Oorspronkelijk stamt de banaan uit Azië, en had ze een verspreidingsgebied van Noord-Australië tot de Himalaya. Via menselijke migratie heeft de vrucht ook wortel geschoten in Afrika en vervolgens Amerika. Vandaag wordt de banaan in 120 verschillende landen geproduceerd. De verwerkingsmogelijkheden zijn eindeloos: smoothies, chips, meel, puree... Bananen maken tot tien procent van de winst van een supermarkt uit, maar eindigen ook vaak onverkocht wegens snel overrijp.
De banaan (Musa) is de bes van de bananenplant. Het is een kruidachtige plant, nauw verwant met de gember. Net zoals die plant, groeit ook de bananenplant uit een wortelstok of rizoom. Bovengronds vormen de bladstelen een schijnstam waaraan de trossen en grote bladeren groeien.
De bananenplant is van nature een bosplant en een pioniersgewas dat opschiet als er licht tussen de bomen valt, en weer verdwijnt als dat gat dichtgroeit.
Oorspronkelijk stamt de banaan uit Azië, en had ze een verspreidingsgebied van Noord-Australië tot de Himalaya. Via menselijke migratie heeft de vrucht ook wortel geschoten in Afrika en vervolgens Amerika. Vandaag wordt de banaan in 120 verschillende landen geproduceerd.
Wat wij vandaag kennen als banaan is het resultaat van doorgedreven selectie in Zuidoost-Azië. De wilde banaan bevat weinig vruchtvlees en zit vol zaden, die worden verspreid via de ontlasting van vogels of vleermuizen die zich daar mee voeden. Door kruisingen met andere variëteiten is naar schatting zo’n 7.000 à 9.000 jaar geleden een variëteit ontstaan met vruchten zonder zaad.
Vermoedelijk bestaan er zo’n 2.000 verschillende soorten bananen, waarvan er maar liefst 1.600 types bewaard worden aan het Leuvense Instituut voor Tropische Plantenteelt onder auspiciën van Bioversity International.
Er bestaan kookbananen, bakbanen en bierbananen. Toch wordt er in het Westen maar één soort geconsumeerd: de zoete Cavendish – ook wel Chiquitabanaan genoemd – die dertig procent van de wereldproductie aan banaan uitmaakt, en waarvan de helft wordt geëxporteerd. Ook lokaal is de Cavendish erg populair voor consumptie, onder andere door zijn gemakkelijke kweek. Kleinere lokale boeren laten hun traditionele bananensoorten dan ook vallen ten voordele van de Cavendish, die een laag risico op misoogst biedt, waardoor een monocultuur dreigt. De Cavendish wordt vaak opgekweekt vanuit een in vitro gekweekte stek. Zo is de producent de eerste jaren zeker van een ziektevrije plant.
Wanneer een bananenbloem vruchten produceert, groeien die tegen de zwaartekracht in, naar het licht toe. De tros hangt echter naar beneden, door haar gewicht. Daardoor moeten bananen op weg naar het licht een bocht maken.
De verwerkingsmogelijkheden van bananen en de bananenplant zijn eindeloos. Onrijpe vruchten kunnen bijvoorbeeld vermalen worden tot babypoeder. Van bananen kunnen chips worden gemaakt, van bananenmeel maakt men pannenkoeken en van gefermenteerde bananen wordt alcohol gemaakt. De vezels van de schijnstam lenen zich dan weer prima tot het weven van kledij en matten. De bloemen worden gepickeld. Het binnenste van de stam kan gegeten worden als een palmhart.
Bij het oogsten worden de geplukte bananentrossen via kabelbanen naar een centraal verzamelpunt en pakstation gebracht, waar de bananen worden gewassen, in clusters gesneden, gestickerd, verpakt in bananendozen en op paletten gezet. Bij kleinere plantages gaan de bananentrossen naar een gemeenschappelijk pakstation. Dan gebeurt het vervoer via muilezels of dragers. Van daar worden ze met kleine vrachtwagens naar een logistieke hub gebracht waar kwaliteitscontrole gebeurt en de dozen per 54 op een pallet worden verzameld. Twintig paletten vullen samen een container, die vervolgens wordt gekoeld tot dertien graden om het rijpen af te remmen. De elektriciteit voor dit koelen wordt opgewekt met kleine generatoren tot de containers in de haven worden ingeplugd op het elektriciteitsnetwerk om gekoeld te blijven tot het vertrek. Op de boot wordt de elektriciteit voor het koelen opgewekt met grote generatoren. Dat heeft allemaal een CO2-kost, maar die is met 480 g CO2 per kilo al bij al laag.
De Cavendishbanaan wordt groen geplukt, om te voorkomen dat ze rijp is voordat ze bij ons in de winkel verschijnt. Vervolgens wordt ze naar Europa getransporteerd per schip, wat tot wel drie weken kan duren. Eenmaal aangekomen in Europa worden de vruchten gekoeld bewaard. Ze worden begast met ethyleen, een natuurlijk gas dat de rijping bevordert, wanneer er aan supermarkten geleverd moet worden. België is een van de grootste importeurs en exporteurs van bananen na Ecuador. In 2019 kwam 1.145.764 ton bananen ons land binnen. Terzelfdertijd verliet 924.113 ton het land ook weer richting de rest van Europa. Voor bakbananen gaat het respectievelijk om 32.330 ton en 19.342 ton.
Het transport maakt meer dan de helft (55 procent) van de koolstofvoetafdruk van de banaan uit. Dat komt vooral omdat de schepen een kleine lading vervoeren, en leeg terugkeren naar de landen van productie. In de havens van aankomst worden de bananen gekoeld opgeslagen, en verdeeld op vraag van de supermarkten. Sommige grote retailers hebben hun eigen zogenaamde afrijpinstallaties.
De groene banaan heeft ongeveer dezelfde samenstelling als een aardappel en is dus vooral zetmeelrijk. Daarnaast bevat de vrucht ook vitamines A, B en C. Er zijn echter een paar uitzonderingen, onder andere de Cavendish: de Chiquitabanaan, die bij het rijpen zacht wordt omdat het zetmeel in suiker wordt omgezet.
Het merendeel van de andere bananen zijn zetmeelbananen. Die zijn geschikt om te koken of te bakken en worden verwerkt of geconsumeerd zoals een aardappel.
De banaan bevat in vergelijking met ander fruit weinig vitamine C en veel koolhydraten, waaronder suikers. Ook koolhydraten hebben echter hun functie in een mensenlichaam, en de vrucht bevat veel nuttige voedingsstoffen als vezels, zetmeel en kalium. Wie banaan mixt voor een smoothie maakt de vezels echter kapot, waardoor de glycemische index hoger zal liggen. Smoothies geven niet zo snel een voldaan gevoel als een stuk fruit doordat ze minder vezels bevatten, en kunnen dus niet gelden als alternatief voor een vers stuk fruit.
Bananen kunnen niet goed tegen koude – je kunt ze dus maar beter niet in de koelkast bewaren. Buiten de koelkast zijn ze meestal drie tot zeven dagen houdbaar, afhankelijk van hoe rijp ze waren bij de aankoop. Bananen produceren veel ethyleen, een stof die de rijping bevordert. Dat zorgt ervoor dat ook ander fruit in dezelfde fruitschaal sneller zal rijpen en eventueel bederven.
Alle bananen die onverkoopbaar worden geacht voor westerse consumptie wegens te lang, te smal, te breed of te krom, worden op de lokale markt verkocht, of verwerkt tot puree. Ook veevoer is een optie.
Heel wat bananen worden te snel overrijp en bijgevolg weggegooid. Onderzoek in het Verenigd Koninkrijk schat dat probleem op 84.000 ton per jaar, of 2,3 procent van de hoeveelheid vermijdbare voedselverspilling. Bananen maken tot tien procent van de winst van een supermarkt uit, maar eindigen dus ook vaak onverkocht. Daarom zoeken supermarkten zelf verschillende oplossingen. Zo worden er producten ontwikkeld die kunnen bereid worden met fruit dat al iets te rijp is. Wat echt te ver gerijpt is, wordt vergist om zo omgezet te worden tot groene energie.