Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK
Filter
Milieu Sociaal Gezondheid Dierenwelzijn toon alles

Hoe werkt dat, zo'n tracé?

In een tracé volg je al scrollend de weg die een product aflegt, van de teelt tot afval. In de menubalk bovenaan klik je op de verschillende stadia in het tracé om meteen te springen naar het stadium waarin je interesse hebt. 

Linksboven staan de vier categorieën Milieu, Sociaal, Gezondheid en Dierenwelzijn. Je kunt de informatie filteren op die categorieën.

Tijdens het scrollen kom je de knop 'Laad meer info over ...'. Druk daarop om alle informatie binnen een stadium te laden.

Tussen de informatieblokjes kom je ook artikels tegen waarin onze journalisten dieper ingaan op een opmerkelijk aspect binnen het tracé van het product. 

Onderaan deze pagina kun je reacties plaatsen over de informatie die je hebt gelezen. Ook op de Community-pagina vind je mogelijkheden om je mening, aanvulling, of compliment te geven.

Veel plezier met dit tracé!

sluiten

Tracé van Paprika

hoe werkt dit?
Milieu
Sociaal
Gezondheid
Dierenwelzijn
Milieu
Sociaal
Gezondheid
Dierenwelzijn

Tracé van Paprika

filter: Milieu

Intro

Teelt

Milieu

Energie besparen

Glastuinbouw vraagt veel energie voor verwarming en belichting. In 2019 bedroeg het energieverbruik van de sector in Vlaanderen 15.902 Terajoule (TJ). Dat is maar liefst 49 procent van het totale energieverbruik op rekening van de land- en tuinbouwsector. Het totale energiegebruik van de landbouw in Vlaanderen bedraagt zo’n twee procent. De helft daarvan dient voor de teelt onder glas. Van alle energie die Vlaanderen verbruikt gaat dus één procent naar de glastuinbouw. In Nederland ligt dat percentage nog hoger, daar gaat tachtig procent van het energieverbruik in de land- en tuinbouw naar de glastuinbouw. Telen onder glas heeft een grote energiebehoefte, maar er worden belangrijke stappen gezet om die op duurzame wijze in te vullen, onder andere door het gebruik van isolerende schermen en warmtekrachtkoppelingen.

Binnen de sector bestaan er grote verschillen tussen de teelten. Bladgewassen zoals sla bijvoorbeeld hebben niet veel extra verwarming nodig. Paprika wel, en is dus een relatief energie-intensieve teelt. Hoeveel energie de teelt precies vraagt is sterk afhankelijk van weersomstandigheden en keuzes van de teler, maar een verbruik van twintig kubieke meter gas per vierkante meter teeltoppervlakte per jaar geldt als energiezuinig.

Milieu

Klimaatneutrale kassen

Er zijn de laatste jaren grote stappen gezet om het energieverbruik van de teelt onder glas terug te dringen. Dat levert telers belangrijke besparingen op, zeker in tijden van hoge energieprijzen, en vermindert de klimaatimpact van de sector. Zowel België als Nederland hebben de ambitie om naar een energie-neutrale glastuinbouw over te schakelen. België wil dat tegen 2050 voor elkaar hebben, Nederland mikt op 2040.

Energie besparen in de kas kan op verschillende manieren. Het plaatsen van isolerende schermen vraagt relatief weinig investeringen, maar kan het energiegebruik wel met tien procent terugdringen. Die schermen een impact op de luchtvochtigheid in de kas. Veel tuinbouwbedrijven slaan regenwater op in vijvers om hun teelt in de kas te beregenen. Een systeem met drijvende zonnepanelen wekt elektriciteit op en verhindert dat water verdampt. Dat is evenwel nog geen gangbare prakrijk.

Milieu

Warmtekrachtkoppeling

Veruit de meeste teeltbedrijven verwarmen hun kassen met een warmtekrachtkoppeling (WKK). Een WKK is eigenlijk een elektriciteitsgenerator, aangedreven door een verbrandingsmotor op aardgas. De opgewekte elektriciteit vloeit naar het net. Telers krijgen daarvoor energiecertificaten die ze op hun beurt kunnen verkopen aan energieleveranciers. Het is de restwarmte van dit proces dat de kas op temperatuur houdt. In Vlaanderen voorzien dergelijke WKK uit de glastuinbouw in de stroombehoefte van een half miljoen gezinnen.

Een bijkomend voordeel is dat de CO₂-uitstoot van de verbranding van aardgas wordt benut voor CO₂-bemesting. Planten groeien door aan fotosynthese te doen, en dat proces vraagt CO₂. Om fotosynthese zo efficiënt mogelijk te laten verlopen, drijven telers het gehalte aan CO₂ in de lucht binnen in de kas op tot een waarde tussen 600 en 900 ppm (deeltjes per miljoen). In de buitenlucht ligt de concentratie slechts op 400 ppm. Na een zuivering leidt men de CO₂ uit de rookgassen van de WKK naar de kas. Een dergelijk systeem van CO₂-bemesting stimuleert tegelijkertijd de groei van de gewassen en reduceert de uitstoot van de verwarmingsinstallatie.

Milieu

Resten uit de industrie

Het principe van een WKK waarbij telers hun kas verwarmen en bemesten met restwarmte en CO₂ kan op grotere schaal toegepast worden. Veel industriële processen stoten CO₂ uit of produceren warmte. De glastuinbouw zou die overtollige CO₂ en warmte best kunnen gebruiken. Daarom dat men experimenteert met het koppelen van industrie aan teelt onder glas.

Dat is echter niet eenvoudig. Industrie en tuinbouw liggen vaak van elkaar verwijderd. Restwarmte en CO₂ doorsluizen vraagt behoorlijk wat infrastructuur, zoals leidingen en pompen. Een grootschalige aanpak is nodig, en zover staat men nog niet. In Terneuzen loopt een project waarbij de restwarmte van kustmestproducent Yara via ondergrondse buizen de kassen een paprikateler van verwarming voorziet.

Een andere piste om energie te besparen is het gebruik van warmtepompen. Hierbij wordt er warmte uit de omgeving onttrokken en via compressie en condensatie in de kas gepompt. Systemen om energie uit de bodem of het grondwater te putten werken volgens vergelijkbare principes.

Sinds enkele jaren rukt de groene stinkwants op.
Milieu

Kampioen biologische bestrijding

De teelt van paprika’s gebeurt in een erg gecontroleerde omgeving, maar toch geraken er beestjes de kas binnen. Toch wordt er weinig naar chemische bestrijdingsmiddelen gegrepen. De paprikateelt is een koploper op vlak van biologische bestrijdingsmethoden. Rupsen verdelgt men onder andere met Bacillus thuringiensis, een bacterie die in de grond leeft en eiwitten aanmaakt die giftig zijn voor sommige insecten. Roodkleurige spintmijten (Tetranychus urticae) komen vaak voor, maar vallen goed te bestrijden door het uitzetten van Phytoseiulus, een ander type mijt dat zich voedt met rode spintmijt. Bladluizen zoals de perzikluis (Myzus persicae) en de boterbloemluis (Aulacorthum solani) worden bestreden door het inzetten van hun natuurlijke vijanden zoals sluipwespen, galmuggen, lieveheersbeestjes of gaasvliegen, vaak in combinatie met elkaar. Sinds enkele jaren rukt de groene stinkwants (Nezara Viridula) op. Een biologische bestrijdingsmethode is nog in ontwikkeling.

Milieu

Kunstmatig zonlicht

Glastuinbouw is een hoogtechnologische onderneming, waarbij teeltomstandigheden zoals water en nutriënten zo precies mogelijk afgestemd worden op de noden van de plant. Sommige condities, in de eerste plaats de hoeveelheid zonlicht, blijven echter onvoorspelbaar. Het gebrek aan voldoende zonlicht maakt het moeilijk om bij ons het jaar rond op rendabele manier paprika’s telen.

Er loopt heel wat onderzoek naar het bijlichten van paprika’s in de kas. Belichting is echter een stuk complexer dan gewoon een lamp aanzetten. De rol van de daglengte, het spectrum van licht en interactie met belichting van verschillende paprikavariëteiten spelen allemaal een rol. Ook het verbruik van verlichting moet mee in rekening om de teelt rendabel te houden.

Wetenschappers kijken met veel interesse naar de invloed van het zogenaamde verrood licht. Verrood licht heeft een golflengte van 700 tot 800 nanometer binnen het lichtspectrum. Het is voor de mens nog net zichtbaar, maar valt buiten het interval van het licht dat planten benutten voor fotosynthese. Dat interval, de fotosynthetisch actieve straling (PAR), ligt tussen 400 en 700 nanometer golflengte. Toch lijkt verrood licht te zorgen voor een snellere groei, verhoogde biomassa en betere smaak en kleur, al is nog niet geheel duidelijk welke mechanismen er spelen.

Milieu

Een zee van plastic

Gedurende de wintermaanden is de paprikateelt in België en Nederland beperkt, en vallen supermarkten en groentewinkels terug op import van elders. Spanje is de belangrijkste leverancier van paprika in die periode. Vorig jaar importeert België tien miljoen kilogram paprika uit het Zuid-Europese land.

De kans is groot dat een paprika die bij ons in de wintermaanden in de winkelrekken ligt uit Almería komt, een regio in het zuiden van Spanje. De groenteteelt domineert er het landschap. De teelt van tomaten, komkommers, maar vooral paprika, gebeurt onder plastic zeilen, niet in glazen kassen. Deze mar de plastica, zoals Almería ook wel wordt genoemd, strekt zich uit over zo’n 40.000 hectare, twee keer de oppervlakte van Antwerpen, inclusief de haven. Deze plastic zee is zelfs zichtbaar vanuit de ruimte, als een witte vlek bij de zee in een voor het overige eerder dor landschap.

Milieu

Ecologisch prijskaartje

Aan de intensieve groenteteelt in Almería hangt ook een ecologisch prijskaartje. De plastic zeilen scheuren in de wind of verbrokkelen door de impact van het zonlicht. Ze moeten regelmatig vervangen worden, wat heel wat afval oplevert, afval dat vaak in zee terecht komt, want Almería ligt vlak aan de kust. De regio is erg droog, en de teelt moet het doen met grondwater. Die ondergrondse watervoorraden raken echter langzaam maar zeker uitgeput. Net als elders in Spanje regent het immers minder, en raakt het grondwater niet meer aangevuld. Daarom dat men volop zoekt hoe men het waterverbruik kan terugdringen. Omdat de teelt niet in gesloten kassen plaatsvindt maar slechts onder zeilen, raken plagen makkelijker bij de groenten. Het gebruik van pesticiden ligt dan ook hoog. Die pesticiden sijpelen door in het schaarser wordend grondwater, want de teelt gebeurt in volle grond.

Verwerking

Transport

Milieu

Import en export

België importeert én exporteert paprika's. Gedurende het teeltseizoen leveren Belgische telers 35 miljoen kilogram paprika aan de buurlanden. Tegelijkertijd importeren Belgische verkopers van groenten zo’n veertig miljoen kilo's uit Nederland om die vervolgens uit te voeren. In de wintermaanden komen de meeste paprika’s van elders, voornamelijk uit Spanje. In 2021 importeerde België gedurende de winterstop zo’n tien miljoen kilo paprika.

Er zijn dus nogal wat paprika’s op de baan. Een zorg voor ecologisch bewuste consumenten, want voedingstransport geldt als weinig duurzaam. Transport is immers verantwoordelijk voor de uitstoot van broeikasgassen. Hoe minder voedselkilometers, hoe beter, toch?

De vraag naar het aandeel van transport in de ecologisch voetafdruk van paprika, en voeding in het algemeen laat zich echter moeilijk eenduidig beantwoorden. Het begint met de vraag wat voedselkilometers nu precies zijn. Meestal kijkt men naar de weg die voedsel aflegt van boer naar bord. Zo bekeken valt het nog wel mee met de impact van transport.

Milieu

Ecologische voetafdruk

Maar dat is niet het hele plaatje. De productie zelf vraagt heel wat transport. Een recent onderzoek kwam tot de conclusie dat een vijfde van alle transport wereldwijd met voeding te maken heeft. Het gaat dan bijvoorbeeld om het vervoer van meststoffen, landbouwmachines en dergelijke meer. Hun inschatting van het aandeel van voedingstransport in de gehele CO₂-uitstoot ligt 3,5 tot 7,5 keer hoger dan voorheen aangenomen. Dergelijke levenscyclusanalyses die alle aspecten van de teelt en de productieketen mee in rekening brengen geven een preciezer beeld van de impact van transport. Ook hier hangt de uitkomst sterk af van keuzes wat precies meetelt en wat niet.

Bovendien is het belangrijk om de impact van transport af te wegen tegen het alternatief. De teelt bij ons gebeurt onder glas, en glastuinbouw is goed voor een procent van de energieconsumptie in Vlaanderen. Isolatieschermen, warmtekrachtkoppeling en andere energiebesparende maatregelen hebben de energievraag van de glastuinbouw teruggedrongen, en de sector zoekt verder naar zuinige teeltmethodes.

Veel hangt af van het seizoen. Paprika’s telen in de wintermaanden bij ons is moeilijk, want de plant is gevoelig voor een tekort aan licht. Maar mocht het kunnen, dat zou een winterteelt sowieso meer energie vragen, want België kent nu eenmaal koude en donkere winters. De ecologische voetafdruk van paprika’s in de winter gaat altijd hoger uitvallen, eigen kweek of niet.

Een complexe materie, maar wie bewuster met voeding om wil gaan, raakt al ver met enkele eenvoudige principes. Eet zo veel mogelijk lokaal, seizoensgebonden en vermijd voedselverspilling.

Consumptie

Afval

Milieu

Inpakken of niet?

Paprika’s liggen vaak onverpakt in de winkelrekken. Evengoed worden ze verpakt aangeboden, soms per drie in een stoplicht- combinatie, met een rood, een geel en een groen exemplaar, of met een schuimschaaltje eronder, gemaakt van geëxpandeerd polystyreen.

Al dat extra plastic omheen paprika’s staat ter discussie, nu de enorme impact van plastic op het milieu zich steeds scherper aftekent. Het antwoord is echter niet zwart-wit. Plastic verpakkingen dragen uiteraard bij aan de groeiende berg plastic afval. In België en Nederland wordt dit afval gesorteerd, maar dat kost energie, en een kringloop is nooit honderd procent gesloten.

Plastic heeft echter wel degelijk goede bewaareigenschappen. Verpakte groenten blijven tot drie keer langer vers. Dat vermijdt dat paprika’s en andere groenten verloren gaan doorheen de logistieke keten van de veiling tot bij de consument. Want voedselverspilling betekent een verlies van energie en voedingsstoffen, en heeft dus evengoed een behoorlijke ecologische impact.

Milieu

Plastic of voedselbederf

De afweging of het nu beter is paprika’s onverpakt aan te bieden en meer verlies te accepteren, of om ze te verpakken is al vaak gemaakt, maar er is nog steeds geen eenduidig antwoord op te geven. Alles hangt af van welke factoren men meeneemt in een analyse, en dat is een subjectieve keuze. Tellen de grondstoffen – aardolie in het geval van plastic – mee? En de energie om die grondstoffen te winnen. Is voedselbederf een probleem als het gecomposteerd wordt? Het uitgangspunt van een analyse heeft een grote invloed op de uitkomst.

Er wordt volop gekeken hoe men zowel voedselverspilling als verpakkingsafval kan terugdringen. Plasticvrije verpakkingen zoals doosjes in een licht karton zijn een optie. Supermarkten experimenten met mistnevels in de groenteafdeling, een fijne waternevel die de groenten op de rekken langer vers houdt. Of het anders organiseren van de productieketen, zodat de weg van teler tot consument korter kan.