Bij soja denken we al gauw aan melk- of vleesvervangers. Maar minstens 75 procent van de soja wordt helemaal niet geteeld om ons mensen te voeden. Die gaat naar het vee in de vleesindustrie. België importeert daarvoor jaarlijks zo’n 800.000 ton in 32.300 vrachtwagens, vooral uit Argentinië en Brazilië. De soja in onze vleesvervangers komt meestal uit Canada en Europa.
Sojabonen zijn de zaden van de sojaplant (Glycine max), een eenjarig gewas. Het is een peulvrucht, wat erop neerkomt dat de zaden in een peul groeien. De peul is een vruchtblad dat de zaden beschermt tot ze rijp zijn. De sojaplant en de andere peulvruchten behoren tot de familie van de vlinderbloemigen, de Fabaceae.
Sojascheuten of taugé, zijn eigenlijk de kiemplantjes van de mungboon (Vigna radiata). Echte sojascheuten zijn ook eetbaar, maar worden bij ons niet verkocht.
De sojaboon is oorspronkelijk afkomstig uit Oost-Azië, waarschijnlijk uit het noorden en het centrum van China. De Chinese boeren kweken al drieduizend jaar met het gewas. Soja is een belangrijk onderdeel van de maaltijd in Oost- en Zuidoost-Azië. Vandaag is de belangrijkste producent echter niet in Azië te vinden. De meeste soja groeit in de Verenigde Staten, waar soja het op maïs na belangrijkste gewas is.
Soja bereikte de Verenigde Staten in de 18e eeuw. Tot voor de Tweede Wereldoorlog bleef de teelt van soja vrij beperkt. Amerikaanse boeren gebruikten soja voornamelijk als veevoeder. Ook vandaag is soja belangrijk als veevoeder, het verschil is dat de boeren hun vee lieten grazen in een veld met soja in plaats van het te verwerken tot voeder. Bovendien was er weinig export van soja. Dat alles veranderde toen de Tweede Wereldoorlog de internationale handel overhoopgooide.
Voor de oorlog importeerden de Verenigde Staten bijna de helft van alle eetbare vetten en oliën die ze consumeerden. Toen de handel drastisch verminderde tijdens de Tweede Wereldoorlog, waren de VS gedwongen een alternatieve bron van olie te vinden. Soja bood de oplossing. In plaats van het vee ervan te laten grazen, oogstte de Amerikaanse boer zijn soja om er olie uit te persen. In 1940 werd slechts 46 procent van de soja in de VS geoogst, in 1945 steeg dat tot 82 procent.
De eindbestemmingen van soja vallen uiteen in ruwweg drie categorieën:
Enkele voorbeelden vind je hiernaast.
We voeren onze soja deels in als bonen, om ze hier te verwerken, en deels als olie, schroot en schillen/hullen.
Bijna alle sojabonen worden uitgeperst voor hun olie (17 - 19 procent van de sojaboon). Dat kan volgens de traditionele methode met een schroefpers of industrieel door de olie chemisch te onttrekken met een soort oplosmiddel. Het industriële proces verloopt in vier stappen.
De bonen worden gereinigd, gedroogd en gepeld. Dat laatste gebeurt door de boon te kraken en de pel mechanisch te verwijderen of weg te zuigen. De pel mag niet in de machine achterblijven omdat ze de olie absorbeert en de opbrengst verlaagt. De machine verhit de bonen tot 75 °C om ze zachter te maken. De olie komt zo gemakkelijker vrij.
De machine verknipt de sojabonen en voegt een oplosmiddel toe, gewoonlijk hexaan. Het hexaan verdampt samen met de olie weg, waarna de vaste resten van de sojabonen nog minder dan 1,5 procent olie bevatten. De olieloze stukjes boon kunnen gebruikt worden in veevoeder of als sojaproteïne voor menselijke voeding. Het hexaan wordt van de sojaolie gescheiden en kan opnieuw gebruikt worden om olie te onttrekken.
De grootste afstanden leggen sojabonen af per schip. Dat gebeurt in bulk of in geweven plastic of jutezakken.
Met een watergehalte van 8 procent kunnen de sojabonen lang bewaard worden. Tijdens het transport is het belangrijk dat de bonen droog blijven en niet worden blootgesteld aan te veel warmte. Anders is er risico op ontkiemen en schimmelvorming.
China importeert 65 procent van de totale wereldproductie. Dat wil echter niet zeggen dat ze de grootste verbruiker zijn. Andere grote landen met een aanzienlijke vleesproductie, zoals de VS en Brazilië, telen zelf soja.
Onderstaande grafiek toont de hoeveelheid soja die de EU jaarlijks importeert. Het merendeel (72%) van de geïmporteerde sojabonen is afkomstig uit de Verenigde Staten, gevolgd door 21% uit Brazilië. Het aandeel aan Amerikaanse sojabonen is in 2018 bijna verdubbeld t.o.v. het jaar ervoor. De overige bonen komen uit o.a. Oekraïne, Canada en Paraguay.
Nederland voert per jaar ongeveer 7,5 miljoen ton soja in, België 1,9 miljoen ton.
De voedingswaarden van gedroogde sojabonen per 100 gram.
Sojabonen zijn een goede bron van eiwitten. Ze bevatten ook vitaminen en mineralen zoals kalium, fosfor, magnesium, calcium, ijzer, zink, vitamine B1, vitamine B2, vitamine B3, vitamine B5, vitamine E en foliumzuur (B11).
De moleculaire bouwstenen van eiwitten zijn aminozuren. In totaal zijn er twintig aminozuren, waarvan het lichaam er elf zelf aanmaakt. De overige negen, de essentiële aminozuren, moet je dus opnemen via de voeding. Niet alle eiwitbronnen zijn goede leveranciers van essentiële aminozuren.
Vlees is over het algemeen een betere bron dan de meeste plantaardige producten. Met uitzondering van soja en quinoa: die bevatten wel een goede balans aan essentiële aminozuren. Peulvruchten hebben relatief weinig methionine, granen doen het met minder lysine. Dat is op zich niet erg, op voorwaarde dat je voldoende gevarieerd eet om ze toch allemaal binnen te krijgen.
Deze tabel vergelijkt de aminozuursamenstelling van soja met die van quinoa, maïs en tarwe.
*cysteïne kan uitsluitend aangemaakt worden uit methionine en tyrosine uit fenylalanine.
Het minst waardevolle deel van de sojaboon is de schil. De vezels in de schil zijn gezond voor de pens van de koe, dus belanden de schillen deels in rundveevoer. Ze worden ook soms vermalen en verwerkt in het voer voor de varkens.
Drankkartons van sojamelk moet je bij het PMD sorteren. In sorteercentra wordt de inhoud van de PMD-zak opnieuw gesorteerd.
Het sorteercentrum scheidt drankkartons handmatig of automatisch van de rest.
Daarna worden ze, net als oud papier, ondergedompeld in water. Dat weekt de kartonvezels los van het plastic en aluminium.
Het karton wordt gerecycleerd in onder andere toiletpapier, keukenrol, kartonnen dozen en papieren zakken.
Zowel het plastic als het aluminium kan gebruikt worden door de cementindustrie. Die verbrandt het plastic als energiebron en gebruikt het aluminium als bindmiddel in de cement.
Het plastic en het aluminium kunnen ook gerecycleerd worden als grondstof voor nieuwe toepassingen.Plastic melkflessen worden ook handmatig of automatisch gesorteerd.
In het sorteercentrum worden de plastic melkflessen tot schilfers vermalen. Die worden gesmolten en dienen als grondstof voor nieuwe producten.
Melkflessen bestaan uit het plastic ‘hoge densiteit polyethyleen’ (HDPE). Dat kan verwerkt worden tot opbergbakken, bidons, buizen en pallets.
Niet alle soorten plastic kunnen al gerecycleerd worden. Yoghurtpotjes en botervlootjes bijvoorbeeld niet, omdat ze gemaakt zijn van een ander soort plastic. Daarom horen ze niet thuis in de PMD-zak, maar bij het restafval of in de zak voor gemengd restplastic.
Het is tijd- en energierovend om de foute verpakkingen uit het PMD-afval te sorteren. Vandaar dat correct sorteren zo belangrijk is.
Twijfelaars kunnen hier nakijken welke verpakkingen bij het PMD horen in hun gemeente.