Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK
Filter
Milieu Sociaal Gezondheid Dierenwelzijn toon alles

Hoe werkt dat, zo'n tracé?

In een tracé volg je al scrollend de weg die een product aflegt, van de teelt tot afval. In de menubalk bovenaan klik je op de verschillende stadia in het tracé om meteen te springen naar het stadium waarin je interesse hebt. 

Linksboven staan de vier categorieën Milieu, Sociaal, Gezondheid en Dierenwelzijn. Je kunt de informatie filteren op die categorieën.

Tijdens het scrollen kom je de knop 'Laad meer info over ...'. Druk daarop om alle informatie binnen een stadium te laden.

Tussen de informatieblokjes kom je ook artikels tegen waarin onze journalisten dieper ingaan op een opmerkelijk aspect binnen het tracé van het product. 

Onderaan deze pagina kun je reacties plaatsen over de informatie die je hebt gelezen. Ook op de Community-pagina vind je mogelijkheden om je mening, aanvulling, of compliment te geven.

Veel plezier met dit tracé!

sluiten

Tracé van Garnaal

hoe werkt dit?
Milieu
Sociaal
Gezondheid
Dierenwelzijn
Milieu
Sociaal
Gezondheid
Dierenwelzijn

Tracé van Garnaal

filter: Milieu

Intro

Vangst

Een garnaal is zelf ook een prooi, vooral voor vissen.
Milieu

Kannibaal-garnaal

De noordzeegarnaal is een omnivoor, maar vooral carnivoor roofdier dat zich voornamelijk voedt met borstelwormen, onvolgroeide schelpdieren, baby-platvisjes (zoals tong, schol en bot) en kleine krabben. Ook pleegt de noordzeegarnaal met regelmaat kannibalisme: uit onderzoek bleek dat zo’n 5 procent van de maaginhoud van noordzeegarnalen bestond uit soortgenoten. De prooidieren moeten wel echt klein zijn: kleiner dan de mond van de garnaal. Zelf is de garnaal ook prooi, vooral voor vissen. In de Noordzee en Waddenzee zijn dat vooral wijting en kabeljauw, maar ook de eerder genoemde platvissen lusten graag garnalen. De garnaal is daarom een belangrijk onderdeel van het voedselweb in deze zeeën.

Milieu

Wispelturige garnaal

Van jaar tot jaar kunnen de aantallen garnalen sterk fluctueren. Het ene jaar stikt het van C. crangon, het volgende jaar vangen vissers ze met moeite. Ook per locatie zijn de verschillen groot: in de westelijke Waddenzee nemen de populaties al decennia toe – gemeten over de lange termijn, want per jaar fluctueert het aantal nogal. Maar in de oostelijke Waddenzee is het omgekeerde aan de gang. Ook in de Oosterschelde is een negatieve trend waarneembaar. De fluctuaties in het aantal garnalen zijn te wijten aan een zeer complexe set factoren: watertemperatuur, de aan- of afwezigheid van roofvissen en het zoutgehalte in het water spelen allemaal een rol. Duidelijk is dat de populatie in de Noordzee kan instorten onder slechte omstandigheden, maar zich ook weer explosief kan herstellen. Een eigenschap die ook wel hoort bij de korte levenscyclus van de noordzeegarnaal. 

De wispelturigheid van de garnaal blijkt ook uit de cijfers van de Nederlandse kottersector. In 2018 nam de totale Nederlandse kottervangst – dus ook de schepen die platvissen vangen – met circa 6 miljoen kilogram (+ 8%) toe ten opzichte van 2017. Aangezien de aanvoer van schol en tong juist daalde, komt die toename vrijwel volledig op conto van de garnaal. Die liet zich in 2018 uitzonderlijk goed vangen met 27,7 miljoen kilogram. Bijna een verdubbeling ten opzichte van 2017, toen 14 miljoen kilogram garnalen werd gevangen. 

Een visfabriek waar kabeljauw wordt verwerkt. Door overbevissing zwemmen er steeds minder rond in de Noordzee.
Milieu

Er zijn goede redenen om aan te nemen dat een strenger beheer van de garnalensector wel degelijk nodig is. Onderzoek wijst uit dat predatie, dat wil zeggen het opeten van garnalen door roofdieren, niet meer de belangrijkste oorzaak van sterfte is bij de noordzeegarnaal. Bij het begin van de metingen in de jaren 1970 was de sterfte door predatie nog zeven keer hoger dan de visserij. Die verhouding is nu bijna omgedraaid. De totale sterfte neemt dus niet toe of af, maar dat komt in belangrijke mate doordat de sterfte door predatie is afgenomen. En dat komt weer doordat de bestanden van deze vissen, met name kabeljauw en wijting, de afgelopen decennia sterk zijn teruggelopen door overbevissing.

Milieu

Vangstmethode

Garnalen leven op de bodem en worden dus gevangen met netten die over de bodem getrokken worden. De zogenaamde boomkor wordt opgehouden door een brede stang of balk die horizontaal vlak boven de bodem getrokken wordt. Daarachter rollen de klossen, grote rubberballen aan een koord over de zeebodem. En daar weer achter zit de opening van het net. De garnalen, die normaal ingegraven zitten in de bodem, schrikken van de klossen die over hen heen rollen, springen omhoog en komen in het net terecht.

Garnalenvissers gebruiken netten met een minimum maaswijdte van 20 millimeter. Mede door die nauwe maaswijdte en het feit dat er op de bodem van de zee veel soorten leven, is bijvangst vrijwel onvermijdelijk. Vissers doen er wel alles aan om die andere soorten zo min mogelijk te vangen. Dat is niet alleen beter voor het ecosysteem, maar ook voor de economische belangen van de visserman. Daarom zit er voor de opening van het net een zogenaamde ‘zeeflap’ (let op: het is een zeef-lap en niet een zee-flap). Dat is een grofmazig net voor de ingang waardoor vissen groter dan 10 centimeter niet het net in komen. Het gebruik ervan is verplicht, maar in de zomer, als er veel wieren zijn, gebeurt het soms dat de zeeflap het net verstopt. Wetenschappers vermoeden op basis van de bijvangstcijfers dat sommige vissers de zeeflap soms verwijderen, al is dat moeilijk te bewijzen.

Milieu

Beheer

In tegenstelling tot andere visserijen, geldt er voor de noordzeegarnaal geen vanuit de overheid opgelegd vangstquotum. In absolute zin is dat volgens experts van Wageningen Marine Research ook niet nodig: het totale bestand aan noordzeegarnaal in de Noordzee lijkt vooralsnog alleen maar toe te nemen. Wel lijkt er sprake te zijn van groeioverbevissing, wat betekent dat er mogelijk te veel gevist wordt vroeg in het seizoen. Garnalen worden dan te klein gevangen, of al voordat ze voor nageslacht hebben kunnen zorgen. Als vissers dat niet zouden doen, dan zou de vangst hetzelfde kunnen blijven, maar met veel minder moeite tot stand kunnen worden gebracht. 

Je vindt het MSC-label op de meeste verpakkingen van noordzeegarnalen.
Milieu

Zelfregulering

Dat er geen vangstquotum is voor garnalen wil niet zeggen dat er geen beheer is. Sinds december 2017 zijn de meeste garnalen die in de Noordzee worden gevangen gecertificeerd door het Marine Stewardship Council (MSC). Het MSC-certificeringstraject is een samenwerking tussen de drie belangrijkste landen die in de Noordzee op C. crangon vissen. Denemarken, Duitsland en Nederland. Samen zijn de garnalenvissers van deze landen verantwoordelijk voor zo’n 97 procent van de Europese aanvoer van noordzeegarnalen. MSC beoordeelt of een visserij duurzaam én goed beheerd is. Visserijen met het keurmerk hebben de volgende kenmerken: 

  1. Duurzame visbestanden: de manier waarop gevist wordt, moet in principe tot in het oneindige kunnen doorgaan en de bestanden moeten productief en gezond blijven. 
  2. Impact op het overige zeeleven minimaliseren: de visserij moet zorgvuldig werken, zodat ander zeeleven en hun leefgebieden gezond blijven In het geval van garnalen betekent dat minimale bijvangst en bodemberoering.
  3. Effectief visserijbeheer: MSC-gecertificeerde visserijen moeten zich houden aan de wetgeving die op hen van toepassing is. Daarop wordt toegezien. Ook moeten ze zich kunnen aanpassen aan veranderende milieu-omstandigheden die de omvang van het visbestand beïnvloeden. 

Wil je meer weten over het MSC-label? Op Labelinfo.be vindt je een uitgebreide uitleg. 

Verwerking

Transport

Milieu

In Tanger pellen ruim 7.000 Marokkaanse vrouwen – die zijn handiger zo luidt de verklaring – de Nederlandse en Belgische garnalen. Ze kunnen per persoon gemiddeld 1 tot 1,5 kilogram garnalen per uur pellen. Per dag is dat 9 tot 11 kilogram: een kleine negenduizend stuks. Nederlandse bedrijven behoren in de regio tot de belangrijkste werkgevers. Na het pellen worden de garnalen terug naar Nederland en België getransporteerd. Leuk weetje: van drie koelwagens met ongepelde garnalen komt er binnen vijf dagen één met gepelde terug. Er is flinke kritiek op dat lange transport vanuit de milieubeweging. Garnalenverwerkers stellen dat dichterbij niet kan omdat het dan te duur zal worden. Wel wordt een steeds groter deel van de garnalen in Nederland machinaal gepeld, al is dat aandeel nog altijd relatief beperkt. Ruim 90 procent van alle aangelande garnalen vertrekt per vrachtwagen naar steden in Marokko.

Milieu

Brandstofslurpende garnalenkotters

In de productiecyclus van de garnaal wordt energie verbruikt tijdens de vangst, het koken, het transport en het koelen van de garnaal. De meeste energie wordt verbruikt door de schepen tijdens de vangst. Een garnalenkotter verbruikt 1 tot 3 liter brandstof per kilogram ongepelde garnaal. Het brandstofgebruik is niet enkel ecologisch belastend, maar ook erg duur voor de visser. Vandaar dat de meeste innovaties qua duurzaamheid gericht zijn op het verminderen van het brandstofgebruik.

Een pulskor wordt in het water gelaten. Pulsvisserij kan energie besparen, maar is niet mogelijk in de praktijk omdat het Europese Parlement een verbod goedkeurde.
Milieu

Innovaties in brandstofverbruik

Twee mogelijke innovaties die het brandstofverbruik van garnaalkotters kunnen doen dalen, zijn het gebruik van een SumWing (een vleugel die in water gewichtloos is) of een Seewing (een vleugelvormige boom met wielen in plaats van de klassieke zware stalen sleeën). 

Anderzijds is er het gebruik van een pulskor waarbij de vis wordt opgeschrikt door stroomstootjes (pulsen) in plaats van de kettingen die over de bodem slepen bij de gangbare boomkorvisserij. In een studie voor de Europese Unie is berekend dat met de pulskor een energiebesparing en hieraan gekoppelde vermindering van CO2-emissies van 40 procent mogelijk is. 

Uit onderzoek van IMARES blijkt dat met de SumWing gemiddeld 10 procent energie bespaard kan worden. Deze innovatie is momenteel niet mogelijk in de praktijk, omdat het Europese Parlement in 2018 een verbod op pulsvisserij goedkeurde. De universiteit van Wageningen blijft wel onderzoek doen om de ecologische en economische voor- en nadelen van pulsvisserij in kaart te brengen. 

Consumptie

Afval

Pantsers van garnalen die gebruikt gaan worden om er afbreekbare plastic zakken van te maken.
Milieu

Het voornaamste afvalproduct van de garnaal is zijn pantser (carapax). Deze reststroom heeft een groot potentieel om verder verwerkt te worden tot hoogwaardige producten, maar de technieken worden momenteel nog niet op grote schaal toegepast. 

Milieu

Compost

Het ILVO doet momenteel onderzoek naar de verwerking van de schalen van kreeftachtigen, waaronder de noordzeegarnaal, tot compost. Het onderzoek gebeurt in samenwerking met het Iers bedrijf De Brun Iasc Teo, dat ging investeren in deze composteringstechniek toen er een verbod kwam op het dumpen van schalen van kreeftachtigen in de zee. 

De compost - die op de markt wordt gebracht onder de naam Organic Marine Compost - zou gunstige effecten hebben op de bodembiologie en ziekteverwekkende nematoden (kleine wormpjes) doden. De schalen worden gemengd met dennenschors en composteren gedurende veertien maanden. Het composteringsproces wordt ondersteund door micro-organismen. Het onderzoek van ILVO toonde aan dat er geen significant verhoogde ziekteweerbaarheid was maar wel een verhoogde oogst bij het gebruik van de compost in de aardappelteelt. Momenteel is er een langlopende studie aan de gang om meer duidelijkheid te scheppen. In België en Nederland worden de reststromen van de garnaalverwerking nog niet op deze manier gebruikt. 

Milieu

Verwerking tot chitine

Chitine is een biologisch afbreekbaar polymeer - een organische verbinding van moleculen zoals pvc - dat voorkomt in de natuur. Chitine is na cellulose zelfs het meest voorkomende biopolymeer op aarde. Chitine wordt voornamelijk gewonnen uit de pantsers van garnalen en krabben waarin het in hoge concentratie voorkomt (14-35 procent van het droog gewicht).

Uit chitine kan chitosan worden gewonnen een stof met antibacteriële eigenschappen die voor een hele reeks toepassingen gebruikt wordt onder andere in de verpakkingsindustrie in de textielsector en in de farmaceutische industrie

Ondanks die veelzijdigheid wordt er (nog) geen chitine geproduceerd op industriële schaal. De marktprijs voor chitine ligt dan ook zeer hoog: puur chitinepoeder kost naargelang de bron en de aanbieder tot 900 euro per kilogram.

Een hindernis voor de productie is de onduidelijkheid of er voldoende constante aanvoer van grondstoffen is. Een ander probleem is de hoge kostprijs en moeilijkheidsgraad van de processen om chitosan te extraheren.

Een minder ingewikkelde manier om deze reststroom waarde te geven is het vermalen van de pantsers tot schaaldierenmeel. Dit meel bevat chitine (al is het dus niet in zuivere vorm) en ook nog carotenoïden (de kleurstof die de pantsers van de garnalen kleurt). De prijs van dit product ligt lager dan die van zuivere chitine omdat de verwerking beduidend eenvoudiger is.