Als je elke dag een portie gemengde noten eet, dan liggen zowat alle continenten in je handpalm. Amandelen en walnoten uit Noord-Amerika of Zuid-Europa, cashewnoten uit Azië of Afrika, pistaches en hazelnoten uit het Midden-Oosten, paranoten uit het Amazonewoud en macadamianoten uit Australië. Welke weg die noten wereldwijd afleggen lees je in dit overzicht.
Plantkundig gezien behoren noten tot fruit: ze zijn vruchten van vaste planten en vormen een omhulsel rond het zaad van die plant. Meer bepaald is de noot een éénzadige en enkelvoudige, droge dopvrucht waarvan de vruchtwand verhout. De rijpe vrucht barst niet open om het zaad te verspreiden. Hazelnoten, beukennootjes, tamme kastanjes en eikels vallen onder die strikte botanische definitie. Het zijn vruchten uit de plantkundige families Corylaceae (hazelaars), Fagaceae (napjesdragersfamilie zoals eik en tamme kastanje) en Quercus (eiken). Niet alle noten zijn dus eetbaar.
Andere soorten die we gemakshalve noten noemen, zijn botanisch gezien zaden of steenvruchten. De pindanoot is dan weer een peulvrucht.
In dit tracé kiezen we voor de bredere definitie van noten zoals ook de Food and Agriculture Organization van de Verenigde Naties (FAO) en de voedingsmiddelenindustrie dat doen.
Noten omvatten dan zowel vruchten in een harde dop als eetbare kernen van steenvruchten en zaden die van oudsher al als noot worden beschouwd. Kenmerkend is een hoog vetpercentage dat naargelang de soort schommelt tussen 45 en 75 procent.
In dit tracé hebben we het over hazelnoten, walnoten, amandelen, pistaches, cashewnoten, paranoten, pecannoten en macadamia’s. In het tracé van peulvruchten lees je meer over de pindanoot.
Onze voorouders uit de prehistorie aten al noten. In 2014 ontdekten wetenschappers overblijfselen van planten en fruit op een site in Israël. Het ging onder meer om varianten van de amandel, pistache en eikel. Ze bestempelden de resten als 780.000 jaar oud, daterend uit het paleolithicum of de oude steentijd. Ook vonden ze zogenaamde nutting stones: stenen met een uitholling die onze voorouders gebruikten om de noten te kraken.
In Europa zijn sporen gevonden die wijzen op notenconsumptie van zo’n 4.000 tot 8.000 jaar geleden. Onze voorouders aten beukennootjes, kastanjes en walnoten. De doppen gebruikten ze als brandstof voor het vuur. Bij de Grieken en Romeinen was de walnoot populair en de Bijbel verwijst in het Oude Testament herhaaldelijk naar amandelen, maar ook naar pistaches en walnoten. In de elfde eeuw brachten kruisvaarders marsepein, gemaakt van gemalen amandelen, mee van hun tochten naar het Midden-Oosten.
Onzuiverheden verwijderen, wassen, drogen, kraken, sorteren en verpakken: dat zijn in een notendop de handelingen die elke soort noot ondergaat tijdens het verwerkingsproces. Bij de meeste notensoorten gebeuren deze handelingen machinaal. Vaak is er nog een manuele controle op het einde van de productielijn om eventueel afwijkende noten uit de massa te halen.
De paranoten en de cashewnoten kennen elk een apart verwerkingsproces waarbij nog veel handenarbeid komt kijken. De kern zit in een zeer harde dop die eerst moet weken, stomen of koken. De noot doppen is niet zonder gevaar voor de arbeiders (zie verder).
Een eerste stap is het verwijderen van takjes, blaadjes en andere onzuiverheden die tijdens het oogsten met de noten zijn opgeraapt. Daarna gaan de noten door een wasinstallatie. De nog aanwezige steentjes zakken in het waterbassin en blijven achter.
Walnoten, pistaches, pecan- en macadamianoten zitten nog in hun bolster. Die moet na de oogst zo snel mogelijk worden verwijderd. Gebeurt dat niet, dan beginnen de noten te fermenteren en te verkleuren en zijn ze niet meer eetbaar. Het ontbolsteren is de eerste stap in het verwerkingsproces, pas daarna worden onzuiverheden weggehaald en krijgen de noten een wasbeurt.
Noten bevatten veel onverzadigde vetten die ranzig kunnen worden. Om de houdbaarheid te optimaliseren, is het belangrijk om de noten te drogen vooraleer ze verder te verwerken. Hoe kleiner het vochtpercentage, hoe langer ze houdbaar zijn. Door het drogen behoudt de noot ook haar smaak en kleur en wordt schimmelvorming beperkt. Het droogproces maakt ook het kraken van de harde vruchtwand makkelijker zodat de noot er tijdens de verwerking minder geschonden uit komt.
In 2017 bedroeg de wereldwijde notenproductie 4,2 miljoen ton. Maar liefst 62 procent daarvan (2,6 miljoen ton) was voor de export bestemd. België en Nederland samen importeerden 4,1 procent of 175.286 ton noten. De cijfers bevatten alleen de productie en export van gedopte noten en ongedopte pistaches.
Als je de export per soort noot bekijkt, zie je dat amandelen de handel domineren, gevolgd door cashewnoten, pistaches en hazelnoten. Walnoten zijn het minst voor export bestemd. Dat komt omdat China met 40 procent wereldwijd de grootste walnootproducent is, maar de noten in eigen land consumeert.
De oogst van paranoten gaat daarentegen quasi enkel naar het buitenland.
Het verwerkingsproces van noten gebeurt niet altijd lokaal, zelfs niet altijd in hetzelfde land of op hetzelfde continent. Op de kaart hiernaast zie je hoe noten de wereld rondgaan voordat ze in de supermarkt belanden. De dikte van de pijlen geeft een idee van de grootteorde. De rode pijlen zijn amandelen, de groene hazelnoten. De bruine en paarse pijlen zijn cashewnoten. Je ziet goed welke landen welke teelt domineren en welke noten zowel onverwerkt als gedopt in export gaan.
Op de website van International Council of Nuts & Dried Fruits zie je op een handige kaart hoeveel ton van welke soort noot naar welk land reist.
Cashewnoten hebben dubbel transport nodig. Meer dan de helft van die noten groeit in Afrika, maar het continent exporteert 90 procent van de oogst naar India en Vietnam voor verwerking (zie eerder bij verwerking). Van daaruit reizen de cashewnoten gedopt verder naar andere continenten.
Bij de handel in noten zijn veel tussenpersonen betrokken en is er ook veel transport. Het vereenvoudigd schema hiernaast schetst de weg die noten afleggen. Noten die de zwarte pijlen volgen, komen meestal van grote professionele telers, groeien vaak in Westerse landen en/of hebben niet veel verwerking nodig. Voorbeelden zijn pistaches of al gedopte walnoten en amandelen uit de VS.
Soms doen grote bedrijven dienst als verhandelaar, importeur, verwerker en verpakker tegelijkertijd. Een voorbeeld daarvan is Intersnack in Nederland.
Kleinere telers of noten die veel handenarbeid vragen, zoals cashew- en paranoten, gaan eerder via de blauwe pijlen.
Wereldwijd is de vraag naar noten de laatste tien jaar gestegen. In Europa eten we een vierde van het globale aanbod, terwijl we nog geen 10 procent van de wereldbevolking vormen. Europeanen consumeren vooral amandelen, cashews, walnoten, pistaches en hazelnoten.
Het valt te verwachten dat we de volgende jaren wereldwijd nog meer gaan consumeren. De vraag naar noten groeit omdat ze prima in een plantaardig dieet passen, een lagere klimaatbelasting hebben dan dierlijke eiwitten en ook tal van gezondheidsvoordelen bieden. Volgens onderzoekers zouden we tegen 2050 wereldwijd dubbel zoveel noten moeten consumeren als vandaag om onszelf en de planeet gezond te houden.
Uit de nationale Voedselconsumptiepeiling van 2014 blijkt dat de Belg gemiddeld 3 gram noten per dag eet. Het zijn vooral Belgen tussen 40 en 64 jaar die noten eten (gemiddeld 4 gram per dag), terwijl de jongvolwassenen gemiddeld één gram per dag nemen. 16 procent van de Belgen eet zelfs nooit noten.
De Nederlandse cijfers zijn gelijkaardig. Uit de Voedselconsumptiepeiling van 2012-2016 blijkt dat elke Nederlander gemiddeld twee gram noten per dag eet. De middelbare leeftijdscategorie neemt met gemiddeld drie gram per dag een iets grotere portie.
Voor alle duidelijkheid: het gaat telkens over ongezouten noten.
Eet dagelijks 15 tot 25 gram noten zonder zout of zoete omhulsels. Dat is het advies dat de Belgische Hoge Gezondheidsraad in 2019 formuleerde. De Nederlandse Gezondheidsraad adviseert 15 gram per dag.
Noten zijn gezond doordat ze veel onverzadigde vetten bevatten en een goede bron vormen van eiwitten, vezels, vitaminen en mineralen. Zaden, pitten en pinda’s mag je volgens de voedingsaanbevelingen ook tot de 15 à 25 gram rekenen.
Een commissie van 37 wetenschappers onderzocht hoe we in 2050 een wereldbevolking van ongeveer tien miljard mensen voldoende, gezond en klimaatvriendelijk kunnen voeden. Ze stelden een referentiedieet samen dat een radicale transformatie van voedselsystemen voorstelt. Alleen op die manier kunnen we volgens de Eat-Lancetcommissie de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen halen.
Tegen 2050 zouden we de helft minder vlees en suiker moeten consumeren en produceren. Onze porties groenten, fruit, peulvruchten en noten moeten verdubbelen. Het gezonde voedingspatroon zou volgens de commissie jaarlijks elf miljoen overlijdens door welvaartziektes voorkomen. De wetenschappers suggereren om dagelijks 50 gram noten (inclusief pinda’s) te eten. Tot nu toe promoot geen enkele gezondheidsorganisatie zo veel gram noten per dag.
Onze dagelijkse eiwitbehoefte bedraagt 0,8 gram per kilogram lichaamsgewicht. Iemand van 70 kilogram mag dus 56 gram eiwit per dag eten. Meer dan de helft van de Belgen eet te veel eiwitten, vooral door te grote porties vlees aan te houden.
Wie meer plantaardige eiwitten wil eten, vervangt zijn portie vlees best niet door dezelfde hoeveelheid noten. Omdat noten veel energie bevatten, is 15 tot 25 gram per dag zeker voldoende. Aanvullende plantaardige eiwitbronnen zijn peulvruchten, granen en graanproducten.
In 2018 noteerde de Food and Agriculture Organization (FAO) een notenproductie van meer dan vijftien miljoen ton wereldwijd. Het FAO hanteert een gemiddeld afvalpercentage van 40 procent bij alle noten. Vijftien miljoen ton oogst levert dan zes miljoen ton notendoppen op. Daarnaast zijn er ook nog bolsters als afvalproduct.
Halfweg de vorige eeuw zochten wetenschappers al naar mogelijke toepassingen om notendoppen en bolsters te recycleren. Toen was er sprake van een jaarlijkse afvalberg van ‘nog maar’ 907.200 ton aan notendoppen. Fijngemalen deden de doppen en de bolsters dienst als veevoeder, maar ook als mulch en meststof. Daarnaast gebruikten landbouwers de doppen als bulkmiddel in insecticides en pesticides. Op die manier gingen de stoffen minder vernevelen en was er minder verlies.
Een klassieke uitweg voor notendoppen is ze als stalstrooisel gebruiken in de veeteelt. Maar de afzetmarkt is de afgelopen jaren divers geworden. Het materiaal zet aan tot tal van experimenten. Je vindt doppen terug in houtskool, spaanplaat, bio-afbreekbaar plastic, karton, brandstof, grondverbeteraar, verf en vernis, scrubs, maar evengoed als remvloeistof in je auto of als zandstraalmateriaal. En notendoppen kunnen als biochar de uitstoot van broeikasgassen beperken.
Als je notendoppen verbrandt in een zuurstofarme omgeving krijg je houtskool of zuivere koolstof. Die kan in koolstoffilters water en lucht zuiveren. In de medische sector kunnen verbrande notendoppen als actieve kool vergiftiging tegengaan. Alle notensoorten komen voor dat proces in aanmerking.
Als je organische stoffen zoals notendoppen onder hoge temperaturen verbrandt, krijg je verschillende producten. Enerzijds krijg je biochar dat op houtskool lijkt, maar opnieuw in de bodem wordt verwerkt. Anderzijds krijg je biobrandstof, in de vorm van olie en gas.