Het grootste aandeel koffiebonen wordt in ontwikkelingslanden geproduceerd. Maar liefst 25 miljoen gezinnen in 50 verschillende ontwikkelingslanden zijn afhankelijk van de teelt van de bonen.
Door de ongelooflijk lage prijs van koffiebonen, konden traditionele boeren de kwaliteit niet langer verzekeren. Om kleine boeren een betere kans op de internationale markt te geven en de kwaliteit van koffie te garanderen, werd er in 2007 door de International Coffee Organization een nieuw koffieakkoord ontworpen. Zodat zelfs traditionele koffieboeren makkelijker kunnen overleven. Het koffieakkoord streeft naar een duurzame economie met stabiele koffieprijzen door bijvoorbeeld de consumptie van koffie te promoten en de landbouwers bij te scholen.
Voorbeelden
Burundi: Burundi is voor 60 procent afhankelijk van de exportinkomsten van koffie.
Honduras: Honduras is voor 25 procent afhankelijk van koffiebonen.
Nicaragua: Nicaragua is voor 20 procent afhankelijk van de inkomsten van koffie.
Oeganda:
In Oeganda is 8 procent van de bevolking afhankelijk van de verkoop van koffiebonen.