Drop wordt gemaakt door de wortels van de zoethoutstruik af te knippen en te laten drogen in de zon, waarna ze worden vermalen en met water tot pulp gemaakt. Na filtering daarvan blijft een 'dropblok' over die de dropfabrikant tot drop zal vormen door de blok op te lossen in water, en te vermengen met smaakmakers als honing of suiker en verdikkingsmiddelen. Door het mengsel te verhitten tot 135 graden zal het zetmeel verstijven, waardoor je een deeg krijgt dat je in vormen kunt persen en laten uitharden. Ter afwerking wordt het zetmeel van de snoep geblazen en krijgt het een glansmiddel aangebracht.
Vandaag is drop vooral populair in Nederland, waar de inwoners er gemiddeld twee kilogram per jaar van snoepen. Niettemin is drop net als alle snoep ongezond, en kan het bij te veel consumptie zelfs zorgen voor een verhoogde bloeddruk. Dat komt door glycyrrhizine, een bestanddeel van zoethoutwortelextract, dat in hoge dosissen voor die bijwerking kan zorgen.
Meer weten over de productie van drop? Je ziet het in deze video.
In de adviezen van het Vlaams Instituut Gezond Leven staat snoep nadrukkelijk te blinken in de rode bol buiten de voedingsdriehoek. Het zijn vaak producten met een hoog gehalte aan vet, suiker en/of zout, maar met weinig of geen voedzame stoffen zoals vitaminen, mineralen en vezels. Het zijn lege calorieën – energierijk, maar met een lage voedingswaarde – die je niet nodig hebt voor een evenwichtig voedingspatroon en bij te grote consumptie zelfs je gezondheid kunnen schaden. Snoep bestaat immers uit snelle suikers, die de bloedsuikerspiegel de hoogte injagen. Bovendien leveren ze extra energie, terwijl we vandaag gemiddeld al meer dan voldoende energie opnemen. Een te hoge energie-inname verhoogt het risico op overgewicht en obesitas. Vanzelfsprekend is snoep door het hoge suikergehalte ook slecht voor de tanden. Snoep en andere producten uit de rode bol eten we dus best zo weinig mogelijk, bijvoorbeeld voor een speciale gelegenheid.
Net als alcohol en andere drugs werkt snoep in op het beloningscentrum in onze hersenen. Suiker geeft in onze hersenen een goed gevoel vrij, een vorm van beloning, waardoor we daar naar terug blijven grijpen. Dat heet emotioneel eten, een mechanisme dat zijn oorsprong vindt in het zogen. Onze eerste voeding, moedermelk, is immers vrij zoet en vet, waardoor dit de enige smaken zijn die we als pasgeborene kennen. We associëren die dus vanzelf met geborgenheid. Andere smaken worden later pas verworven. Hoe de relatie tussen ons brein en suiker is, kan je uitgebreid lezen in het onderstaande artikel van journalist Thomas Detombe.
Bovendien hebben we de neiging om meer te eten van zulke voedingsmiddelen. Dat heeft te maken met het effect op honger, verzadiging en eetsnelheid, maar ook met de sterke marketing, lage kostprijs en het hoge gebruiksgemak van deze voedingsmiddelen.
De mens is evolutionair gezien een 'externe eter'. Dat wil zeggen dat een mens zich bij de keuze van zijn voedsel laat leiden door externe factoren als uiterlijk ervan en geur. De mens had niet altijd eten voorhanden, dus wat hij vond, at hij meteen op. Die reflex hebben we nog altijd, ook nu onze voedselomgeving op korte tijd heel erg veranderd is, en dat wordt problematisch bij ultrabewerkte voeding als snoep dat weinig vezels en veel suiker bevat. Daardoor treedt geen gevoel van verzadiging op, zodat we blijven eten.
Het Vlaams Instituut Gezond Leven raadt dan ook aan om zo weinig mogelijk te snoepen. Maar dat is soms makkelijker gezegd dan gedaan. Enkele technieken die kunnen helpen, zijn: slechts een kleine portie in een kommetje klaarzetten, en niet rechtstreeks uit de verpakking eten zodat je bewuster eet. Matigen is sowieso een goed idee, net als een gezond alternatief zoeken in bijvoorbeeld fruit.