De garnalenvangst gaat gepaard met enorm veel bijvangst. Dat is ook niet zo gek, want de vissers slepen hun fijnmazige netten over de bodem en daar leven veel meer diersoorten. Wel worden er maatregelen genomen om bijvangst zoveel mogelijk tegen te gaan. Zo is het gebruik van de zeeflap verplicht, een grofmazig net voor de ingang waardoor vissen groter dan 10 centimeter niet het net in komen.
Een onderzoek uit 2015 stelde vast dat de garnalenvangst gemiddeld voor 38,9 procent uit aangelande garnalen bestond. De rest was voor het grootste gedeelte (48,7%) ondermaatse (niet verhandelbare) garnaal die na zeving aan boord teruggegooid wordt in zee. Hier zaten ook schelpen en overig afval (zoals stenen, zand, wieren) bij. Het overige deel (12,3%) van de vangst bestond uit bijvangsten van vis en ‘benthos’ (alles wat op de bodem leeft, dus denk aan zeesterren en krabbetjes). Op gewichtsbasis bestond 0,2 procent uit marktwaardige (aangelande) vis.