De grootste voetafdruk heeft de hoogtechnologische kasteelt. Die gaat gepaard met heel wat broeikasgasemissies door de grote nood aan verwarmen. Qua impact volgen daarna de Italiaanse tomaten, bestemd voor industriële verwerking. Daar komen vooral veel broeikasgassen vrij bij verpakken en opslag. De op één na laagste voetafdruk hebben de Spaanse folietunneltomaten. In dat geval worden vooral veel broeikasgassen uitgestoten bij het transport van Spanje naar Oostenrijk. Veruit de laagste voetafdruk hebben biotomaten die in het land van de Oostenrijkse consument zijn geteeld.
Vele studies hebben dat beeld bevestigd. Zo stelden Zwitserse wetenschappers in 2014 vast dat Zwitserse tomaten uit verwarmde serres, schadelijker zijn voor het klimaat dan tomaten die vanuit Italië of Spanje naar Zwitserland gaan. Dat voor de lokale, Zwitserse tomaten minder transport nodig is, blijkt dan van ondergeschikt belang. De onderzoekers suggereerden dat Zwitserse tomaten van eigen land best enkel worden gegeten tijdens hun normale groeiseizoen, omdat de tomaten die zijn gerijpt in de zomer minder verwarming vergen.
In België duurt het groeiseizoen van juni tot november.
Uiteraard is het ook bij biotomaten aangewezen ze liefst in het seizoen te eten. Want anders worden ze soms ingevoerd van heel ver, bijvoorbeeld uit Israël of uit Senegal. Dat levert veel transportkilometers op.