Wie lactose-intolerant is, kan het enzym lactase niet aanmaken. Dat enzym breekt het melksuiker lactose af. Lactase is belangrijk voor zuigelingen, omdat melk hun voornaamste bron van voedsel is. Lactose komt voor in moedermelk en in alle standaard kunstvoedingen.
Bij zowat alle zoogdieren maakt het lichaam minder lactase aan bij het opgroeien. Oorspronkelijk was dat bij de mens ook zo. Sommige mensen blijven ook als ze volwassen zijn lactase produceren, als resultaat van een aanpassing in het DNA. Die aanpassing evolueerde samen met het houden van melkvee, tussen 2188 en 20.650 jaar geleden. Omdat melkvee niet overal even populair was, verschilt de tolerantie voor lactose wereldwijd (zie kaart). Mensen die de aanpassing niet hebben, zijn op volwassen leeftijd lactose-intolerant. Melk veroorzaakt bij hen buikkrampen, winderigheid en diarree. Zo'n 65% van de wereldbevolking is in meer of mindere mate lactose-intolerant.
Bij de verwerking van melk wordt vaak een deel van de lactose afgebroken. Hoeveel lactose een melkproduct bevat, verschilt van product tot product. Bij het maken van harde kaas, zoals Gouda of Edammer, wordt alle lactose afgebroken. Die kazen veroorzaken geen reactie.