Als je elke dag een portie gemengde noten eet, dan liggen zowat alle continenten in je handpalm. Amandelen en walnoten uit Noord-Amerika of Zuid-Europa, cashewnoten uit Azië of Afrika, pistaches en hazelnoten uit het Midden-Oosten, paranoten uit het Amazonewoud en macadamianoten uit Australië. Welke weg die noten wereldwijd afleggen lees je in dit overzicht.
Plantkundig gezien behoren noten tot fruit: ze zijn vruchten van vaste planten en vormen een omhulsel rond het zaad van die plant. Meer bepaald is de noot een éénzadige en enkelvoudige, droge dopvrucht waarvan de vruchtwand verhout. De rijpe vrucht barst niet open om het zaad te verspreiden. Hazelnoten, beukennootjes, tamme kastanjes en eikels vallen onder die strikte botanische definitie. Het zijn vruchten uit de plantkundige families Corylaceae (hazelaars), Fagaceae (napjesdragersfamilie zoals eik en tamme kastanje) en Quercus (eiken). Niet alle noten zijn dus eetbaar.
Andere soorten die we gemakshalve noten noemen, zijn botanisch gezien zaden of steenvruchten. De pindanoot is dan weer een peulvrucht.
In dit tracé kiezen we voor de bredere definitie van noten zoals ook de Food and Agriculture Organization van de Verenigde Naties (FAO) en de voedingsmiddelenindustrie dat doen.
Noten omvatten dan zowel vruchten in een harde dop als eetbare kernen van steenvruchten en zaden die van oudsher al als noot worden beschouwd. Kenmerkend is een hoog vetpercentage dat naargelang de soort schommelt tussen 45 en 75 procent.
In dit tracé hebben we het over hazelnoten, walnoten, amandelen, pistaches, cashewnoten, paranoten, pecannoten en macadamia’s. In het tracé van peulvruchten lees je meer over de pindanoot.
Noten verschillen in afmeting en gewicht, maar gemiddeld kan je 16 ton noten stouwen in een standaard 20 feet-container van 6 meter lengte. Om 4,5 miljoen ton, de jaarproductie van 2018/19, te vervoeren, zijn dan 281.250 containers nodig. Die hebben een gezamenlijke lengte van 1687,5 km, net iets langer dan het traject tussen Antwerpen en Rome.
"Afrika voert bijna driekwart van zijn ruwe oogst uit naar Vietnam en India om te verwerken."
Een eerste stap is het verwijderen van takjes, blaadjes en andere onzuiverheden die tijdens het oogsten met de noten zijn opgeraapt. Daarna gaan de noten door een wasinstallatie. De nog aanwezige steentjes zakken in het waterbassin en blijven achter.
Walnoten, pistaches, pecan- en macadamianoten zitten nog in hun bolster. Die moet na de oogst zo snel mogelijk worden verwijderd. Gebeurt dat niet, dan beginnen de noten te fermenteren en te verkleuren en zijn ze niet meer eetbaar. Het ontbolsteren is de eerste stap in het verwerkingsproces, pas daarna worden onzuiverheden weggehaald en krijgen de noten een wasbeurt.
Noten bevatten veel onverzadigde vetten die ranzig kunnen worden. Om de houdbaarheid te optimaliseren, is het belangrijk om de noten te drogen vooraleer ze verder te verwerken. Hoe kleiner het vochtpercentage, hoe langer ze houdbaar zijn. Door het drogen behoudt de noot ook haar smaak en kleur en wordt schimmelvorming beperkt. Het droogproces maakt ook het kraken van de harde vruchtwand makkelijker zodat de noot er tijdens de verwerking minder geschonden uit komt.
Er zijn twee mogelijkheden bij het drogen: ofwel blijven de noten buiten liggen voordat ze de productielijn doorlopen, ofwel gaan ze na het wassen naar een droogkamer met warme lucht. Machinaal drogen duurt gemiddeld 12 à 24 uur, als de noten buiten drogen kan het proces afhankelijk van de weersomstandigheden dagen tot weken duren.
Amandelen drogen standaard buiten op het land, omdat ze in een droog en heet klimaat groeien. De noten worden in hun bolster (en pit) opgestapeld tot grote bergen. Achteraf kan je de bolster en pit makkelijker kraken.
Ook kleinere producenten drogen hun noten buiten als het klimaat dat toelaat en ze geen middelen hebben om het anders te doen, zoals bijvoorbeeld de hazelnoottelers in Turkije.
De dop van de macadamianoot is zeer hard en varieert in dikte. Dat maakt haar moeilijk om machinaal te kraken. Bovendien is er maar een ruimte van 0,4 millimeter tussen de dop en de noot, wat de kans op beschadiging van de kern vergroot. De zogenaamde recovery rate is met 35 procent zeer laag. Dat wil zeggen dat slechts 35 procent van de notenkernen onbeschadigd uit de machine komen. De rest wordt gebruikt voor verdere verwerking.
Pistachenoten gaan normaal niet door de kraakmachine, de noot kraakt zichzelf tijdens het rijpen. De kern groeit en barst uit de dop. Zo’n naturally split is een kwaliteitskenmerk en geeft aan dat de noot volgroeid is. Je herkent een correct gekweekte pistachenoot aan de kern die tot boven de dop uitkomt. Als consument kan je de kern makkelijk uit de dop halen.
Na de oogst en het ontbolsteren, gaan pistachenoten in een waterbad om lege doppen van volle noten te scheiden. De lege doppen blijven bovendrijven. Na het droogproces gaan pistaches door een prikmachine die de open en gesloten noten (non-splits) filtert. De machine heeft tal van metalen pinnetjes die greep vinden in de zachte kern van de open pistachenoot. De gesloten noten gaan vervolgens wel door een kraakmachine die de volledige dop verwijdert. De groene kernen worden in hun geheel verkocht, de gebroken stukken worden verder verwerkt voor de voedingsmiddelenindustrie.
Hoeveel splits en non-splits er zijn, is afhankelijk van oogst tot oogst. In 2019 bleef bij 18 procent van de Californische pistaches de dop gesloten.
Tot eind vorige eeuw kregen walnoten en pistaches die in de dop op de markt komen, standaard een chemische bleekbeurt om alle mogelijke vlekjes te verwijderen. Die imperfecties ontstaan door de noot te lang in de bolster te bewaren, te lang in de zon te laten liggen of door ziektes.
Nu behoort bleken niet meer tot het standaard verwerkingsproces van noten. Chemisch bleken is zelfs verboden. De teelt is professioneler geworden waardoor producenten kwaliteitsstandaarden volgen en de noten tijdens het productieproces regelmatig controleren. Noten met vlekken of onvolkomenheden verlaten het productieproces tijdens de visuele controle door een lasermachine of na een manuele check.
Toch is er nog sprake van illegaal bleken, vooral in China. Hoewel de Chinese wet op de voedselveiligheid het verbiedt, was in 2010 90 procent van de pistaches in de Chinese supermarkten gebleekt. Als consument kan je het verschil makkelijk opmerken. Normaal hebben pistaches een geelbeige kleur. Zien de pistachenoten er overdreven bleek en bijna egaal gebroken wit uit, dan hebben ze vermoedelijk een illegaal bleekbad gekregen.
Na het optisch sorteren zijn de noten klaar voor verpakking. Noten in de dop worden meestal in bulk verpakt in zakken van jute of geweven plastic. Zo kunnen ze naar een ander verwerkingsbedrijf.
Voor de notenkernen en pistachenoten is het belangrijk om ze luchtdicht te verpakken om bederf te vermijden. De luchtdichte verpakking verhindert ook dat noten geuren uit de omgeving opnemen of dat ze kleur en smaak verliezen.
Zowel noten in als uit de dop bewaren het best bij lage temperaturen en in een droge omgeving. In goede omstandigheden zijn ze maanden houdbaar zonder kwaliteitsverlies. Afhankelijk van de afnemer, leveren telers gedopte noten in grote luchtdichte verpakkingen of geportioneerd voor de retailmarkt.
Noten kunnen nog allerlei bewerkingen ondergaan vooraleer ze in de winkel liggen. Je kan ze branden, roosteren, blancheren, zouten, hakken of malen. Die verwerking gebeurt meestal in een gespecialiseerde fabriek, soms op een ander continent. Nederland en Duitsland zijn grote importeurs van noten. Ze verwerken ze verder voor de consument, maar ook voor de voedingsmiddelenindustrie (zie verder bij transport).
Walnoten, paranoten en pecannoten eet je meestal onbewerkt of rauw. Gebrande noten worden kort op hoge temperatuur in olie gebakken. Geroosterde noten krijgen alleen een behandeling met droge, hete lucht. Volgens onderzoek verliezen noten daardoor vitamines en mineralen, maar in zo’n geringe mate dat de gezondheidswaarde niet vermindert.
Om de kans op schimmels en giftige aflatoxines te vermijden, is het belangrijk dat gevallen vruchten niet te lang in een vochtige omgeving op de grond blijven liggen. In 2017 was er nog een grote schimmelplaag die de oogst en dus ook de opbrengsten beperkte. Aangezien driekwart van de Noord-Boliviaanse economie op paranoten steunt, is een besmette oogst rampzalig.
Nadat de arbeiders alle vruchten van de dag geoogst hebben, hakken ze met machetes de vruchten open en halen ze de paranoten er uit. Dat bespaart hen niet alleen extra gewicht, het voorkomt ook dat de paranoten in de vruchtkegel fermenteren en bederven. De arbeiders brengen de oogst naar hun dorp waar alle noten worden verzameld en in zakken verpakt naar de verwerker gaan.
De noten zijn nog te hard om meteen te kraken. Peruaanse verwerkers weken de noten eerst 24 uur voordat de harde dop er af gaat. In Brazilië en Bolivia gaan de noten eerst door een autoclaveermachine: ze krijgen een warm stoombad en koelen daarna af in koud water. Na een paar uur drogen komt de dop van de binnenschil los en is verdere verwerking makkelijker.
Het kraken van de noot gebeurt gedeeltelijk machinaal, maar op veel plaatsen ook nog manueel. Er is sowieso een manuele controle om slechte noten er uit te pikken en/of kapotte noten te sorteren. Bij de oogst bevatten paranoten ongeveer 35 procent vochtgehalte. Verwerkers laten ze drogen tot het vochtgehalte minder dan vijf procent bedraagt. Drogen kan in de oven of in de zon.
Onmiddellijk na de oogst van de cashewappels plukken arbeiders de steeltjes er af – de cashewnoot – en laten ze die ongeveer twee dagen drogen op het land. Om niet aan kwaliteit in te boeten tijdens transport en bewaring, moet het vochtgehalte onder de 8 procent zijn. Pas daarna kan het eigenlijke verwerkingsproces beginnen, in het land zelf of op een ander continent.
Cashewnoten kan je nooit rauw eten. Niet omdat ze niet geschikt zijn voor consumptie, maar omdat ze zo hard zijn dat je ze eerst zacht moet maken. Er zijn verschillende manieren om de dop of steel zacht te maken: je kan ze stomen, roosteren met hete lucht of koken in olie. Daarna koelen de cashewnoten enkele uren af en zijn ze klaar om te doppen.
De cashewnotenkernen ondergaan opnieuw een droogproces tot een vochtgehalte onder 5 procent. Daarna moeten ze nog een manuele behandeling ondergaan. Rondom de cashewnootkern zit een vliesje, de zogenaamde testa, dat arbeiders er manueel afpellen. Een geoefend persoon pelt tien tot twaalf kilogram cashewnotenkernen per dag.
Na het verwijderen van de testa zijn de cashewnoten klaar voor consumptie. De prijs die de verwerker ervoor krijgt hangt af van de kwaliteitscategorie. Er bestaan drie categorieën waarin de cashewnoot kan passen. Elke categorie rangschikt de noot opnieuw volgens kleur, grootte en vorm.
Het grote voordeel van India als verwerkingsland voor cashews, is de grote binnenlandse markt. Liefst 75 procent van de eigen productie blijft in het land. Indiërs eten de meeste cashewnoten wereldwijd en stellen minder hoge kwaliteitseisen zodat ook kapotte, verkleurde, verrimpelde of kleine kernen makkelijk verkocht geraken. Ook in Vietnam nemen inwoners genoegen met noten van mindere kwaliteit, maar de inlandse vraag is beperkt. In Afrika is de binnenlandse afzetmarkt eveneens klein en de minder kwaliteitsvolle cashews zijn niet geschikt voor export. De beperkte inlandse cashewnotenconsumptie maakt ook dat de verwerkingsindustrie er moeizaam op gang komt.
Cashewnoten hebben dubbel transport nodig. Meer dan de helft van die noten groeit in Afrika, maar het continent exporteert 90 procent van de oogst naar India en Vietnam voor verwerking (zie eerder bij verwerking). Van daaruit reizen de cashewnoten gedopt verder naar andere continenten.
Het transport van noten moet onder de juiste temperatuur en met een correcte luchtvochtigheid gebeuren. Te vochtig transport zorgt voor schimmelvorming en bederf door ranzigheid, door te droge omstandigheden gaan de noten breken. Ook het vacuüm verpakken van noten is een must.
Als je drie keer per week twaalf gram noten per dag eet, heb je al een sterk verminderd risico op coronaire hartziekten omdat ze je cholesterolgehalte gunstig beïnvloeden. Dat wil zeggen dat de kans dat je kransslagaders dichtslibben, opmerkelijk kleiner wordt. Daarnaast leidt een dagelijkse portie van 15 tot 20 gram tot een significant kleiner risico op hart- en vaataandoeningen en een kleinere kans op sterfte door luchtwegeninfecties, diabetes en inflammatoire ziektes.
In de jaren 1960 zocht de US Navy een manier om alleen de bovenste laag verf van hun onderzeeërs te strippen zonder de andere beschermende lagen te beschadigen. Zandstralen met gemalen walnootdoppen bleek de oplossing. De korrels bestaan in twaalf verschillende groottes, afhankelijk van het doel. Je kan er niet alleen verf mee strippen, maar ook standbeelden mee restaureren, boten schoonmaken en gebouwen opfrissen. Ook macadamiadoppen zijn hiervoor geschikt.
Daarnaast vinden gemalen doppen ook hun weg naar cosmetica. Bedrijven die microplastics willen beperken, kunnen de deeltjes als natuurlijke scrub gebruiken.