De sinaasappel kwam vanuit China via Sicilië en het Iberisch schiereiland in de Lage Landen terecht. Voor de Belgische markt komen verse sinaasappels meestal uit Spanje. De oranje kleur is het resultaat van koude nachten. Je eet beter een hele sinaasappel dan dat je fruitsap drinkt. Geen tijd voor het hele tracé? In dit artikel lees je de belangrijkste sinaasappelfeitjes.
De sinaasappel (Citrus sinensis) is afkomstig uit Azië, meer bepaald India, Vietnam en Zuidoost China, op de grens tussen de tropische en subtropische streken. Het is een boom uit de citrusfamilie die doorgaans niet erg hoog groeit, een eigenschap die bij veredeling versterkt is, opdat de vruchten gemakkelijk te plukken zouden zijn.
Rond de tiende eeuw is de sinaasappel in Europa terechtgekomen via contacten met moslim handelaren in Sicilië, en bij de verovering van het Iberisch schiereiland. Bij ons raakt de vrucht slechts later bekend. In het vroegnieuwnederlands (16e – 17e eeuw) is er bij ons sprake van "appel sina", een woord dat ook voorkomt in het Duits, Zweeds, Deens en Noors, wat doet vermoeden dat de verspreiding naar Noord-Europa via de Lage Landen is gebeurd.
De sinaasappel is een plant die veel water nodig heeft. Zeker in het Middellandse Zeegebied, waar hij weliswaar in een gebied met natte winters groeit, maar ook het droge seizoen moet zien te overleven, vraagt de teelt veel bewatering. De boom is vorstgevoelig, waardoor de plek waar de boom groeit erg belangrijk is. Doorgaans wordt hij geteeld aan de warmere kant van de subtropische regio’s en in de tropen. De teelt vraagt ook irrigatie en bemesting.
De oranje kleur van de sinaasappel ontstaat wanneer de vrucht aan koude nachten wordt blootgesteld. In tropische gebieden valt de rijpe vrucht dan ook veel groener uit. Onze verse sinaasappels komen doorgaans uit Spanje, waar in de winter de ideale combinatie van warme dagen, koele nachten en voldoende regen voorkomt. De dikke schil bevat veel oliecellen, en beschermt de vrucht tegen predatoren.
Bladluizen zorgen ervoor dat er zich zwarte roetdauwschimmel op de bladeren en de takken ontwikkelt, waardoor de fotosynthese minder goed verloopt. Het inzetten van lieveheersbeestjes, de natuurlijke vijand van de bladluis, is een prima manier om dat te bestrijden.
Ook schimmelziekten zoals de citrus tristeza, en nematoden (rondwormen) kunnen de teelt bedreigen. Virussen worden overgebracht via insecten, of door mechanisch contact, wanneer bladeren of takken van de ene boom de andere raken, of worden via plantgoed binnengebracht. Het is dus zaak om met virusvrij plantgoed te werken. Vaak wordt een meer resistente variëteit van de C. sinensis geënt op een onderstam van een andere variëteit.
Als ze rijp zijn worden de vruchten met de hand geplukt door arbeiders. Na oogst worden ze gesorteerd op kwaliteit, pelbaarheid en grootte. Te grote vruchten worden niet aangeboden als verse sinaasappel. Na de oogst worden verse sinaasappels soms nog in een bad met was gedompeld. Zo worden de vruchten beschermd tegen mogelijke schimmels, en kunnen ze ook wat langer worden bewaard.
Sinaasappels die voor het sap worden geteeld, worden in het land van oorsprong geperst, en tot ingedikt sap gekookt voor het wordt getransporteerd. Bij aankomst in het land van verwerking wordt het opnieuw aangelengd met water en eventuele andere toevoegingen. Via UHT-behandeling wordt het bewaarbaar gemaakt.
Voor de Belgische markt komen verse sinaasappels doorgaans uit Spanje, en worden met vrachtwagens tot bij ons gebracht. Dat heeft een grotere CO2-voetafdruk, die al eens groter kan uitvallen dan transport via boot over langere afstanden, zoals een case study uit Noord-Amerika aantoont. Sinaasappelsap is meestal afkomstig uit Brazilië, en komt in West-Europa aan via boten. Nederland, Frankrijk en Duitsland zijn daarbij de voornaamste importeerders.
Sinaasappels zijn net als alle fruit gezond. De Hoge Gezondheidsraad raadt aan om dagelijks ongeveer twee stukken fruit (goed voor 250 gram) te eten. Varieer echter altijd je fruitconsumptie. Alleen maar sinaasappels eten zal je niet gezonder maken.
Een sinaasappel eten is gezond, maar daarom gaat hetzelfde niet helemaal op voor fruitsap of smoothies met sinaasappel. Deze dranken bevatten immers veel minder vruchtpulpvezels en meer suikers dan de verse vrucht, omdat één glas smoothie meerdere stukken fruit bevat. Daarnaast geeft sap of een smoothie minder snel een vol gevoel dan een volledige vrucht, waardoor je misschien te veel zult consumeren. Ook voor de tanden zijn de zuren in sapjes en smoothies niet goed. En vruchtensap mag dan wel natuurlijke suikers bevatten en frisdranken toegevoegde suikers, op caloriegebied maakt dat nagenoeg niets uit. Je komt er dus net zo goed van aan. Fruitsap bevat doorgaans iets meer vitaminen en mineralen, terwijl er in versgemaakte smoothies iets meer van de vezels van de vrucht zullen zitten
Om de milieu-impact van je fruitschaal te beperken kies je best lokaal en seizoensgebonden fruit. Bij de sinaasappel zal dat eerste aspect zelden lukken. Dat is niet erg, want de voetafdruk van een sinaasappel die hier gekweekt is zou door de stookkosten voor de teeltkassen al snel hoger liggen dan die van een ingevoerde vrucht. Het Europese sinaasappelseizoen loopt van december tot juni.
Er komt bij de sinaasappelteelt weinig afval kijken. De sinaasappelen kunnen worden gecomposteerd, op voorwaarde dat ze genoeg vermengd worden met vochtig materiaal.