Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK
Sociaal

“Alleen dankzij precisielandbouw kunnen we als familiebedrijf overleven”

Precisielandbouw is hot. Maar in de melkveehouderij was ze dat eigenlijk twintig jaar geleden al, toen de melkrobot zijn opwachting maakte in de (melk)stal. Toch zet ook hier de automatisering, de robotisering en vooral het data-driven management zich de laatste jaren verder door. “Precisielandbouw is niet hetzelfde als het volplakken van koeien met sensoren zodat de productie omhoog kan. Het draait om een optimale bewaking van het dierenwelzijn.”

Senne Starckx

Wetenschapsjournalist met een master in de theoretische natuurkunde.
Een koe wordt gemolken door een melkrobot.

“Alleen dankzij precisielandbouw kunnen we als familiebedrijf overleven”

Precisielandbouw is hot. Maar in de melkveehouderij was ze dat eigenlijk twintig jaar geleden al, toen de melkrobot zijn opwachting maakte in de (melk)stal. Toch zet ook hier de automatisering, de robotisering en vooral het data-drive management zich de laatste jaren verder door. “Precisielandbouw is niet hetzelfde als het volplakken van koeien met sensoren zodat de productie omhoog kan. Het draait om een optimale bewaking van het dierenwelzijn.”

Marc Sanders uit Kalmthout kreeg de boerenstiel thuis met de paplepel ingegoten en is, net als zijn ouders, melkveehouder. Met zijn veestapel van om en bij de 250 melkkoeien behoort hij tot de grotere familiebedrijven in België – het gemiddelde zit rond de tachtig stuks. Twee jaar geleden sloeg Sanders volop de weg van de automatisering in. Hij schafte een mestrobot aan die ervoor zorgt dat de roosters in de stal continu worden vrijgemaakt. En hij liet een robot installeren waardoor het voederen semiautomatisch gebeurt en Marc niet meer om de zoveel uur zijn koeien en kalfjes zélf eten moet gaan geven. “Een van de grootste voordelen van automatisering en robotisering is dat je er menselijke arbeid en dus tijd mee uitspaart. Dankzij de technologie heb je als veehouder ook nog een leven buiten de stal.”

Een mestrobot zorgt ervoor de de roosters onder de koeien continu worden vrijgemaakt.

Schaalvergroting

Ook bij het Vlaamse Instituut voor Landbouw-, Visserij-, en Voedingsonderzoek (ILVO) zien ze de laatste jaren een stevige automatisering in de melkveehouderij. “De sector is al een tijdje aan schaalvergroting bezig”, zegt Stephanie Van Weyenberg van het ILVO. “Dat betekent niet enkel een toename van het aantal koeien in een bedrijf, maar ook van de productie per koe. Tegelijkertijd zien we ook een verhoogd bewustzijn en een toegenomen bezorgdheid over thema’s zoals milieu en klimaat – denk aan de productie van verontreinigende stoffen zoals ammoniak, maar ook van broeikasgassen zoals methaan – en dierenwelzijn.”

"De melkrobot zorgde voor een paradigmashift: de melkveehouder was niet langer aanwezig tijdens het melken en was voor de opvolging van de waarnemingen dus deels afhankelijk van sensoren"

Paradigmashift

Precisielandbouw in de melkveehouderij draait volgens Van Weyenberg niet alleen om de technologie, maar ook om het verzamelen, analyseren en vervolgens interpreteren van data. “Inmiddels is het al meer dan twintig jaar geleden dat de melkrobot zijn intrede deed in de stal. Daardoor kun je wel zeggen dat precisielandbouw in deze sector het verst doorgedrongen is.” De melkrobot zorgde ook voor iets wat je met een beetje zin voor overdrijving zelfs een paradigmashift zou kunnen noemen: de melkveehouder was niet langer aanwezig tijdens het melken en was voor de opvolging van de waarnemingen dus deels afhankelijk van sensoren. “Dat was de start van het verzamelen van gegevens over individuele koeien”, aldus Van Weyenberg.

De laatste jaren is het gebruik van sensoren uitgebreid van de melkstal naar de volledige stalomgeving – soms zelfs met inbegrip van de graasweide. De sensoren evolueren zo steeds meer van een extra paar ogen en oren van de melkveehouder naar een continue bewaking van de gezondheid van de veestapel en het dierenwelzijn. Volgens de ILVO-onderzoekster ligt hierin de échte meerwaarde van precisielandbouw. “In tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd, staat precisielandbouw niet gelijk aan het volplakken van melkkoeien met sensoren zodat de productie omhoog kan. Neen, de sensoren zorgen juist voor een optimale bewaking van het dierenwelzijn en dat is dan weer van belang voor een zo optimaal mogelijke opbrengst.”

'Sensoren en vergelijkbare monitoringtechnologieën worden ingezet voor de diagnose van beginnende ziekten, zelfs nog vóór er zichtbare symptomen zijn'

Stappenpatroon

Sensoren en vergelijkbare monitoringtechnologieën worden bijvoorbeeld ingezet voor de diagnose van beginnende ziekten, zelfs nog vóór er zichtbare symptomen zijn. “Goede voorbeelden hiervan zijn het opsporen van subklinische uierontsteking en de detectie van kreupelheid”, zegt Van Weyenberg. Om die laatste aandoening zo vroeg mogelijk op te sporen ontwikkelde het ILVO trouwens een loopmat met drukgevoelige sensoren, die twee keer per dag na het melken het stappenpatroon van elke koe registreert. “Afwijkingen in dit patroon geven aan dat de koe mankheid aan het ontwikkelen is.”

Ook bij Sanders is het belang van een vroegtijdige diagnose van ziekten en aandoeningen goed doorgedrongen, maar hij gebruikt daar geen stappentellers of andere technische snufjes voor. “Ik screen de melk en dus mijn koeien dagelijks met behulp van een volautomatisch, computergestuurd labo. De staalafnames en de analyses gebeuren volledig op aangeven van de computer, ik moet enkel aan de slag met de verkregen data.” Uit die data haalt Sanders ook veel informatie over ontwikkelende ziekten. Bovendien kan hij dankzij dezelfde analyses haarfijn vaststellen wanneer een koe vruchtbaar zal zijn. Sanders: “Daarop kan ik dan meteen inspelen, waardoor het welzijn van de koeien verbetert en ik het gebruik van antibiotica naar beneden haal.

Een robot schuift het voer voor de koeien aan.

Weidemelk

Zorgt al die technologie er ook voor dat de koeien meer uren op de graasweide doorbrengen? Door de pastorale idylle van een groene weide met grazende koeien gaan wij consumenten er meestal van uit dat ook de dieren het liefst van al buiten staan. Dat blijkt evenwel niet te kloppen. Uit onderzoek van de universiteit van Wageningen, waarin koeien de keuze kregen om op de wei te gaan staan of niet, kon geen eenduidig besluit worden getrokken. Zo zijn er koeien die meteen naar buiten willen, terwijl andere bij wijze van spreken met geen stokken uit de stal te krijgen zijn – zelfs niet wanneer het heerlijk warm en zonnig is buiten.

Sinds de introductie van de melkrobot worden koeien echter minder op de weide gehouden, omdat het technisch moeilijk is om beweiding en melkrobot te combineren. Verschillende Europese onderzoeksprojecten bekijken hoe investeringen in bijkomende technologieën dit probleem kunnen verhelpen. “Ik zie het niet echt als een probleem voor mijn koeien, maar het is wel een issue voor mijn businessmodel”, zegt Sanders. “Als melkveehouder weet ik maar al te goed dat mijn koeien net zo graag in de stal staan als buiten, maar ik zie de vraag van mijn afnemers naar zogenaamde weidemelk natuurlijk ook toenemen. En ik vermoed dat dit aspect in de geglobaliseerde melkmarkt van vandaag alleen maar meer aan belang zal winnen.”

Minder ammoniak, evenveel CO2

Precisielandbouw kan hier straks een antwoord op bieden, denkt Van Weyenberg. “Precisielandbouw kan de melkveehouder niet alleen technisch ondersteunen om beweiding mogelijk te maken, het kan ook op administratief vlak een hulp zijn.” Het ILVO werkt momenteel samen met de universiteit van Wageningen en met enkele privépartners aan een systeem dat registreert welke koe wanneer op de weide staat, en voor hoelang. Van Weyenberg: “Vergelijk het gerust met The Internet of Things, waarbij elke koe sensoren draagt en daarmee deel uitmaakt van een draadloos online systeem. De melkveehouder beschikt dan over gegevens waarmee hij kan aantonen dat hij aan de voorwaarden voor weidemelk voldoet. Daarnaast kan hij met de data bijvoorbeeld ook bewijzen dat hij ammoniakreducerende maatregelen neemt, want het houden van koeien op de weide zorgt immers voor een verminderde uitstoot van ammoniak.”

“Klopt allemaal”, zegt Sanders. “Het nadeel van een grote stalpopulatie is ook de grote aanwas van mest. Daarom heb ik natuurlijk ook die mestrobot gekocht.” Maar als de koeien buiten staan vliegt het methaangas van hun vele oprispingen – methaan is als broeikasgas twintig keer zo schadelijk als CO2 – wel recht de lucht in. “Maar dat gebeurt in de stal ook”, verzekert Sanders. “Het enige wat we recycleren is de mest, waaruit we energie halen door ze te verbranden in een kleine biomassa-installatie.

"Als een Nederlandse melkveehouder het heeft over ‘pdf’, dan doelt hij niet op het digitale bestandsformaat, maar op 'precision dairy farming', wat veel gemakkelijker bekt dan ‘precisiemelkveeteelt’'

Bakermat van de ‘pdf’

Als een Nederlandse melkveehouder het heeft over ‘pdf’, dan doelt hij wellicht niet op het digitale bestandsformaat. ‘Pdf’ staat immers voor precision dairy farming, wat natuurlijk veel gemakkelijker bekt dan ‘precisiemelkveeteelt’. Nog meer dan in Vlaanderen en België heeft de precisielandbouw vaste voet gevonden in de Nederlandse melkveeteelt. Dat hoeft ook niet te verbazen, want de voorwaarden die pdf aantrekkelijk maken – schaarse grond en arbeid, strenge wetgeving op het vlak van milieu en dierenwelzijn, een hoge concurrentie – zijn stuk voor stuk aanwezig. Zowel de veehouders als de toeleverende bedrijven grijpen daarom alle mogelijkheden aan om via de technologie de productiviteit te maximaliseren en zo de kostprijs laag te houden.

Centraal in deze ontwikkelingen staat de sterk op landbouw geïnspireerde universiteit van Wageningen – sinds kort beter bekend als de Wageningen University & Research, kortweg WUR. De organisatie van WUR illustreert de goede wisselwerking tussen theorie en praktijk in Nederland. “De afstand tussen onderzoekers en melkveehouders is hier minimaal”, vertelt Henk Hogeveen, hoogleraar bedrijfseconomie aan WUR. “Een nieuw product kan snel in de praktijk worden getest. Daardoor kunnen snel verbeteringen worden doorgevoerd en is er ook snellere acceptatie door veehouders.” Hogeveen noemt zijn land dan ook onomwonden de bakermat van de pdf. “Nergens ter wereld is de voedercomputer zo ingeburgerd als hier (een systeem om automatisch krachtvoer te verstrekken, red.). Driekwart van onze melkveehouders heeft er een.”

Een andere cruciale technologie is een automatisch tochtdetectiesysteem, dat signaleert wanneer een koe vruchtbaar is en dus moet worden gedekt (anders zal ze geen melk geven). Volgens Hogeveen bedraagt het rendement van investeren in een tochtdetectiesysteem liefst elf procent, waardoor het zichzelf vrij snel terugverdient. “Het systeem zorgt ook voor minder werk voor de veehouder”, zegt Hogeveen. “Een aspect van precisielandbouw dat vaak over het hoofd wordt gezien.”

Volgens Sanders slaat de Wageningse hoogleraar hiermee de nagel op de kop. Dankzij precisielandbouw kun je heel wat arbeidsuren uitsparen. Dat zorgt ervoor dat je als veehouder wat meer vrije tijd hebt maar ook dat je jezelf niet moet hypothekeren door dure extra werkkrachten aan te trekken. Ik durf te zeggen dat precisielandbouw ervoor zorgt dat kleinschalige familiebedrijven zoals dat van mij kunnen concurreren met de grote firma’s.”

Een detectiesysteem rond de poot of nek zorgt ervoor dat de boer onder meer weet wat de activiteit is van een koe en wanneer ze vruchtbaar is. Credit: Nedap

Data-driven management

Hoe ziet de toekomst eruit? “De volgende uitdaging is een betere koppeling van data uit verschillende sensoren en de interpretatie ervan”, weet Kristine Piccart, die als ILVO-onderzoeker verantwoordelijk is voor het Vlaamse luik van het Europese 4D4F-project, wat staat voor Data Driven Dairy Decisions For Farmers. “Er wordt momenteel al een schat aan data gegenereerd op een melkveebedrijf, maar die gegevens worden nog niet altijd optimaal benut, laat staan omgezet in nuttig advies. In dit project komen voor het eerst alle stakeholders – melkveehouders, landbouwadviseurs, dierenartsen, technologieproducenten en wetenschappers – samen in een netwerk om de innovatiekloof te dichten.”

Het 4D4F-project wil concrete antwoorden kunnen geven in de vorm van een praktische handleiding voor melkveehouders. Piccart: “Waarop moeten ze letten bij automatische kalverdrinkautomaten? Wat zeggen herkauwsensoren over de gezondheid van een koe? Wat kun je doen met de gegevens uit een melkrobot?”

Het ultieme doel van 4D4F – en eigenlijk ook van de precisiemelkveeteelt of pdf – is dat een melkveehouder data-driven beslissingen zal nemen. “Het komt erop aan het management van elke individuele koe te verbeteren’, aldus Piccart. Maar de informatie vloeit niet alleen in één richting. Onderzoekers zoals Piccart willen ook graag weten wat een melkveehouder écht belangrijk vindt aan al die technologie. “Primeert het krijgen van een alarm voor elke manke koe, of eerder het niet krijgen van vele valse alarmen? En hoeveel is een veehouder bereid te betalen voor technologische verbetering? Met dit soort inzichten willen we bijdragen aan een verdere verspreiding van precisielandbouw binnen de melkveehouderij.”

Bronvermelding