Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK
Milieu

De zoektocht naar Europees kippenvoer

Kippenvoer bestaat grotendeels uit geïmporteerde soja. Europa zoekt alternatieven om ook bij ons eiwitrijke voeding te kweken. Donausoja maakt opgang en in de toekomst eten kippen misschien weer insecten.

Toon Lambrechts

Journalist - Heeft een sterke interesse in het raakpunt tussen wetenschap en ecologie.
‘Bij de teelt van vleeskippen draait het eigenlijk alleen hierom: voer omzetten in kippenvlees’

De zoektocht naar Europees kippenvoer

Kippenvoer bestaat grotendeels uit geïmporteerde soja. Europa zoekt alternatieven om ook bij ons eiwitrijke voeding te kweken. Donausoja maakt opgang en in de toekomst eten kippen misschien weer insecten.

Biologische vleeskippen leven tachtig dagen in plaats van veertig en ze krijgen meer ruimte. Leuk, maar dat heeft een prijs. Uit studies blijkt dat de teelt van biologische vleeskippen meer CO2-uitstoot veroorzaakt, meer land gebruikt en meer energie vraagt dan de gangbare teelt. De reden is eenvoudig. Biokippen leven langer en bewegen meer, en hebben dus de helft meer voer nodig. In de gangbare teelt levert 1,6 kilogram voer een kilo kip op, in de bioteelt vraagt een kilo vlees 2,63 kilogram voer.

Een tijdje geleden boog de Nederlandse website De Correspondent zich over de vraag welke manier van kippen telen nu het best is voor het milieu, gangbaar of biologisch. De aanleiding was de claim dat gangbare kippenteelt minder belastend is voor de planeet, want efficiënter omdat de voederconversie stukken lager ligt. Maar is ze daarom ook duurzamer? Sommige studies beweren het tegendeel. Ook De Correspondent kwam er niet uit. Veel hangt af van hoe de milieu-impact van kippenvoer wordt ingeschat. Vooral over soja lopen de meningen sterk uiteen.

Of industrieel kippenvlees daardoor duurzamer is dan biologisch kippenvlees is een ideologisch mijnenveld betreden, stelt Theo Niewold, hoogleraar Voeding en Gezondheid aan de KU Leuven. ‘Zeker is dat voeding het belangrijkste deel uitmaakt van de berekening. Dat is eigenlijk waar het om draait bij de teelt van vleeskippen, voer omzetten in kippenvlees.’

In Nederland lopen honderd miljoen kippen rond, waarvan 47 miljoen vleeskippen. België kweekt 19,6 miljoen van de 33 miljoen kippen om hun vlees. Al die kippen samen krijgen jaarlijks 5,4 miljoen ton kippenvoer voorgeschoteld. Grote boeren stellen vaak zelf kippenvoer samen. Meestal bestaat een kwart uit soja. De rest zijn granen (maïs en tarwe), aangevuld met bietenpulp, erwten, koolzaadschroot, maïsgluten en vitaminen. Vleeskippen eten tot een kwart meer soja omdat ze zo snel mogelijk in massa moeten toenemen en daarvoor meer eiwitten nodig hebben.

"Het gebruik van voer uit de biologische landbouw maakt de biokip een stuk ecologischer, hoewel biologisch voer meer land vraagt en biokippen beduidend meer voeding nodig hebben"

Biokip eet gewone soja

Ook biologische vleeskippen krijgen soja, maar in de biolandbouw gelden specifieke regels. In principe moeten alle componenten van het kippenvoer biologisch geteeld zijn. Dat betekent geen ggo's, chemische pesticiden of kunstmest. Verder moet de kippenboer een vijfde van zijn voer zelf telen of in zijn regio aankopen.

Dat lukt natuurlijk niet voor soja. Biologische soja wordt ingevoerd, net als industrieel geteelde soja. Die bio-soja komt voornamelijk uit de Verenigde Staten, Brazilië en Argentinië. Voor kippenvoer maken de autoriteiten een uitzondering. Door het grote eiwittekort in Europa mogen boeren in kippenvoer tot 5 procent eiwit uit de gangbare teelt gebruiken, en dat nog tot 2017.

Het gebruik van voer uit de biologische landbouw maakt de biokip een stuk ecologischer, hoewel biologisch voer meer land vraagt en biokippen beduidend meer voeding nodig hebben. De biolandbouw maakt wel werk  van regionaal geteelde eiwitrijke gewassen.

Toch blijft vergelijken moeilijk. In Vlaanderen en Nederland vindt gecertificeerde soja steeds meer zijn weg naar het gangbare veevoer. Die soja moet voldoen aan een aantal eisen, onder andere in landgebruik en ontbossing. Dat zou de ontbossing als gevolg van de Europese sojaconsumptie moeten terugdringen.

"Ondanks alle problemen heeft soja grote voordelen: weinig gewassen bevatten zo'n hoogwaardig plantaardig eiwit"

De sojakwestie

Sceptici beladen soja met alle zonden van Israël. De teelt vreet aan het Amazonewoud, wat een enorm verlies aan biodiversiteit en extra CO2-uitstoot met zich brengt. De soja-akkers staan vol met ggo-gewassen en sojaboeren sproeien rijkelijk pesticiden. Ook het transport vraagt veel energie. Bovendien raken kleine boeren in de verdrukking, met sociale wantoestanden als gevolg.

Europa importeert jaarlijks dertig miljoen ton soja. Die import nam een hoge vlucht door het verbod om diermeel te gebruiken in veevoeder na de BSE-crisis. Diermeel is een verzamelnaam voor restproducten uit de vleesverwerkende industrie. Het was verantwoordelijk voor de verspreiding van de zogenoemde gekkekoeienziekte. Voorheen dekte het gebruik van dierenmeel een groot deel van Europese eiwitbehoefte in de veeteelt.

Ondanks alle problemen heeft soja grote voordelen. Weinig gewassen bevatten zo'n hoogwaardig plantaardig eiwit, zegt Niewold. ‘Van alle plantaardige eiwitten komt soja het dichtst in de buurt van dierlijk eiwit in de samenstelling van de aminozuren. Soja levert veel bonen op per plant en je kan het gemakkelijk opslaan. Bovendien concurreert het gebruik van soja in veevoeder weinig met toepassingen voor menselijke voeding, in tegenstelling tot bijvoorbeeld graan. Bovendien bevat de boon erg veel olie, een bron van energie. Voor dierenvoeding heb je in essentie twee elementen nodig: energie en eiwit. Soja biedt beide, een ideale combinatie.’

"Soja blijft een belangrijke motor achter ontbossing"

Meer dan Amazonewoud

De discussie over de milieu-impact van kippenvoer draait vooral rond de vraag of soja ontbossing veroorzaakt in Zuid-Amerika. De biologische teelt stelt strengere eisen in landgebruik. Hoewel ook in de gangbare teelt steeds vaker werkt met gecertificeerde soja die niet op recent ontboste gronden is geteeld.

Dat lijkt goed nieuws, maar het is voorbarig, zegt Luc Vankrunkelsven van Wervel, de Werkgroep voor  een Rechtvaardige en Verantwoorde landbouw. ‘De grote sojaboeren beweren niet te ontbossen, maar ze liegen of verdraaien de waarheid. De sojateelt zet indirect druk op het woud. Eerst komen de grileiros, de ‘sprinkhanen’. Zij bezetten lappen bos vaak met valse eigendomspapieren en branden het af. Dat land gebruiken ze als graasland voor de runderen van boeren die hun land verkochten aan de sojaboeren. Zo blijft soja een belangrijke motor achter ontbossing.’

‘De Amazone is ondertussen gedeeltelijk beschermd waardoor de sojateelt verschuift naar de Braziliaanse Cerrado, een savanne-achtig ecosysteem’, vertelt Vankrunkselven. ‘Dat is geen ontbossing, maar er gaat wel waardevolle natuur verloren, met net zo’n unieke biodiversiteit als de Amazone. Vooral de jongste jaren maakt de sojateelt in de Cerrado opgang, zeker sinds de Chinezen er onlangs grote lappen grond verwierven.’

Er bestaan initiatieven om de sojateelt duurzamer te maken. De Round Table on Responsible Soy (RTRS) is een samenwerkingsverband van producenten, handelaars en verwerkers van soja. Het label formuleert een aantal criteria, onder andere voor het behoud van biodiversiteit. Een van de voorwaarden is dat de boeren de soja niet op recent ontboste gronden mogen telen. De vraag is hoe recent. In Brazilië kwam er in 2008 een amnestieregeling voor illegale ontbossing. Voor de nieuwe regelgeving van kracht werd, is nog massaal gepakt. Labels als Proterra en het Braziliaanse Ecosocial gaan nog een stuk verder dan de gecertificeerde soja van het RTRS.

"Insecten behoren tot het natuurlijk dieet van kippen, bovendien vermoeden we dat ze gezondheidsvoordelen opleveren"

Soja langs de Donau

In 2011 trok het Europees Parlement aan de alarmbel. Het vond de Europese afhankelijkheid aan geïmporteerde eiwitten onhoudbaar. 70 procent van alle proteïne in veevoeder kwam van buiten de EU, en voor soja lag dat percentage op 97 procent. Slechts op 3 procent van het landbouwareaal in de EU werden eiwitrijke gewassen geteeld. Onze zelfvoorzieningsgraad moest omhoog, besliste de EU.

Soja heeft het imago een tropisch gewas te zijn, maar je kan het perfect in Europa telen. In het oosten van Europa is soja aan een flinke opmars bezig. Op initiatief van Oostenrijk werken de landen aan de oevers van de Donau aan een gezamenlijke strategie om de sojateelt te promoten. Met succes. Tussen 2012 en 2015 steeg de Europese sojaproductie van 1 miljoen ton naar 6,5 miljoen ton. Daarbij is ook de Oekraïense soja meegerekend. De uitgestrekte vruchtbare akkers daar zijn essentieel als de Europese zelfvoorzieningsgraad hoger moet. Europese soja levert alleszins ecologische winst op, want overzees transport vraagt energie en stoot behoorlijk wat CO2 uit.

De Donau-soja heeft potentieel, maar ook andere vlinderbloemigen komen in beeld als vervanging voor soja. Lupine lijkt bijvoorbeeld een goed alternatief, maar de plant is nog te weinig veredeld om voldoende op te brengen. Daarnaast gebeurt er steeds meer onderzoek naar insecten als eiwitbron voor de veeteelt. Cynthia Verwer, onderzoeker Dierengezondheid en Dierenwelzijn aan het Nederlandse Louis Bolk Instituut, bekeek de mogelijkheden van meelwormen voor de kippenteelt.

‘Op vraag van de biologische pluimveehouders zochten we naar een plaatselijk alternatief voor soja. Insecten behoren tot het natuurlijke dieet van kippen. Het was logisch om die richting uit te kijken. Bovendien vermoedden we dat het voederen van insecten ook gezondheidsvoordelen zou opleveren.’

‘Het grote voordeel van insecten is dat je ze kan kweken op reststromen. Natte, plantaardige bijproducten als bietenpulp uit de suikerindustrie of aardappelzetmeel uit de productie van frieten zijn erg geschikt. Zo wordt het afval van het ene bedrijf een grondstof voor het andere. De zwarte soldatenvlieg, een ander veelbelovend beestje, voedt zich zelfs met mest, wat erg interessant kan zijn om van onze mestoverschot af te raken en de kringloop te sluiten. Dat is voorlopig nog niet toegestaan.’

Vreemd genoeg ligt het grootste obstakel voor een opschaling in de wetgeving. De Europese regels die er kwamen na de BSE-crisis ziet de krioelende beestjes als 'niet-herkauwende landbouwdieren', wat maakt dat het verboden is om afgeleide producten van insecten in veevoeder te gebruiken.

‘Dieren bestemd voor menselijke consumptie mogen geen dierlijk eiwit eten, al zijn uitzonderingen toegestaan’, vertelt Verwer. ‘Het verbod houdt een schaalvergroting tegen, en die is nodig om de prijs concurrentieel te maken.’

"Als ik de stal binnenkom, reageren de kippen alsof ze twee dagen niets te eten hebben gehad, zo lekker vinden ze de insecten"

Levend kippenvoer

De kippen van het bedrijf Ekoz Pluimvee weten wat ze het liefst eten. De broers Leon en Wilco Jansen begonnen als proef met het voederen van larven van de zwarte soldatenvlieg aan een deel van hun dieren. ‘Als ik de stal binnenkom, reageren de kippen alsof ze twee dagen niets te eten hebben gehad, zo lekker vinden ze de insecten. Er is duidelijk minder sterfte en op latere leeftijd blijft de eierproductie constanter. Maar we doen hier niet aan wetenschappelijk onderzoek, het is moeilijk om conclusies te trekken.’

Met de insecten heeft Ekoz geen soja meer nodig. En Jansen ziet meer voordelen. ‘De darmgezondheid gaat erop vooruit door antibacteriële stoffen in de larven. Dat geeft mogelijkheden voor jonge dieren en de teelt van vleeskuikens, een branche waar veel antibiotica wordt gebruikt.’ De kippen van Ekoz kregen de insecten levend voorgeschoteld. Een bewuste keuze. ‘Levend voederen is wettelijk wel toegestaan. Bovendien sluit het aan bij het natuurlijk gedrag van de kip. Ik kan me voorstellen dat er ook wel wat voedingswaarde verloren gaat als de insecten gedroogd en vermalen worden. In onze regio wordt veel fruit verwerkt. Het zou mooi zijn om zelf insecten te kweken op de reststromen van die industrie.’

De gezondheidsvoordelen van insecten zijn nog onvoldoende onderzocht, maar de eerste resultaten zijn positief. De vetzuren in de larve van de zwarte soldatenvlieg bestaan bijvoorbeeld voor een belangrijk deel uit laurinezuur. Die stof zit ook in palmpitolie en moedermelk, en heeft een antibacteriële werking. Ze beschermt onder andere tegen streptokokken. Een ander waardevolle stof met antibacteriële eigenschappen is chitine, die zich in het uitwendig skelet van insecten bevindt.

"In de veevoederbranche geldt de regel dat het allemaal niets mag kosten en voorlopig zijn alle alternatieven voor soja veel duurder"

Te vettig en te duur

Ook Niewold doet onderzoek naar insecten. ‘Vliegende insecten kweken, en vooral oogsten, valt niet mee. Daarom moeten we met larven werken en die zijn in de eerste plaats een vetbron. Ze dragen een vetvoorraad mee om te verpoppen. Dat geeft vetpercentages tot 60 procent. Bij de samenstelling van veevoeder ligt de verhouding tussen energie en eiwitten behoorlijk nauw, dus zoveel vet is een probleem. We weten ook niet precies hoeveel afvalstromen er zijn en of ze gratis blijven als de vraag groeit.’

Het duurt nog wel een tijd voor insecten een volwaardig alternatief voor soja zijn, zegt Niewold. ‘Op termijn spelen ze wellicht een rol, maar dat is zeker niet voor morgen. De vraag naar soja is enorm, en in de veevoederbranche geldt de regel dat het allemaal niets mag kosten. Voorlopig zijn alle alternatieven veel duurder. Er is nog veel onderzoek nodig naar insecten, en dat zal tijd kosten.’

Bronvermelding

  • Met dank aan: Theo Niewold - hoogleraar Voeding en Gezondheid aan de KU Leuven, Luc Vankrunkelsven - Wervel, Cynthia Verwer - onderzoeker Dierengezondheid en Dierenwelzijn aan het Louis Bolk Instituut en de broers Leon en Wilco Jansen - Ekoz Pluimvee