Frambozen worden wereldwijd het meest geteeld. Ze zijn zelfs het meest geteelde zacht fruit na aardbeien, waarover je in een ander Tracé meer kan lezen.
Ook voor Vlaamse boeren staan frambozen op nummer één. Dat is niet overal zo. In de Verenigde Staten en Nederland moet de framboos plaats ruimen voor de blauwe bes, die stilaan ook bij ons aan populariteit wint.
De meest geteelde bessengeslachten zijn:
Rubus: framboos en braam
Vaccinium: blauwe bes, bosbes, veenbes en aanverwanten
Ribes: trosbes (aalbes) en stekelbes (kruisbes)
Sambucus: het geslacht waartoe de zwarte vlier behoort
Morus: moerbeien
Deze grafiek toont hoe vaak elke soort wereldwijd geteeld wordt. De restgroep ‘andere’ wordt in de statistieken van de FAO niet opgesplitst en bestaat hoofdzakelijk uit bramen en exotische soorten zoals goji’s die bij ons niet gekweekt worden.
Wist je dat het Russische woord voor achterwerk yagoditsi letterlijk ‘kleine besjes’ betekent? De beer, ’s werelds grootste bessensnoeper, is er het nationale symbool. Dat kan geen toeval zijn met Rusland in de top vijf van de grootste bessenproducenten ter wereld.
Uitgesproken als razzberry verwijst framboos in Amerikaans slang naar een honkbalterm ‘razz’, letterlijk fluiten door je tanden heen met je lippen op elkaar geperst. In Engeland is raspberry-tart (frambozengebak) dan weer rijmend slang voor fart, scheet dus.
In 2018 produceerde de wereld bijna een miljoen ton frambozen. Dat is vrij weinig in vergelijking met aardbeien waarvan het productievolume tien keer hoger ligt. Toch is er nog genoeg voor één bakje frambozen (van 125 gram) voor iedere persoon op onze planeet. Deze kaart toont de landen die frambozen telen. Hoe donkerder, hoe groter de oogst:
Europa was lang wereldwijd het grootste teeltgebied voor frambozen, maar heeft de laatste jaren steeds meer af te rekenen met bikkelharde concurrentie uit Rusland en Oost-Europa. In de top tien van 2018 staan maar twee Europese lidstaten, Polen op de derde en Duitsland op de negende plaats.
Bessenteelt in Vlaanderen
Frambozen en bramen domineren de Belgische teelt. De totale productie van frambozen verdubbelde op tien jaar tijd, van 670 ton in 2008 naar bijna 2.000 ton in 2018. Die van bramen verdrievoudigde over dezelfde periode van 330 ton naar 990 ton. Ze nemen ook meer dan dertig procent meer landbouwgrond in dan tien jaar geleden, vooral in Limburg en West-Vlaanderen waar de meeste Vlaamse bessen groeien.
De kiwibes (Actinidia arguta) wordt sinds de jaren 1980 wereldwijd gecultiveerd en is sinds 2011 ook in Vlaanderen aan een opmars bezig. Bij Vlaamse bioboeren zijn kiwibessen zelfs de tweede populairste bes (13%), na blauwe bessen (42%).
In een Europees marktrapport uit 2016 voorspelt het Nederlandse Rabobank dat er op termijn in Europa maar tien grote spelers zullen overblijven die exclusief aan supermarkten leveren, net zoals dat in Amerika al het geval is. De auteurs van het rapport stellen zich de vraag of de teelt in kassen en onder tunnels in Nederland en Vlaanderen, net zoals de rest van Noord-Europa, zelfs met nieuwe innovaties, op termijn zal kunnen blijven concurreren met grote exportlanden als Spanje, Marokko en Polen. Die landen leveren niet alleen goedkopere bessen, maar bieden de laatste jaren ook steeds betere kwaliteit.
Net zoals in Amerika waar dit model al jaren een succes is om de concurrentie uit Chili, Peru en Mexico het hoofd te bieden, verenigen Europese telers zich daarom vaker in grote teeltcoöperaties, ook in Vlaanderen. Naast productie doen de coöperaties soms ook aan rasontwikkeling en onderzoek, hebben ze rechtstreekse contacten met hun afzetkanalen en verdedigen ze hun belangen. Dat verklaart waarom het totale aantal Vlaamse telers globaal is gedaald, maar de productie is gestegen.
Niet alle soorten waren even makkelijk te temmen. Bij de blauwe bes lukte het pas honderd jaar geleden, toen de Amerikaanse botanist Frederick Coville op basis van kruisingen tussen de sterkste wilde planten een geschikte superbes ontwikkelde.
Omdat de consument veeleisender wordt en het klimaat verandert, wordt er in Europa ook vandaag fors geïnvesteerd in de ontwikkeling van nieuwe rassen. Zo zijn sterke rassen die veel grote vruchten dragen nodig voor de supermarktketens, terwijl zelfplukboerderijen robuuste variëteiten verkiezen met een verfijnde smaak in plaats van struiken die meer produceren dan geplukt kan worden.
Tegenwoordig heeft Wit-Rusland veel last van Poolse concurrentie, maar dertig jaar lang was het de grootste leverancier van veenbessen aan Europa. De boerderijen zijn er in handen van de staat, een overblijfsel uit de Sovjettijd. Hoe deze wilde soort uit Noord-Amerika in Wit-Rusland terechtkwam, is een straf verhaal. Om na de Russische inval in Afghanistan eind jaren 1970 het embargo van de VS op zaad en graan te slim af te zijn, stuurde de Sovjet-Unie een Wit-Russische spion vermomd als wetenschapper naar Canada om er in het geheim veenbessenzaad te stelen.
Vaak gaat het dus om boeren die naast bessen ook ander biofruit en -groenten telen. Dat verklaart waarom boeren die biobessen telen goed vertegenwoordigd zijn in de totaalcijfers, maar de productie en het areaal van biobessen in vergelijking met de traditionele teelt bijna verwaarloosbaar is (minder dan 0,01% van het totale Belgische landbouwareaal is ingenomen door bessen).
In Vlaanderen teelden in 2018 een tachtigtal bioboeren bessen, naast ander fruit. Dat is bijna 40% van alle 208 Vlaamse teeltbedrijven die in dat jaar bessen onder de blote hemel kweekten. In Wallonië was dat zelfs 58%, 64 biotelers op een totaal van 110 teeltbedrijven in open lucht. Bovenstaande grafiek vergelijkt de areaaluitbreiding in de traditionele bessenteelt (gele lijn) met bioteelt tussen 2012 en 2018. Beide lijnen gaan de hoogte in, maar de uitbreiding van het landbouwoppervlak in traditionele teelt nam sneller toe.
Teelt in openlucht en in volle grond is de oudste techniek om bessen te telen. Bessen die onder de blote hemel groeien, kunnen afhankelijk van de soort van juni tot augustus geplukt worden. Onder plastic tunnels of in een serre kan de oogst vervroegd of uitgesteld worden en krijgen schimmels als vruchtrot (Botrytis) minder kans. Een boer die op deze manier teelt, oogst per plant meer bessen omdat de plantjes beschermd zijn tegen vrieskou. Een computer regelt de temperatuur en zuurstoftoevoer zodat de bessen niet verstikken.
Daarnaast is ook teelt in potten in opmars, niet enkel omwille van de oogstspreiding maar ook omdat bessen vaak een specifiek zure bodem nodig hebben die niet overal aanwezig is. De veengronden in Nederland zijn wel geschikt voor zuurminnende bessen.
Bessen worden voornamelijk met de hand geplukt en gesorteerd door seizoenarbeiders. De oogst is vaak de grootste kost. Per seizoen moet een boer, afhankelijk van de soort, drie tot vijf keer oogsten. Het is niet alleen duur maar ook zwaar werk dat traag vooruit gaat. Eén arbeider plukt per uur tot vijftien kilogram aardbeien. Bij blauwe bessen is dat maar aan een rato van zeven tot acht kilogram per uur. Frambozen plukken gaat het traagst, tot vier kilogram per uur.
Nergens ter wereld worden zo veel blauwe bessen geteeld als in de Verenigde Staten. Plukmachines helpen Amerikaanse boeren om tijd te winnen. De bessen die het eerst rijp zijn, worden met de hand geplukt en gaan naar de versmarkt. Een grote plukmachine schudt de laatste oogst van de takken en vangt ze op in een net. Deze blauwe bessen zijn bestemd voor de verwerkingsindustrie die minder maalt om deukjes in de schil. Ook in Nederlands Limburg worden bessen machinaal geoogst, dankzij de oogstmachine van de startup Finefield.
De eerste frambozenplukrobot ter wereld, getest door Britse boeren, heeft maar tien seconden nodig om een framboos te plukken en kan met vier armen in een dag 25.000 vruchten oogsten. Net zoals de aardbeienplukrobot bootst deze slimme machine de handbeweging van een mens na. Omdat ze zo fragiel zijn worden frambozen nu enkel met de hand geplukt aan een tergend traag tempo. De frambozenrobot is bij ons nog niet op de markt, maar een coöperatie van twaalf boeren uit de Benelux stelt momenteel wel een variant voor blauwe bessen op punt.
Arbeid kost bessentelers tot veertig procent van hun productiebudget. Dat is veel hoger dan in andere sectoren. Om met lage prijzen in de supermarkt te kunnen concurreren, werven veel telers daarom migranten aan. Volgens een rapport van de Internationale Arbeidsorganisatie komt dat omdat mensen in eigen land minder geneigd zijn om aan een laag loon te werken als het goed gaat met de economie. De helft van de 60.000 seizoensarbeiders die jaarlijks in België werken, komen uit Polen, Roemenië, Bulgarije en Litouwen. Een derde van hen plukt fruit, aan een minimumloon van 8,89 euro per uur.
Nu de economie in Centraal- en Oost-Europa beter boert en de seizoensarbeiders uit die landen liever thuisblijven of in andere sectoren werken waar ze meer verdienen, komt de Belgische en Nederlandse fruitsector elk jaar meer handen tekort. Volgens de Nederlandse branchevereniging voor uitzendbureaus (ABU) zullen op termijn langdurig werklozen, asielzoekers en werknemers buiten de EU de vrijgekomen jobs invullen.
De coronacrisis bracht dat in een stroomversnelling. De Vlaamse landbouwsector verwacht vanaf mei 2020 een groot arbeidstekort omdat buitenlandse seizoensarbeiders niet willen of kunnen afzakken naar ons land. Op het moment dat dit Tracé werd geschreven, buigt de Europese Unie zich over een akkoord om de grenzen tussen lidstaten deels open te stellen voor seizoensarbeiders.
Voorlopig wordt dat tekort in ons land gecompenseerd met wat we hebben. In april 2020 kwamen 1,26 miljoen Belgen door het coronavirus op technische werkloosheid te staan. Dankzij een federale crisismaatregel en een gezamenlijk initiatief van de Boerenbond, uitzendbureaus en de VDAB kan wie als seizoensarbeider in de Vlaamse land- en tuinbouwsector aan de slag wil dat doen met behoud van 75 procent van de werkloosheidsuitkering. Dat geldt ook voor bruggepensioneerden, personen in tijdskrediet of loopbaanonderbreking en jobstudenten. Ook voor asielzoekers, die een asielaanvraag ingediend hebben, wordt toegang tot de arbeidsmarkt in crisistijd versoepeld.
Wie interesse heeft in een job bij een boer in de buurt kan zich eenvoudig melden via deze site.
In de ‘zee van plastic’, een gebied dat groter is dan 150.000 voetbalvelden aan serres in het Spaanse Almería, plukten honderdduizend Afrikaanse seizoenarbeiders vorig jaar 3,5 miljoen ton fruit en groenten bestemd voor de West-Europese markt. Daar zitten ook aardbeien, frambozen en blauwe bessen bij. Volgens de lokale autoriteiten heeft dertig procent van de seizoenarbeiders er geen papieren. Ze werken zwaar onder het minimumloon en leven er van oogst tot oogst in tenten gemaakt van plastic en zwerfhout, zonder elektriciteit of toilet.
De levensomstandigheden van illegale plukkers in Portugal zijn iets beter, maar van hun karig loon gaan huur en kosten aan woekerprijzen af waardoor ze uiteindelijk amper iets overhouden.
Zo zien de geïmproviseerde hutjes in Almerías sloppenwijken eruit.
De Aziatische fruitvlieg of Suzuki-fruitvlieg legt haar eitjes in rijpend fruit, in tegenstelling tot de meeste insecten die wachten tot het fruit rijp is. Dit insect komt oorspronkelijk uit Japan en is al sinds 2008 aan een opmars bezig in Europa, sinds 2012 in ons land. De soort overleeft de winter door zich in de grond te verstoppen. Met hun dunne schil zijn bessen makkelijke slachtoffers.
Boeren merken de larven vaak pas bij de oogst. Elke rijpe vrucht die blijft hangen is een aantrekkingsbron voor de vlieg, die tot 400 eieren kan leggen. In korte tijd kan de vlieg tot tachtig procent van de oogst vernietigen. Een val zetten met azijn of suikerwater is een optie, maar voorlopig zijn bestrijdingsmiddelen het enige wat echt werkt.
Verse bessen worden meestal manueel gesorteerd. Daarom zijn alle bessen in een bakje even groot. De verwerkingsindustrie zet soms sorteermachines in.
Die gebruiken een raster met gaten van het juiste formaat in combinatie
met samengeperste lucht en laserlicht om ze op de juiste grootte te
sorteren.
...werd bedacht in de 14e eeuw door Franse monniken en was de favoriete versnapering van koningen en bekende figuren als Alfred Hitchcock. Bar-Le-Duc-gelei, vernoemd naar het dorpje van de monniken, wordt gemaakt van wilde rode en witte aalbessen uit de streek Lorraine. Gelei wordt op dezelfde manier gemaakt als confituur en jam, maar dan van bessensap in plaats van puree of stukjes fruit. Er is maar één man in de hele wereld die de techniek (nog) onder de knie heeft en waar geen enkele machine aan kan tippen. Bes per bes tussen duim- en wijsvinger met een ganzenveer ontpitten, zodat zowel het vruchtvlees als het sap intact blijven. De confituur is heel zeldzaam en kost gemiddeld 40 euro per bokaaltje.
Overal en nergens, concluderen de journalisten van het Nederlandse televisieprogramma Keuringsdienst van Waarde. Bosvruchtenhagel, -yoghurt en -confituur zijn allemaal het resultaat van een marketingstunt. In werkelijkheid gaat het om verschillende soorten bessen die niet in een bos maar bij boeren in Servië, Polen en Bosnië groeien. Ze worden voor export ingevroren in lokale fabrieken door arbeiders die per uur minder verdienen dan wat je voor één yoghurtpotje in de Albert Hein betaalt. Nederland en België zijn bij de grootste afnemers. Bij ons worden ze verder verwerkt.
Twintig ton bladeren van de indigoplant leveren evenwel slechts 45 kilogram kleurpoeder op. Toen de goedkopere synthetische variant op de markt kwam, zakte de traditionele teelt in India, dat toen nog Brits was, in elkaar. Nu eerlijke en duurzame mode hot is, is het opnieuw een belangrijke broodwinning voor vrouwen in India, Vietnam en El Salvador.
België exporteerde in 2018 dubbel zoveel verse als bewerkte bessen. Nederland is de grootste afnemer van onze verse oogst, Frankrijk is de grootste afzetmarkt voor Belgische diepvriesframbozen.
Net als in België blijft ook de export vanuit onze buurlanden in Europa. Polen is de grootste exporteur. Meer dan 80 procent van de Poolse bessen is bestemd voor export. Daarvan gaat de helft naar Nederland, Duitsland en Groot-Brittannië. Omdat de plukkosten er ongeveer een kwart zijn van het loon in Nederland, zijn Poolse bessen veel goedkoper. Toch maken Nederlandse telers zich weinig zorgen. De Poolse export is van een veel lagere kwaliteit en ook nodig omdat Nederland de stijgende vraag soms zelf niet kan bolwerken.
België voert meer bessen in dan uit, vooral uit Spanje, Portugal en Nederland. In Nederland loopt de import min of meer gelijk met de export. Al zijn die cijfers misleidend omdat Nederland buiten het seizoen als een brug fungeert tussen telers in Chili, Mexico en Peru en de rest van Europa. In 2016 kwam meer dan negentig procent van de verse bessen in Europa uit Zuid-Amerika, een verdubbeling op vijf jaar tijd.
Bij een vijftigtal biofruittelers verspreid over Vlaanderen kan je rechtstreeks op de boerderij biobessen kopen of zelfs plukken. Een kortere keten maakt de boer minder afhankelijk van lage prijzen in de supermarkt maakt de boer minder afhankelijk van lage prijzen in de supermarkt en is duurzamer omdat voeding minder lang onderweg is.
Meer dan 9.000 Vlamingen zijn aangesloten bij een CSA, wat staat voor
Community Supported Agriculture oftewel door de gemeenschap gedragen
landbouw.
De consumptie van bessen zit overal ter wereld in de lift, vooral in westerse landen. Het gemiddelde verbruik in Noord-Amerika steeg van 1,8 kilogram in 1992 naar 3,6 kilogram in 2016. De doorsnee Vlaming zit daar ruim onder, met een jaarlijkse consumptie van 620 gram bessen die voor zeventig procent uit blauwe bessen bestaat. Frambozen, die bij ons het meest geteeld worden, komen bizar genoeg slechts op de tweede plaats met amper 150 gram per jaar.
Nederlanders en Vlamingen geven meer geld uit aan fruit dan tien jaar geleden. Niet omdat we meer fruit eten, maar omdat we steeds vaker duur fruit zoals de blauwe bes verkiezen boven klassiekers zoals de appel. Omdat ze lekker, gezond, veelzijdig en verfrissend zijn, blijkt uit een rondvraag bij 5.000 Vlaamse gezinnen.
We lopen achter op de Amerikanen en Britten, maar doen wel mee met de gezondheidshype.
De gemiddelde Vlaming koopt tien keer meer blauwe bessen dan vijf jaar geleden. In Nederland zijn blauwe bessen zelfs het derde meest geteelde fruit na appels en peren en groeide de omzet in supermarkten tussen 2013 en 2016 met 250 procent.
Tot een paar jaar geleden gingen wekelijks duizenden palmbomen in het Braziliaanse regenwoud voor de bijl om illegaal een paar centimeter van de kruin te halen, het palmhart. Dat is een lokale lekkernij die je ook bij ons in blik kan kopen en vooral in Noord- en Zuid Amerika populair is in salade en op pizza. Palmharten worden uit verschillende soorten palmbomen gehaald, maar die van de pinapalm werden het duurst verkocht omdat ze lekkerder zouden zijn. Vandaag is het interessanter om ze te laten staan om er açaibessen van te plukken.
Voor stammen in het regenwoud van Brazilië en Bolivia zijn de bessen van de boom al eeuwen een belangrijke bron van calcium en eiwitten, lang voor de superfoodhype. Ze worden nog steeds met de hand in het wild geplukt. Daarvoor moet een plukker tot 25 meter hoog in de kruin klimmen, wat de lokale stammen al van heel jong leren. Twintig procent blijft in de Amazone, de rest wordt tot pulp en poeder verwerkt en geëxporteerd naar alle uithoeken van de wereld. In 2014 was de omzet goed voor honderd miljoen euro. In 2020 wil de Braziliaanse overheid 50.000 hectare açai in het regenwoud reserveren voor commerciële teelt, goed voor duizenden extra jobs (en minder gekapt woud).