Van vrucht tot vloeibaar goud doorloopt de olijf verschillende stappen. De olijf groeit aan bomen die vele honderden jaren oud kunnen worden. De olijfboeren moeten wel eventjes geduld hebben wanneer ze nieuwe exemplaren planten want het duurt tot vijf jaar voordat hij zijn eerste vruchten werpt. Olijfbomen varen wel in een mediterraan klimaat wat verklaart waarom maar liefst 70 procent van de wereldwijde olijfoogst afkomstig is uit die regio.
Olijven worden traditioneel, intensief en hoog intensief geteeld.
Traditioneel
Ongeveer 45 procent van de wereldwijde olijventeelt gebeurt volgens de traditionele teeltmethode. Daarbij worden er zo’n 80 à 150 bomen per hectare geplant. Het resultaat is een opbrengst van 1.500 tot 3.000 kilogram olijven per hectare.
Intensief
Exact 40 procent van de wereldwijde productie is afkomstig van een intensief geteelde olijfgaard. Dat betekent dat er 180 tot 800 bomen per hectare staan. De opbrengst is hoger dan bij traditionele teelt namelijk: zo'n 2.500 kilogram per hectare, afhankelijk van de leeftijd van de boom. Hoe ouder de boom, hoe kleiner de opbrengst. Indien de boeren goed irrigeren stijgt de opbrengst tot 3.000 kilogram olijven per hectare.
Hoog intensief
De overige boeren, 15 procent, telen hoog intensief. Bij hoog intensieve teelt staan er meer dan 800 bomen en stijgt het aantal bomen soms zelfs tot 2.500 per hectare. De opbrengst stijgt evenredig mee en kan, met behulp van voldoende irrigatie, tot 12.500 kilogram olijven per hectare oplopen.
De aanleg van bankterrassen is een manier om bodemerosie bij olijfboomgaarden te voorkomen.
Bankterrassen zijn nagenoeg vlakke platformen die onder elkaar worden geschikt. Daarop kunnen vervolgens de olijfbomen worden geplant. Dankzij de hellingen op de terrassen vloeit er minder regenwater naar beneden en kan men erosie voorkomen. De verschillende niveaus van de terrassen worden door stenen of houten muurtjes ondersteund.
Het nadeel van zulke terrassen is dat het aanleggen veel energie en arbeid vergt. Bovendien kunnen boeren op zulke terrassen geen zware landbouwmachines inzetten. Dat neemt niet weg dat er in Spanje, Portugal, Griekenland, Italië, Zuid-Frankrijk, Cyprus en Malta al flink wat bankterrassen aangelegd werden.
Sommige olieperserijen wassen de olijven niet voordat ze geplet worden. Ze motiveren die keuze met argumenten zoals minder polyfenolen, minder waterverspilling en geen watervervuiling te wijten aan pesticiden. Die vervuiling is juist het beste argument voor de noodzaak van een wasbeurt. Zonder komen de pesticiden en andere onzuiverheden onvermijdelijk in de olijfolie terecht.
De verschillende soorten olijfolie worden onderverdeeld op basis van de kwaliteit van de olie en het productieproces. Dat neemt niet weg dat er zo nu en dan toch gesjoemeld wordt met de etiketten. Een heleboel merken beweren dat het om extra vierge olijfolie gaat zodat ze de olie aan een hogere prijs (gemiddeld 30 tot 40 procent hoger) kunnen verkopen. Ook gebeurt het soms dat olijfolie met goedkopere olies zoals zonnebloemolie gemengd wordt en vervolgens bijgekleurd wordt met chlorofyl. Dat heeft geen schadelijke gevolgen voor de gezondheid van de consument, maar geldt wel als consumentenbedrog.
De International Olive Council (IOC) en de Europese Wetgeving EG 1513/2001 kijken toe op de kwaliteit en de naamgeving van de olies. Ook de Belgische overheid voert controles uit om de echtheid van de benamingen op etiketten van olijfolie te verifiëren.
In Nederland blijkt nog steeds 39 procent van de extra vierge olijfolies van mindere kwaliteit te zijn (2016). Ook in België werden in 2015 enkele bedrijven waaronder Lidl, betrapt. De keten verkocht olijfolie van mindere kwaliteit met het label van extra vierge olijfolie.