Christopher Columbus ontdekte de ananas op 4 november 1493, in Guadeloupe. De plant was toen al een vast onderdeel in het dieet van de plaatselijke bevolking en werd geteeld in Zuid-Amerika en op de Caribische eilanden.
In de 16de eeuw brachten de Spanjaarden de ananas naar Hawaï, Guam en de Filipijnen. Die laatste is vandaag de derde grootste producent ter wereld, na Costa Rica en Brazilië. De ananas werd verder verspreid door handelaars en bereikte India, de Molukken en China in de 16de eeuw, Zuid-Afrika en Europa in de 17de eeuw. In de 18de eeuw bracht ontdekkingsreiziger James Cook haar naar de Pacifische eilanden en introduceerden missionarissen haar in Australië.
Vandaag groeit ze in 92 landen.
Ananas is een tropische plant die groeit bij temperaturen tussen 22 en 26°C en een hoge luchtvochtigheid. Landen die tussen 31° noorderbreedte en 34° zuiderbreedte liggen, zijn het meest geschikt voor de teelt van ananas. Deze kaart geeft weer welke landen ananas telen. Hoe donkerder de kleur, hoe groter de productie.
Deze grafiek toont hoeveel ananas de tien meest producerende landen oogstten in 2016. Koplopers zijn Costa Rica (11 procent van de wereldproductie), Brazilië (10 procent) en de Filipijnen (9 procent).
De verse ananas die bij ons in de winkel ligt komt bijna uitsluitend uit Costa Rica (zie ‘Transport’). In mindere mate vind je ook ananassen uit Ivoorkust of Ghana. Die zijn vaker Fairtrade.
Ananas in blik komt meestal uit Aziatische landen, zoals de Filipijnen, Thailand en Indonesië.
Deze grafiek toont de groei van de ananasteelt voor de tien meest producerende landen. Tot bijna in de jaren ‘90 was topproducent Costa Rica quasi afwezig van de ananasmarkt.
De grootschalige teelt van de ‘Super Sweet’ MD2 ananasvariant bracht daar verandering in (zie verder). Tussen 1996 en 2016 is de ananasproductie in Costa Rica vervijfvoudigd; van 0,6 naar 2,9 miljoen ton! De oppervlakte die ananas er in beslag neemt, groeide van 8.200 naar 43.000 hectare - ruim twee keer de oppervlakte van de stad Antwerpen.
Wereldwijd bedroeg de productie van ananas in 2016 25,81 miljoen ton (dat is evenveel als het gewicht van 2.581 Eiffeltorens).
Er bestaan tientallen ananasvariëteiten. Ruwweg kan je de voornaamste rassen opdelen in vijf types.
Tot elke groep behoren meer dan tien rassen. Binnen elke groep bestaat er dus veel variatie.
Voorheen was de Smooth Cayenne de populairste variant. Karakteristiek voor dat type zijn haar hoge gehalte aan suiker en zuur, en ze is zeer geschikt om in te blikken. Ze werd voor het eerst geteeld in Frans-Guyana rond 1819, onder de lokale naam Maipuri. Daarna verspreidde ze zich snel naar andere landen. Omdat de Smooth Cayennne voor zo lang de meest geliefde variant was, waren de meeste systemen voor de productie en verwerking van ananas specifiek aan haar aangepast.
Midden de jaren 90 ontwikkelde de voedselproducent Del Monte de variant MD2, die de Smooth Cayenne voorbij stak in populariteit. De MD2 bevat meer vitamine C, blijft langer goed (30 dagen in plaats van 21) en is zoeter dan de Smooth Cayenne. Daarom is MD2 ook bekend onder de naam Super Sweet.
Meer dan 80 procent van de verse ananassen die Europa importeert, zijn MD2’s. De rest behoort voornamelijk tot de varianten Smooth Cayenne, Sugarloaf en Victoria. Dat Costa Rica vandaag de grootste producent van verse ananas is, komt doordat Del Monte de grootschalige oogst van de geliefde MD2 daar startte.
In Costa Rica worden steeds meer kleine producenten vervangen door grote bedrijven. De teelt is vandaag immers veel duurder voor de kleine boer. Om te concurreren met de grootschalige producenten, moeten ze immers investeren in dezelfde machines, meststoffen en pesticiden.
Twee studies uit 2007 berekenden het kostenplaatje. De opstartkosten voor de ananasteelt bedroegen $ 9.900 (€ 8.454) per hectare, terwijl de gemiddelde familie op het platteland maandelijks $ 625 (€ 533) verdiende. Ook zou het hen 3,6 tot 1,3 cent kosten om een kilogram ananas te telen, terwijl dat voor een grote producent 0,3 cent is.
De grote bedrijven zijn soms volledig in handen van een grote multinational als Dole, maar meestal niet. Een bedrijf verkoopt zijn ananassen door aan één of verschillende multinationals. Dole en Del Monte hebben samen ongeveer 85 procent van de Costa Ricaanse ananas-export in handen.
Voor 2000 leverden Afrikaanse landen het grootste deel van de verse ananas die verkocht werd in Europa. Daar was een veel groter aandeel van de productie in handen van familieboerderijen.
Waarom het in Costa Rica anders is? Omdat Del Monte er massaal de populaire Super Sweet MD2-variëteit begon te telen. Tot 2003 had het bedrijf het exclusieve patent op die variëteit, waardoor het de Costa Ricaanse markt kon domineren toen de ananasproductie er boomde. Tegen de tijd dat de kleinere bedrijven ook MD2 mochten telen, was het moeilijk overleven naast de multinationals.
Bovendien is de MD2 vandaag een typisch industrieel gewas. Investeren in de bemesting, pesticiden, koelinstallaties en plastic grondbedekking (tegen onkruid, vooral bij de biologische teelt) die nodig zijn voor een optimale oogst, is nu eenmaal makkelijker voor grootschalige bedrijven. Vooral de overgangsfase naar die variëteit is moeilijk, omdat het een aanpassing van de boeren vergt. Zonder de nodige informatie en middelen is die overgang extra moeilijk. Dat verklaart waarom dezelfde evolutie als in Costa Rica, momenteel aan de gang is bij de Afrikaanse ananasboeren. Naarmate de MD2-ananas daar meer geteeld wordt, slinkt het aantal kleine boeren.
Omdat de consument meer houdt van gele ananas, sproeien de telers een week voor de oogst vaak met ethefon. Die stof verandert niets aan de kwaliteit van het fruit, maar doet de groene kleurstof (chlorofyl) in de schil sneller afbreken. Het resultaat: een gele ananas.
Volgens Toxnet, de toxicologische database van het Amerikaanse Nationale Gezondheidsinstituut (NIH), is de kans klein dat de consument blootgesteld wordt een ethefon. Het middel zou immers snel afbreken. Voor de arbeiders op de plantage is er wel een risico op blootstelling. Zij kunnen last krijgen van irritatie van de huid, de ogen en de luchtwegen. Wie te veel ethefon binnenkrijgt kan daar wel ziek van worden, maar de kans dat dat gebeurt door ananas te eten is miniem. Symptomen die wijzen op een te grote dosis ethefon zijn: diarree, buikpijn, vaak moeten plassen en een plotse daling of stijging van de eetlust.
De hele dag ananas oogsten in de brandende zon is geen eitje. Meestal staan de planten dicht op elkaar gepakt en moeten de arbeiders zich tussen de scherpe bladeren manoeuvreren. Bovendien zijn de vruchten tot 2,5 kilogram zwaar. Daarnaast raken de ananassen vaak beschadigd tijdens het oogsten en transporteren. Fabrikanten ondernamen reeds pogingen om de oogst met machines uit te voeren, maar zonder veel succes. De oogstmachines konden de vruchten maar moeilijk vinden en schatten de rijpheid slecht in.
Voor de arbeiders op de Costa Ricaanse ananasplantages zijn de werkomstandigheden hard en de lonen vaak onvoldoende om mee rond te komen. Hoewel ze het minimumloon maar net overstijgen, moeten ze daar elf tot twaalf werkuren per dag voor kloppen. De vergoeding die ze krijgen voor zwaar en gevaarlijk werk is vaak lager dan wat de Costa Ricaanse wet voorschrijft. Ze komen tijdens het werk in aanraking met pesticiden, die de producent op zijn planten sproeit terwijl de arbeiders vlakbij aan het werk zijn. Beschermkledij krijgen ze wel, maar die is vaak van slechte kwaliteit of niet aangepast aan het tropische klimaat.
In Costa Rica stelt de ananas-industrie veel Nicaraguaanse arbeiders te werk. Sommigen verhuisden naar Costa Rica, anderen steken dagelijks de grens over. Omdat de meeste van hen niet geregistreerd worden, weet niemand precies om hoeveel arbeiders het gaat. Schattingen variëren van bijvoorbeeld 50 tot 65 procent in de regio Pacifico Central en bedragen zelfs 90 procent op bepaalde plantages. De Nicaraguanen worden vooral ingezet in het veld, op de plantages. Daar is de controle immers moeilijker dan op de verwerkingsplaatsen. Omdat zoveel Nicaraguanen niet officieel tewerkgesteld worden door de plantages, lopen ze risico op contractbreuk en onderbetaling.
Hoewel de ananasproductie het hele jaar doorgaat, zijn er wel piekperiodes waarin er meer plukkers nodig zijn. Tijdens die periodes is het aantal illegale arbeiders wellicht extra hoog. Op de plantage is ongeveer 60 tot 70 procent van alle arbeiders vast in dienst, het overige aantal wordt ingezet wanneer nodig.
De Nicaraguaanse arbeiders op de plantages in Costa Rica krijgen hun job vaak via een tussenpersoon of zogenaamde subcontratista die enkel mondelinge contracten biedt. Die zogenaamde contracten lopen bovendien slechts voor een paar maanden en bieden geen sociale zekerheid. De onderaannemer heeft ploegjes van arbeiders die tijdelijk op de plantages worden ingezet.
De plantagehouders hebben vaak weinig rechtstreekse invloed op de lonen en leefomstandigheden van de arbeiders die op die manier aangesteld zijn. Wie werkt voor de onderaannemer krijgt lagere lonen en leeft vaak onder erbarmelijke omstandigheden. Een studie uit 2009 schat het gemiddelde loon van een Nicaraguaanse werknemer op $ 1,20 (€ 1) tot $ 2,00 (€ 1,70) per uur. Het minimumloon voor werknemers in de landbouw bedraagt in Costa Rica $ 17,7 per dag.
De Costa Ricaanse plantages schenden het recht van de arbeiders om zich te verenigen in een vakbond. De werknemers die zich bij een vakbond willen aansluiten, worden bedreigd of ontslagen, terwijl veiligheidsagenten de vakbondsleiders weg houden van de werkplaats.
In het paradijselijke Costa Rica werken ananasarbeiders onder erbarmelijke omstandigheden voor een hongerloon. Goede arbeidsomstandigheden zijn nochtans een absolute voorwaarde voor de handel met Europa, althans volgens een handelsverdrag. Zijn dat slechts holle woorden, of heeft zo’n akkoord ook echt iets te betekenen? Twee Gentse doctoraatsstudenten zochten het uit.
The National Platform for the Responsible Production and Trade of Pineapple in Costa Rica bestaat sinds 2011 en is een samenwerking tussen de bedrijven, de regering, de vakbonden en maatschappelijke organisaties. In totaal zitten er veertig belanghebbenden aan tafel. Samenwerking tussen alle partijen is van groot belang, maar ook een grote uitdaging. In 2013 publiceerde het platform haar ‘Action plan for strengthening responsible production and trade of pineapple in Costa Rica’, een actieplan dat liep van 2013 tot 2017. In de praktijk is er voorlopig nog weinig veranderd voor de arbeiders.
Portugal is het enige Europese land dat ananassen commercieel kweekt. Portugal produceert zo’n duizend ton ananassen per jaar, een cijfer dat verbleekt bij de 3 miljoen ton die Costa Rica jaarlijks oogst. Ze worden vooral verkocht in Spanje en Portugal.
Het verschepen van ananas wordt vaak gecombineerd met het transport van bananen. De multinationals die de handel in bananen domineren, spelen daarom ook een grote rol in de productie, de verwerking en het transport van ananassen. Het gaat voornamelijk om Dole Food Company, Del Monte Foods, Fyffes en Chiquita. In Costa Rica hebben Dole en Del Monte samen 85 procent van de ananas-export in handen.
De bedrijven hebben hun eigen pakhuizen, gekoelde opslagplaatsen en verdeelcentra. Naast de ananassen die ze kweken op hun eigen plantages, kopen ze ook fruit op van individuele boeren.
In 1901 opende James Dole op Hawaii de Hawaiian Pineapple Company, een bedrijf dat ananas in blik zou maken. Dole had op dat moment absoluut geen verstand van inblikken en conserveren, maar hij investeerde in een machine die honderd ananassen per minuut schilde en inblikte. De fabriek werd een succes en maakte van Hawaii tijdelijk de belangrijkste leverancier van ananas in blik. Dole Food Company is vandaag ’s werelds grootste producent van fruit en groenten.
Voor de Tweede Wereldoorlog was Hawaii de grootste producent, maar vandaag zijn dat Thailand, de Filipijnen en Indonesië.
Deze grafiek toont de landen die de meeste ingeblikte ananas produceren.
De uitvinding van Puerto Rico’s iconische nationale cocktail wordt opgeëist door niet minder dan drie personen.
Volgens het verhaal met de meeste aanhang, brouwde barman Ramon “Monchito” Marrero de eerste piña colada in 1954, in de bar van het Caribe Hilton hotel. Het management had Marrero gevraagd om een huiscocktail te creëren voor het hotel, die de smaken van Puerto Rico samenbracht. Het zou hem drie maanden gekost hebben om de perfecte combinatie van rum, ananassap en kokoscrème te vinden.
Een andere barman van het Caribe Hilton eist de uitvinding ook op: Ricardo Garcia. Volgens Garcia maakte hij geregeld een populaire cocktail van rum en kokoscrème, geserveerd in een kokosnoot. Toen de kokosnootplukkers staakten in 1954 en er geen kokosnoten meer waren om de drank in op te dienen, improviseerde hij met uitgeholde ananassen. De extra smaak van de ananas bleek zeer geliefd, en Garcia zou besloten hebben de cocktail voortaan met ananassap te maken.
Nog andere bronnen beweren dat de piraat Roberto Cofresi piña colada uitvond om de mood bij zijn bemanning er enigszins in te houden. Alle versies van het verhaal zijn het in ieder geval eens over één ding: de piña colada werd voor het eerst gemixt door een Puerto Ricaan. In 1978 werd de drank dan ook uitgeroepen tot nationale drank van Puerto Rico.
In het begin was transport een grote uitdaging voor de handel in verse ananas. Omdat de vruchten snel slecht werden, beperkten kooplui hun vaarroutes tot de kortst mogelijke afstanden. Ananassen werden vooral gegeten dichtbij de plaats waar ze groeiden. Toen er na de Tweede Wereldoorlog goede technieken voor gekoeld transport ontstonden, brachten die een sterke groei in de handel en consumptie van ananas met zich mee. Het fruit gaat de koeling in nadat het verpakt wordt, en koelcontainers houden de temperatuur laag tot de ananas in de winkelrekken ligt.
Omdat dezelfde multinationals de teelt, verwerking en export van bananen regelen, worden die vaak ook samen met de ananassen opgeslagen en vervoerd.
In de categorie ‘fruit in blik’, is ananas het populairst. Ze vertegenwoordigt 17 procent van het ingeblikt fruit dat Europa importeert.
Van de EU-landen, importeert Nederland de meeste verse ananassen (24 procent). België staat op een gedeelde derde plaats, samen met Italië en Spanje.
Die ananassen eten we niet allemaal zelf op: het grootste deel exporteren we weer naar andere Europese landen. Dankzij de Nederlandse en Belgische havens, zijn de Lage Landen de belangrijkste exporteurs van verse ananas naar de rest van Europa. Wereldwijd is Nederland het op drie na grootste exportland, na Costa Rica, de Filipijnen en Thailand. België staat op nummer zes, vlak na Indonesië.
Deze grafiek toont hoeveel ananas de grootste exporteurs in Europa in- en uitvoerden in 2016.
Hoewel Nederland en België veel ananas opnieuw exporteren, passeren de meeste verse ananassen niet via een tussenland. Driekwart van de Europese ananassen reist rechtstreeks vanuit het land van oorsprong.
71 procent van alle ananas die Europa importeert, komt uit Costa Rica.
Deze grafiek toont de voornaamste landen van waaruit België in 2016 ananas importeerde.
Deze grafiek toont de hoeveelheid verse ananas die in 2016 naar Nederland kwam, vanuit de voornaamste exportlanden.
De Nederlandse firma Agrofair importeert zowel fair trade ananassen als biologische ananassen vanuit Costa Rica naar Europa. In vergelijking met de conventionele ananassen is dat echter een zeer kleine hoeveelheid. Er zijn slechts weinig gegevens te vinden over hoeveel biologische en fair trade ananas er precies verkocht wordt.
Volgens de nieuwswebsite van de Amerikaanse groente- en fruitindustrie maakt biologische ananas slechts 1 procent uit van de ananasmarkt. Biologische ananassen worden zowel verkocht door de bekende grote bedrijven, zoals Fyffes en Dole, maar ook door kleinere handelaars uit onder andere Burkina Faso, Togo, Kameroen, Costa Rica en de Filipijnen.
Een studie uit 2018 toont aan werknemers op ananasplantages in Ghana wel degelijk baat hebben bij de fairtradecertificatie. Op gecertificeerde plantages liggen de uurlonen 30 tot 38 procent hoger dan op niet-gecertificeerde plantages. Dat komt niet simpelweg doordat de lonen elders schandalig laag zijn; de onderzoekers stelden vast dat de lonen overal hoger lagen dan het minimumloon, vastgesteld door de overheid (ten tijde van de studie bedroeg het minimumloon in Ghana $ 1,62 (€ 1,38)). Op fairtradeplantages genoten de werknemers ook meer dagen betaald verlof en hadden ze een betere toegang tot de medische voorzieningen op de werkplaats.
Meer informatie over bio- en fairtradelabels vind je op Labelinfo.
Traditioneel werd ananas ook gekweekt voor de vezels in haar bladeren. Dat gold ook voor de Ananas lucidus, een soort die tot hetzelfde geslacht als de ananas behoort. De Ananas lucidus levert meer lange en sterke vezels op, waar vislijnen, netten, hangmatten en lendendoeken van gemaakt worden.
Draad en textiel van ananas werden niet alleen in Zuid-Amerika gemaakt, maar ook in de Filipijnen. De oudste Filipijnse bronnen die het gebruik vermelden, dateren van 1571. Vandaag zijn er in de Filipijnen nog steeds wevers die textiel maken van ananasvezels of ‘piña’. Er bestaan ook moderne technieken om van ananas-afval een leerachtig textiel te maken (zie ‘Afval’).
Hawaii teelt al ananassen sinds 1813. In die tweehonderd jaar heeft de ananas zelfs de taal beïnvloed. Wanneer het zachtjes regent en de zon elke druppel een gouden gloed geeft, zeggen de Hawaïanen: het regent ananassap!
Na de oogst hakken de ananasproducenten de onbruikbare delen van de plant in stukken en verspreiden die over het veld, als meststof voor de volgende oogst. De rottende stukjes plant trekken stalvliegen (Stomoxys calcitrans) aan, die er hun eitjes in leggen. Stalvliegen zijn bloedzuigende vliegen die een ware plaag kunnen vormen. Dat is ook het geval in Costa Rica, waar de opkomst van de ananas-industrie hand in hand ging met uitbraken van de vliegen.
Het vee op de omringende boerderijen lijdt onder de grote hoeveelheid stalvliegen. Terwijl de economisch aanvaardbare drempel veertien vliegen per koe bedraagt, rapporteerden boeren dat het niet uitzonderlijk is als er zevenhonderd vliegen op één koe zitten. Dat kan leiden tot stress, een lagere melkproductie en zelfs bloedarmoede. Voor de melkboeren betekent dat een hap uit hun inkomsten.