilië (2 procent) en Japan (2 procent).
Europa is de grootste leverancier van olijfolie. Ongeveer 66 procent van de olijfolie die wereldwijd geëxporteerd wordt, is afkomstig van Europa. De overige olijfolie komt uit Tunesië (18 procent), Turkije (4 procent), Argentinië (2,5 procent), Syrië (2 procent) en Marokko (2 procent). Andere landen zoals Chili, Libanon, Jordanië, Egypte en de Verenigde Staten zijn voor ongeveer 1 procent van de export verantwoordelijk.
Spanje produceert de meeste olijfolie, gevolgd door Italië en Griekenland. Spanje is dan ook verantwoordelijk voor 44 procent van de export, Italië staat met ongeveer 43 procent op de tweede plaats. Griekenland staat in voor 28 procent van de export.
België importeert bijna 1 procent van de Europese olijfolie. De Belgen zijn dan ook verantwoordelijk voor bijna 1 procent van de Europese olijfolie consumptie.
Italianen zijn de grootste consumenten van olijfolie in Europa. Zij zijn jaarlijks verantwoordelijk voor ongeveer 35 procent van de Europese consumptie aan olijfolie. De Spanjaarden (30 procent), Grieken (11 procent) en Fransen (6 procent) volgen.
De populariteit van olijfolie is fiks gestegen toen bleek dat olijfolie een stuk gezonder is dan andere vetstoffen zoals boter. De voorbije 25 jaar tijd is de wereldconsumptie van olijfolie nagenoeg verdubbeld.
de Belg ongeveer 1,5 liter olijfolie per jaar consumeert?
In 2015 daalde de Europese consumptie met 11 procent. De slechte weersomstandigheden zorgden samen met de Xylella-bacterie, die lelijk huishield in Italië, voor een daling van de Europese productie met 42 procent in vergelijking met het vorige seizoen. Gevolg? De olijfolieprijs steeg gemiddeld 19,8 procent.
Op het etiket van olijfolie moet vermeld staan vanwaar deze afkomstig is. Verder staat er of de olijfolie 'vierge' / 'vergine', 'extra vierge' / 'extra vergine', 'olijfolie', of 'pomace' is. Het is ook verplicht om het merk, het volume, het adres van de producent, de verdeler en de verpakker en de vervaldatum te vermelden.
BGA: BGA staat voor Beschermde Geografische Aanduiding. Bij dit keurmerk zijn de grondstoffen gedeeltelijk uit het gebied waar de olie geproduceerd en verwerkt werd. Minimaal één van de productie-, verwerkings- of bereidingsprocessen moet in het geografische gebied uitgevoerd worden.
GTS: GTS staat voor Gegarandeerde Traditionele Specialiteit. Zo’n keurmerk garandeert de consument dat de olijfolie op traditionele wijze werd geproduceerd.
BOB: Beschermde OorsprongsBenaming is een Europees kenmerk dat kwaliteitsproducten beschermt vanwege hun oorsprong, samenstelling of traditionele productiemethode. In het geval van olijfolie betekent dit dat de olijven geplukt zijn in een bepaald geografisch gebied en dat de olie geproduceerd werd volgens erkend vakmanschap. Momenteel zijn er 59 Europese olijfolies die zo’n etiket hebben. Daarvan zijn er 22 afkomstig van Griekenland, 23 van Italië, 7 van Spanje, 5 van Portugal en 2 van Frankrijk.
Het Europees biologisch keurmerk: Het Europees logo komt voor bij biologische producten die aan de Europese wetgeving voldoen. Zulke producten worden streng gecontroleerd en garanderen dat er op een duurzame manier en met respect voor de natuur, het dierenwelzijn en het leefmilieu geproduceerd werd. Onder het Europees logo staat steeds een controlecode die in België start met BE. Die code verifieert het product als zijnde bio.
Groene punt: Wanneer verpakkingen voorzien zijn van zo’n symbool heeft de producent een bijdrage betaald voor de inzameling, sortering en recyclage van verpakkingsmateriaal. Verder biedt het logo geen enkele ecologische meerwaarde aan de consument.
Mobius: Het mobius-logo betekent dat de verpakking volledig gerecycled kan worden. Er is echter geen controle op het gebruik zulke logo’s waardoor ze niet altijd correct ingezet worden.
Meer informatie over de labels op de verpakking van olijfolie vind je op Labelinfo.