Bij soja denken we al gauw aan melk- of vleesvervangers. Maar minstens 75 procent van de soja wordt helemaal niet geteeld om ons mensen te voeden. Die gaat naar het vee in de vleesindustrie. België importeert daarvoor jaarlijks zo’n 800.000 ton in 32.300 vrachtwagens, vooral uit Argentinië en Brazilië. De soja in onze vleesvervangers komt meestal uit Canada en Europa.
Sojabonen zijn de zaadjes van de sojaplant. Die komt oorspronkelijk uit Oost-Azië. Vandaag telen Argentinië, Brazilië en de Verenigde Staten de meeste soja. De teelt in Zuid-Amerika palmt waardevol natuurgebied in en verjaagt de plaatselijke bevolking. De laatste jaren was er minder ontbossing in het regenwoud, maar daarmee is het probleem nog niet helemaal opgelost.
Soja kan je verwerken tot onder meer sojamelk, tofu, tempeh, sojasaus en soja-olie. Het grootste deel van de sojabonen belandt niet op ons bord, maar in de troggen van varkens, koeien en vooral kippen.
Met de boot, de trein of de vrachtwagen gaan de sojabonen naar de (veevoeder)fabriek en de consument.
Soja bevat veel eiwitten en is daardoor een ideale vleesvervanger. Sommigen beweren dat soja borst- of prostaatkanker veroorzaakt, maar dat effect kon niet aangetoond worden in wetenschappelijke studies.
Soja laat niet veel afval achter. De schillen zijn het minst waard, maar kunnen voor een deel door koeien opgegeten worden. De vezels in de schil zijn gezond voor de koeienpens.
Ga hier naar het volledige Tracé van Soja.