Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK
Gezondheid

Kun je kip kweken zonder antibiotica?

Doordat we al decennialang te veel antibiotica gebruiken, ontwikkelen steeds meer ziektekiemen een resistentie tegen deze levensreddende geneesmiddelen. Behalve de gezondheidszorg moet ook de veeteelt drastische maatregelen nemen om het gebruik van antibiotica terug te schroeven. Wetenschapsjournalist Senne Starckx zocht uit hoe de zaken ervoor staan in de Belgische pluimveesector.

Senne Starckx

Wetenschapsjournalist met een master in de theoretische natuurkunde.
"De doelstelling om 50 procent minder antibiotica te gebruiken tegen 2020 lijkt geen haalbare kaart"

Kun je kip kweken zonder antibiotica?

Doordat we al decennialang te veel antibiotica gebruiken, ontwikkelen steeds meer ziektekiemen een resistentie tegen deze levensreddende geneesmiddelen. Behalve de gezondheidszorg moet ook de veeteelt drastische maatregelen nemen om het gebruik van antibiotica terug te schroeven.

De Belgische pluimveesector (zonder legkippen) produceerde in 2014 meer dan 430.000 ton vlees. Volgens de recentste rapporten van Amcra, het kenniscentrum voor antibioticagebruik, werd in datzelfde jaar 215 ton therapeutische antibiotica toegediend en verbruikten kwekers nog eens 52 ton gemedicineerd veevoeder. Helaas zijn dat cijfers voor de volledige Belgische veeteelt. Specifieke cijfers voor de pluimveesector zijn er niet. Wat we wel weten is dat veruit het grootste deel van de antibiotica naar de varkenssector gaat – voor de gemedicineerde voeders is dat zelfs bijna 100 procent.

Als we de algemene berichtgeving erop naslaan, lijkt het alsof het gebruik van antibiotica in de Belgische veehouderij de laatste jaren weer is toegenomen. Zo steeg het gebruik per kilogram biomassa in 2014 met iets meer dan een procent tegenover het jaar ervoor. Toch is er ten opzichte van 2007, toen het gebruik van antibiotica als groeibevorderaar verboden werd, een daling van meer dan 20 procent. Hoe dan ook lijkt de doelstelling om 50 procent minder antibiotica te gebruiken tegen 2020 – en zelfs 75 procent voor de meeste kritieke humane antibiotica – niet meteen een haalbare kaart. Nochtans zijn deze doelen nodig om resistentievorming (het ontstaan van resistente bacteriën) in toom te houden.

Maar zijn die cijfers wel zo betrouwbaar? ‘Het cijfermateriaal van Amcra staat te ver van de stal af’, vindt dierenarts Maarten De Gussem. Hij werkt bij Degudap, een praktijk uit Izegem die zich volledig toespitst op de pluimveesector. ‘Amcra baseert zich op de import van antibiotica in België. Dat staat natuurlijk mijlenver af van de aanschaf en toediening door de individuele dierenarts, omdat importeurs soms stock inslaan of een partij afnemen voor een langere periode. Dat een middel in 2013 door een groothandelaar werd ingekocht, wil niet zeggen dat het datzelfde jaar ook is gebruikt.'

De gloednieuwe nationale databank Sanitel-Med, waaraan het federaal geneesmiddelenagentschap FAGG momenteel de laatste hand legt, komt dus geen moment te vroeg. ‘In de databank moeten dierenartsen alle door hen voorgeschreven en/of toegediende antibiotica en gemedicineerde voerders registreren’, zegt Pauline Bievez, woordvoerster van landbouwminister Willy Borsus. ‘Met die data kan het FAGG dan aan de slag om abnormaal gebruik door veehouders te identificeren.’ De schaalvergroting in de moderne veeteelt brengt immers een groter risico op infecties met zich mee. En antibiotica blijven het favoriete wapen tegen infectieziektes.

"De sleutels tot succes zijn preventie door beter en gerichter te vaccineren, aandacht voor bioveiligheid en toediening van goed voer en water"

Proefproject geeft hoop

Een betere bron van informatie zijn demonstratieprojecten zoals het omvangrijke Europese Prohealth-project, waarbij de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Gent optreedt als adviseur van individuele boeren. In een vijftigtal Belgische pluimveebedrijven – samen goed voor bijna duizend kweekrondes (één ronde komt overeen met ongeveer zes weken, de leeftijd waarop een vleeskuiken slachtklaar is, red.) en circa zestig miljoen vleeskuikens per jaar – is het antibioticagebruik tussen 2011 en 2013 teruggeschroefd met 25 à 30 procent. Belangrijk: dat gebeurde zonder dat de gezondheid van de dieren eronder leed. Het aantal infecties bleef dus binnen de perken, onder meer door strikte regels op het vlak van bedrijfshygiëne.

Intussen is het project uitgebreid tot een kwart van de Belgische pluimveesector, en de resultaten zijn erg hoopgevend. ‘De sleutels tot dit succes zijn preventie door beter en gerichter te vaccineren, door aandacht te hebben voor bioveiligheid en door toediening van goed voer en goed water’, vertelt Amcra-voorzitter Jeroen Dewulf. ‘Het gaat dus om een combinatie van vele kleine maatregelen. Geen grote trucs, maar eenvoudige zaken. Maatregelen waarvan we weten dat ze de gezondheid van het pluimvee bevorderen.’ 

Dierenarts De Gussem heeft zijn eigen redenen om te geloven dat het antibioticagebruik in de pluimveesector nog verder kan worden teruggedrongen. Sterker nog: hij denkt dat de afname al volop aan de gang is. ‘De boekhouding van onze praktijk suggereert een daling van 10 à 15 procent per jaar bij onze klanten, een trend die al bezig is sinds 2010.’ De West-Vlaamse dierenarts kan natuurlijk niet extrapoleren naar heel Vlaanderen. ‘Maar het zou mij verbazen als de zaken er anders voor stonden in pakweg Antwerpen of Limburg.’

'Een vleeskuiken is eigenlijk een topatleet'

Salmonella ligt op de loer

Ook Dirk Segers, een kippenboer uit Arendonk in de Antwerpse Kempen, is ervan overtuigd dat zijn sector op de goede weg is. Segers heeft drie stallen, waarin plaats is voor in totaal 110.000 vleeskuikens. Zoals de meeste boeren houdt hij geen gedetailleerde statistieken bij over het antibioticagebruik in zijn bedrijf. ‘Daarvoor moet je bij m’n dierenarts zijn.’

Wat Segers wél doet is de gezondheid van zijn kuikenpopulatie nauwgezet monitoren. ‘Een van de grootste zorgen van een kippenboer is het binnen de perken houden van salmonella-besmetting (daartegen mag trouwens geen antibiotica worden gebruikt, red.). De voorbije jaren heb ik een aantal zeer strikte hygiënische maatregelen doorgevoerd, wat heeft geleid tot een sterke daling van het aantal salmonellabesmettingen. Ik beschouw die als een barometer voor de algemene hygiënische toestand in mijn stallen.’

Op één jaar tijd werkt Segers zeven kweekrondes af. Na elke ronde worden de stallen grondig schoongemaakt en ontsmet, waarna ze door een extern labo worden geanalyseerd op ziektekiemen. Elke stal heeft een soort voorportaal waar bezoekers beschermkledij en laarzen moeten aantrekken, en een lastenboek waarin alles wat de stal binnengaat en buitenkomt geregistreerd wordt.

Ook dierenwelzijn - voldoende ruimte, een goede ventilatie, de juiste luchtvochtigheid,… - staat bij Segers voorop, al was het maar omdat welzijn vaak synoniem is met productiviteit. ‘Een vleeskuiken is eigenlijk een topatleet’, zegt Segers. ‘Tussen de levering van de eendagskuikens en de afvoer naar het slachthuis zitten maar zes weken. In die periode moeten de kuikens van meet af aan goed eten en zo gezond mogelijk blijven. Alleen zo bereik je aan het einde van de rit een optimaal resultaat. Net als een profwielrenner loopt ook een vleeskuiken over een smalle koord. Een paar ziektedagen of een korte periode van mindere voeding kan al genoeg zijn om een hele kweekronde om zeep te helpen.’

"De prijs is een belangrijk obstakel voor een dierenarts die het antibioticagebruik wil verminderen, want de boer die ons betaalt krijgt zijn antibiotica natuurlijk niet terugbetaald, in tegenstelling tot de menselijke patiënt"

Arme darmen

Als de Arendonkse kippenboer merkt dat zijn kuikens iets onder de leden hebben, laat hij meteen zijn dierenarts komen. Toch heeft Segers door zijn 23 jaar ervaring inmiddels ook zelf snel door wat er precies scheelt. ‘Inactiviteit, pijnlijke gewrichten, verminderde pluimgroei, diarree en tranende ogen: het zijn allemaal tekenen die op ziekte kunnen duiden.

In 80 procent van de gevallen gaat het bij pluimvee om een darmziekte. In dat geval wordt bijvoorbeeld amoxicilline voorgeschreven, een antibioticum dat een erg breed scala aan bacteriën doodt en daardoor veel meer resistentievorming stimuleert dan andere middelen.

‘Bij darmproblemen schrijven we dit soort breedspectrummiddelen nog te vaak voor, waardoor we resistentievorming in de hand werken’, geeft Maarten De Gussem grif toe. Nochtans bestaan er andere antibiotica met een kleinere actieradius, maar om productietechnische redenen zijn die veel duurder dan generische amoxicilline. ‘De prijs is een belangrijk obstakel voor een dierenarts die het antibioticagebruik wil verminderen’, weet De Gussem, ‘want de boer die ons betaalt krijgt, in tegenstelling tot de menselijke patiënt, zijn antibiotica natuurlijk niet terugbetaald.

In het ideale scenario worden darmproblemen op dezelfde doelgerichte wijze behandeld – niet per se met antibiotica – als infecties aan de luchtwegen, die minder besmettelijk zijn. Bij kippen met ademhalingsproblemen wordt altijd eerst een zogenaamd antibiogram gemaakt, zodat de dierenarts precies weet welke bacterie de boosdoener is en welk middel het doeltreffendst is.

De Gussem: ‘We kunnen dan heel gericht groepen kuikens behandelen, in plaats van met een arbitrair gekozen antibioticum. Met meer succes ook, zodat we het antibioticagebruik sterk kunnen beperken.’ Helaas kunnen antibiotica vooralsnog enkel via het drinkwater toegediend worden – een technisch probleem –, waardoor de hele stal ze binnenkrijgt. ‘Je kunt met 30.000 kuikens op een kleine oppervlakte gewoon geen risico’s nemen’, zegt Segers.

"Soja in het voer veroorzaakte veel darmziekten bij de kippen, maar dat hebben de voerfirma’s nu onder controle"

Dolle koeien

De daling in het antibioticagebruik is overigens niet alleen een gevolg van goed stalmanagement en een meer doordacht voorschrijfgedrag. Zo zijn de voerfirma’s er de voorbije jaren in geslaagd een beter verteerbaar product op de markt te brengen. ‘Sinds de BSE-crisis (de gekkekoeienziekte die eind jaren 1990 Europa en vooral Groot-Brittannië trof, red.) is het verboden om dierlijk materiaal in veevoeder te verwerken’, licht De Gussem toe.

‘Om het eiwitgehalte op peil te houden, is men overgeschakeld op onder meer soja. Maar plantaardige eiwitten zijn minder goed verteerbaar dan dierlijke, waardoor de pluimveesector in het eerste decennium van deze eeuw veel meer dan voorheen werd geconfronteerd met darmziekten. Nu zien we dat de voerfirma’s dit onder controle hebben.’ 

"Mijn boerderij is mijn broodwinning en ik heb de voorbije jaren veel geld geïnvesteerd. Dat zet je niet zomaar op het spel door iets radicaal nieuws toe te passen"

Probiotica voor kippen?

De Gussem ziet tegenwoordig ook steeds meer alternatieve oplossingen opduiken. ‘Pre- en probiotica en organische zuren worden al in veevoer verwerkt om de darmflora te stimuleren. Daarnaast zuren steeds meer boeren uit mijn cliënteel tegenwoordig hun drinkwater aan. Zuren hebben een positief effect op het darmweefsel bij kippen.’

Er zijn er zelfs die experimenteren met kruidenmengsels of met een geheel nieuw bedrijfsvoering. ‘Via via hoorde ik van een proefproject waarbij eendagskuikens niet meer aangeleverd worden door de broeierij, maar uit hun ei kruipen in de stal zelf’, vertelt Segers. ‘Dat zou infectieziekten nog minder kans geven om het bedrijf binnen te dringen, want een eierschaal is een van de meest effectieve microbiologische barrières.’ Toch zal Segers niet snel zelf aan het experimenteren gaan. Als middelgrote kippenboer weet hij als geen ander dat hij er uiteindelijk alleen voor staat. ‘Mijn boerderij is mijn broodwinning en ik heb de voorbije jaren veel geld geïnvesteerd. Dat zet je niet zomaar op het spel. Voor ik iets radicaal nieuws ga toepassen, wil ik er eerst honderd procent zeker van zijn dat het werkt.’ 

Ondenkbaar?

Vooralsnog is een intensieve veeteelt zonder antibiotica dus ondenkbaar, net zoals de menselijke geneeskunde wellicht nooit zonder bacteriedodende middelen zal kunnen. De economische logica sluit dat idee uit, samen met het belang dat we aan voedselveiligheid hechten. Bovendien legt de wetgeving rond dierenwelzijn boeren op om hun dieren zo goed mogelijk te verzorgen. En dus hebben niet alleen jij en ik, maar ook zieke kuikens, kippen, kalkoenen, eenden en zelfs struisvogels recht op een doeltreffende behandeling – als het moet met antibiotica.

Bronvermelding

  • Met dank aan: Maarten De Gussem - dierenarts, Pauline Bievez - woordvoerer van landbouwminister Willy Borsus, Jeroen Dewulf - Amcra-voorzitter en Dirk Segers - kippenboer in Arendonk