De milieueffecten van de veeteelt, zoals de uitstoot van broeikasgassen en het hoge waterverbruik, zijn zorgwekkend. Wild wordt vaak gezien als een duurzaam alternatief. Maar is het echt zoveel beter?
In Europa jagen we op verrassend veel verschillende soorten vrij wild, van rendieren tot konijnen. Naast bekende soorten als herten en hazen, gaat het ook om dieren waar velen nog nooit van hebben gehoord, zoals moeflons (wilde schapen) en gemzen (eveneens verwant aan geiten en schapen).
De jacht kent in Europa een lange geschiedenis en is nog steeds populair. Jagers doen het zowel voor de sport als om vlees te produceren dat ze zelf opeten of verkopen. Soms wordt ook op dieren gejaagd met het oog op wildbeheer: herten en everzwijnen kunnen schadelijk zijn voor gewassen en habitats. Daarom worden ze als ‘plaagsoorten’ bejaagd. De laatste decennia zijn de herten- en everzwijnpopulaties sterk gegroeid, waardoor ook de jacht op die dieren toenam.
Milieuvoordelen van wild
Aangezien er om verschillende redenen op wild vlees wordt gejaagd, is het moeilijk om algemene uitspraken te doen over de impact ervan. Het is echter duidelijk dat wild vlees milieuvoordelen kan hebben ten opzichte van dierlijk vee. Door geruimde dieren te eten, fokken we geen dier om als vlees te worden geconsumeerd, dus hoeven we ons geen zorgen te maken over milieuproblemen zoals de methaan die vleeskoeien produceren.
Populatiebeheer en schade voorkomen
In sommige gevallen kan het verminderen van het aantal dieren van een bepaalde soort gewassen en bossen beschermen. Het kan ook kwetsbare diersoorten beschermen. Zo durven wilde zwijnen hun dieet wel eens aan te vullen met reptielen en amfibieën. De jacht op probleemsoorten vermindert dus de schade aan de natuur én levert vlees op.
Wild vlees heeft echter nog steeds een milieu-impact. Koolstofemissies, bijvoorbeeld, worden vaak over het hoofd gezien in de duurzaamheidsdialoog over de jacht. In een recente studie over de milieukosten van vlees van edelherten uit Noord-Italië werd geconcludeerd dat het grootste probleem de koolstofemissies zijn van de jagers die reizen om de dieren af te schieten. Deze uitstoot kan worden verminderd door jagers op te leiden om hun efficiëntie te verhogen, of door professionele jagers in te zetten die tijdens elke jachtpartij een grote oogst binnenhalen.
Ook wordt veel wild niet ter plaatse geconsumeerd. Schotland produceert momenteel bijvoorbeeld ongeveer 3.600 ton hertenvlees, bijna allemaal uit het wild, maar ongeveer een derde daarvan exporteren de Schotten naar EU-landen. De voedselkilometers die gepaard gaan met het vervoer van vlees tussen landen vergroten de koolstofvoetafdruk van dat vlees.
Soms voederen jagers ook dieren bij om hun populatie te vergroten. Dat kan niet alleen leiden tot te hoge aantallen van bepaalde diersoorten (vb. herten), het voeder heeft ook zijn eigen milieu-impact. Soms worden dieren gefokt en vrijgelaten om het aantal ‘wilde’ dieren te verhogen. Dat is niet in alle landen legaal. Omgekeerd kan dit de populatie van pestsoorten zoals everzwijnen doen toenemen, wat leidt tot meer milieuschade.
Door de grote variëteit aan wild, kan de keuze verbijsterend zijn. Er zijn een paar eenvoudige manieren die je helpen om te kiezen voor duurzaam vlees.
1. Zorg ervoor dat je vlees van vrij levend wild is en niet van gekweekte dieren. Soms worden herten en everzwijnen gekweekt, net als koeien en schapen. Hun vlees heeft een grotere milieu-impact dan dat van vrije dieren die er van zichzelf al waren. Uit een studie in Schotland bleek bijvoorbeeld dat gekweekt hertenvlees een grotere koolstofvoetafdruk had dan rund- of lamsvlees.
2. Koop lokaal vlees. Dit kan de koolstofvoetafdruk drastisch verminderen en levert vaak een eerlijkere prijs op voor lokale handelaars. Sommige landen hebben certificeringsprogramma's die consumenten helpt om geïnformeerde keuzes te maken, bijvoorbeeld het Scottish Quality Wild Venison (SRUC) label dat de kwaliteit en traceerbaarheid van vlees garandeert.
Dr. Rob McMorran, die onderzoek doet naar het beleid inzake landgebruik aan de SRUC, de Schotse plattelandsschool, gaf zijn advies: ‘Wie op zoek is naar wild, kan naast zoeken naar certificaten en lokaal kopen ook gewoon een praatje maken met de slager. Diens assortiment is immers grotendeels gebaseerd op de vraag, en sommige vleessoorten worden alleen voorzien als mensen erom vragen.’
Dit artikel verscheen eerder in het Engels op de website van onze partner FoodUnfolded: https://www.foodunfolded.com/a.... De auteur is Rebecca Nesbit.