De avocado is al even aan een opmars bezig. Maar heb je enig idee waar die 'grote bes' vandaan komt? En welke weg hij aflegt tot broodbeleg of romige dipsaus? Een overzicht in vijf korte stappen.
De naam avocado is een verbastering van haar oorspronkelijke naam: ahuakatl. Die komt uit het Nahuatl, de taal van de Azteken, en betekent teelbal. Naar alle waarschijnlijkheid vonden de Azteken dat avocado's daarop lijken. Het zal niet verbazen dat ze de avocado dan ook kwaliteiten als afrodisiacum toeschreven.
De avocado (Persea americana) is geen groente, maar een vrucht. Meer bepaald een peervormige bes die 7,5 tot 33 centimeter lang en tot 15 centimeter breed wordt. Haar schil is geelgroen, diepgroen, zeer donkergroen, roodachtig paars of zo donkerpaars dat ze zwart lijkt. Soms is de vrucht bespikkeld met kleine, gele stippen. Ze kan effen en glad zijn, maar ook hobbelig, glanzend of mat, dun of leerachtig. Haar grote, houtige pit wordt 5 tot 6,4 centimeter lang.
Onder meer vogels eten bessen. Vervolgens deponeren ze via hun ontlasting zaden op een plaats ver van de moederplant. Maar wat dan precies de zin is van die reusachtige pit in de avocado, is lang een mysterie geweest. Vandaag vermoeden we dat de avocado's tot ongeveer 9.000 jaar vóór Christus vooral voedsel waren voor reusachtige dieren: megafauna.
Enkele dieren die vermoedelijk avocado's aten, waren de glyptodon, een gordeldier dat makkelijk 2.000 kg woog, de toxodon (zo groot als een neushoorn) van circa 1.400 kg, de reuzenluiaard (circa 1.000 kg) en de gomphotheriidae (groep uitgestorven olifantachtigen). Via hun ontlasting verspreidden ze de pitten.Nadat die dieren uitgestorven waren, moest de plant zich op andere manieren verspreiden.
Vermoedelijk is de rol van de megafauna in belangrijke mate overgenomen door de mens. Er zijn archeologische bewijzen dat de mens al avocado's at in 9.000 à 10.000 jaar voor Christus. De mens verspreidde de pitten, natuurlijk niet door ze op te eten (dat zou een heel moeilijke ontlasting opleveren!), maar door de vruchten mee te nemen naar de plek van consumptie en daar pitten weg te gooien. Het is bovendien mogelijk dat ze zelf al avocadobomen teelden.
De avocadoboom groeit meestal tot 9 meter hoog, maar kan soms 18 en zelfs meer meter hoog worden. Hij komt oorspronkelijk wellicht uit Mexico of Guatemala, maar intussen komt hij voor in vele landen in tropisch en subtropisch gebied en zelfs daarbuiten, bijvoorbeeld in Zuid-Europa.
De bloeiperiode van een avocadoboom duurt twee tot drie maanden. De bloemen zijn tweeslachtig. Opmerkelijk is dat ze op een ander moment geslachtsrijp zijn. Zo zijn er bijvoorbeeld avocadobomen waarvan in de ochtend enkel de vrouwelijke delen van de bloemen, de stampers, ontvankelijk zijn voor bevruchting. In de namiddag sluiten de kroonblaadjes; de namiddag van de volgende dag openen ze zich opnieuw, en dan staan enkel de mannelijke delen, de meeldraden, paraat. Die hebben dan rijpe pollen. 's Avonds sluiten de kroonblaadjes opnieuw.
De avocadoboom laat niet toe dat op zijn takken tegelijk geslachtsrijpe mannelijke én vrouwelijke bloemen actief zijn om zelfbestuiving te vermijden. Dat zou namelijk neerkomen op inteelt.
De afwisseling tussen mannelijke en vrouwelijke geslachtsrijpheid van de bloemen draagt er wel toe bij dat uit slechts 0,1 procent van de bloemen een avocado groeit. Maar geen nood: dat levert nog steeds 100 tot 500 vruchten per boom, per jaar op.
Niet alle avocadoverwerkende bedrijven werken op dezelfde manier. De typische werkwijze aan het begin van het verwerkingstraject ziet er als volgt uit: eerst start het bedrijf de rijping van de avocado's door ze bijvoorbeeld drie dagen te bewaren bij 20 °C en 85 procent luchtvochtigheid, intussen sturen ze in de opslagplaats het gas ethyleen, dat de rijping van start doet gaan. Als de avocado's voldoende rijp zijn, wordt de temperatuur opnieuw verlaagd tot 5 °C. Wanneer het moment van verwerking is gekomen, bijvoorbeeld drie à vier dagen later, komen de avocado's uit de opslagplaats.
De avocado's worden in de fabriek met een lopende band getransporteerd. Arbeiders halen er slechte exemplaren uit. Vervolgens gaan de vruchten via de transportband tot bij een bad waar ze worden gewassen en geborsteld; in het water bevindt zich soms chloor of een detergent. Daardoor worden vuil, schimmels, een deel van de bacteriën en andere ongewenste stoffen op de schil verwijderd. Om de avocado's te verwerken, worden de steeltjes verwijderd, de vruchten in twee gehakt en de pitten worden machinaal of manueel verwijderd. Ook de schil wordt verwijderd, machinaal of met de hand.
Nederland staat in voor bijna de helft van alle Europese import. Meer nog: na de VS is het land de belangrijkste importeur van avocado's wereldwijd. Dat is niet omdat Nederlanders waanzinnig veel van die vruchten eten. Wel omdat ze van daaruit de avocado's massaal opnieuw uitvoeren. In 2017 voerde het land 93 procent van die vruchten terug uit, vooral naar andere Europese landen. De meeste exemplaren die Nederland passeren (en ook het meest in Europa worden verkocht), komen van Peru, Chili en Zuid-Afrika. Dus niet van Mexico, 's werelds grootste avocadoproducent: dat land exporteert vooral naar de VS.
Laten we uitgaan van een transport van avocado's die van buiten Europa worden ingevoerd.
Het transport van de avocado's van het veld naar de pakhuizen gebeurt met vrachtwagens. In de pakhuizen worden ze verpakt in kratten, dozen of big bags. Die worden vervolgens op een pallet gestapeld.
Dan worden de palletten met een heftruck opnieuw op vrachtwagens geladen. Wanneer het gaat over een lange rit, bijvoorbeeld eentje van twee dagen, zijn dit koelvrachtwagens. Die komen aan bij de haven. Daar worden de avocado's gelost en opnieuw in een gekoelde ruimte bewaard. Dan worden ze overgezet in koelcontainers. Die gaan op een vrachtschip naar een Europese haven.
Eenmaal de lading de haven heeft bereikt, moeten de vruchten zo snel mogelijk naar de winkels. Hoe langer dit op zich laat wachten, hoe meer ze moeten worden gekoeld en dat vreet aan de winstmarge van de handelaars.
Avocado's zijn lang onderweg met het vrachtschip. Vanuit Chili doen ze ongeveer drie weken over een vaart naar Rotterdam of Antwerpen, vanuit Peru tweeënhalve week, vanuit Zuid-Afrika twee weken, en Israël is ongeveer anderhalve week varen – de precieze duur hangt onder meer af van de reder.
Die langdurige vaart maakt een investering in gekoelde containers met gecontroleerde atmosfeer nuttig. In zo'n containers is de temperatuur slechts 5 à 10 °C, de concentratie zuurstof is er verlaagd en die van koolstofdioxide opgedreven. Dat verlengt de houdbaarheid van de avocado's.
Wanneer het schip met avocado's aankomt in Europa gaan de vruchten uit de container, en dan in een koelcel bij de importeur. Opnieuw is de temperatuur daar 5 à 10°C. Het kan gebeuren dat ze van daaruit vertrekken naar de verwerker. Ofwel komen ze aan in bulk en komen ze terecht in een andere verpakking die meer geschikt is voor de winkels. Of ze kwamen in Europa aan in een verpakking die meteen als dusdanig naar het winkelpunt kan.
In Europa waagt vooral Spanje zich aan avocadoteelt. De paletten met dozen, kratten of big bags vol avocado's gaat er op een koelvrachtwagen, of soms in een gekoelde container op een oplegger richting de, bijvoorbeeld, Belgische of Nederlandse klant.
In Europa is in 2019, volgens voorlopige cijfers, ongeveer 750 miljoen kilogram avocado's per jaar geconsumeerd. Met andere woorden, de gemiddelde Europeaan peuzelt intussen gemiddeld ruim anderhalve kilo avocado's per jaar op. Dat lijkt veel, maar in de VS is dat vier kilo en in Mexico eten ze maar liefst zes kilo per hoofd van de bevolking. Er is dus nog groeipotentieel.
Een Australische avocadoteler die zijn oogst moet bewaken met allerhande alarmen of dieven stelen zijn vruchten. Geen twee of drie voor eigen gebruik, maar tonnen avocado’s worden achterovergedrukt. Het is een fait divers, maar dan wel een dat tekenend is voor de populariteit van de ooit zo verguisde vrucht. Een verhaal van vallen en weer opstaan, en uiteindelijk winnen … de gezondheidsgoeroes. En wie heeft er nog een heuse marketingcampagne nodig eens je die aan je zijde hebt?
Vroeger lagen er vaak onrijpe avocado's in de winkel. Consumenten kochten die en moesten dan wachten tot de avocado rijp was, of ze wisten niet dat ze nog niet rijp waren en aten dus onrijpe avocado's.
Kort na de eeuwwisseling boden enkele fruitbedrijven een antwoord op die situatie door op grote schaal avocado’s te rijpen, zodanig dat avocado's in de winkelrekken kwamen te liggen die net rijp genoeg zijn. De consumenten kochten ze gretig, zodat steeds meer bedrijven dit zijn gaan doen.
Dat rijpen gaat als volgt. De avocado's komen terecht in een plaats van 18 à 25 °C. Dat zet de rijping in gang. Soms wordt ook ethyleengas in de atmosfeer om hen heen gepompt. Zo duurt het nog drie tot zes dagen voor de avocado zacht genoeg is om in de winkel als eetrijp te verkopen.
Bedrijven zijn in de loop der jaren steeds meer beroep gaan doen op wetenschappers om het rijpingsproces verder te optimaliseren. Daar controle over hebben, is namelijk moeilijker dan bij bijvoorbeeld bananen. Zo valt vandaag 10 à 15 procent van de avocado’s tijdens het rijpen uit. Ook trachten de wetenschappers oplossingen te vinden voor het feit dat een partij niet uniform rijp wordt.
Er bestaan verschillende methodes om thuis avocado's te bewaren. Als we ons beperken tot wat wetenschappelijk is onderzocht en bewezen, dan is het best de avocado's te laten rusten op bijvoorbeeld een vensterbank of keukentafel tot die rijp is. Eenmaal de vruchten rijp zijn, bewaar je ze best in de koelkast. Daar zijn ze nog één à twee dagen houdbaar.
Wie een onrijpe avocado kocht en de rijping ervan een zetje wil geven, kan die in een zak stoppen samen met een rijpe avocado, appel, peer, banaan of kiwi. Al die vruchten produceren bij rijping het gas ethyleen dat de vruchten om hen heen sneller doet rijpen. Doe de zak dan wel goed dicht, zodat de ethyleen niet te snel ontsnapt.
Avocado's hebben een zacht, boterachtig vruchtvlees en rijke smaak. Consumenten gebruiken ze vaak in salades, maar ze worden ook verwerkt tot guacamole en kunnen gebruikt worden als puree, als ingrediënt voor puree of saus op bijvoorbeeld sandwiches, of in smoothies. Avocado-olie kan worden gebruikt voor warme bereidingen en om salades, sauzen en marinades mee te bereiden. In sommige landen, zoals Brazilië, wordt avocado weleens gebruikt om roomijs, sorbets en milkshakes te maken, en in Japan kwamen ze op het idee ze in sushirolletjes te stoppen. In Nicaragua houden veel consumenten ervan avocado met kaas te vullen en vervolgens te bakken. Indonesiërs maken er dan weer een verfrissende drank van door avocadopulp te mengen met koffie, rum en melk. En daarnaast zijn er nog heel veel andere manieren waarop avocado's worden gebruikt.
Wanneer een fabriek avocado's verwerkt tot producten zoals guacamole, avocadopuree, -stukjes of -saus, gebruikt die enkel hun vruchtvlees. Andere onderdelen, zoals pit en schil, zijn reststromen. Als de verwerking gebeurt in landen met avocadoteelt, worden die vaak gestort in de avocadoboomgaard. Wat daar ook gebeurt, is pitten en schillen verbranden, waarna met de hitte bijvoorbeeld water wordt verwarmd. In de Benelux zijn de belangrijkste opties er dierenvoeders van maken, vergisten, composteren of als brandstof gebruiken.
Sommigen proberen methodes op punt te stellen om van de pit biodiesel te maken. Anderen trachten ze te verkolen zodat 'actieve kool' ontstaat: actieve kool heeft zeer veel toepassingen, onder meer bij het ontgeuren en ontkleuren van wijn, zuiveren van water en nog veel meer.
Bij de productie van avocado-olie vormen niet alleen pit en schil een reststroom, maar ook de pulprest. Ook daarvan kan veevoer worden gemaakt.
Schade zoals deuken en krassen doen avocado's snel bederven. De dozen waarin ze getransporteerd worden, en soms ook in de winkel liggen, zijn daarop voorzien. Golfkarton bijvoorbeeld dempt schokken. Er zijn ook avocado's die worden vervoerd in plastic of houten kratten. Kartonnen kratten zijn in principe niet herbruikbaar. Plastic kratten wel. Houten kratten ook, maar die komen in Europa nauwelijks voor.
Soms worden de vruchten in de krat gelegd in trays die ongeveer de vorm van de avocado hebben, zodat ze niet veel kunnen bewegen en niet tegen andere avocado's botsen. Het gebeurt ook dat de avocado's door hun onrijpheid nog dermate hard zijn dat ze tegen een stootje kunnen en in big bags worden vervoerd. En in de winkel vinden we avocado's soms ook in netzakken of plastic schalen.
Verwerkte avocado kan in een zeer wijd scala verpakkingen voorkomen. Guacamole zit bijvoorbeeld in sommige supermarkten in plastic potjes die bovenaan met aluminiumfolie zijn afgedicht. Soms bevindt dat product zich in een verpakking die handig is voor gebruik in restaurants: bijvoorbeeld in grote, stevige plastic zakken van enkele kilo’s.
Er zijn avocadosauzen te vinden in plastic knijpflessen en avocado-olie in glazen flessen.
Nadat we avocado's hebben gebruikt, blijven schil en pit achter. Die mogen beide mee met het gft-afval (behalve het stickertje op de schil). Dus ook de pit. De gft-stroom ondergaat namelijk op verschillende momenten in het industriële composteringsproces een mechanische behandeling. Daarbij wordt de pit tot kleinere stukjes verkleind. Dat draagt ertoe bij dat het composteren doorgaans lukt, al gaat dat natuurlijk wel wat trager dan met bijvoorbeeld een blad sla. De kans bestaat ook dat een pit of stukjes ervan bij een tussentijdse behandeling worden afgezeefd. Dan komen ze terecht bij het, geringe, deel restafval van de installatie: dat wordt afgevoerd naar de verbrandingsoven.
Wie echt niets wil weggooien na eten van een avocado, kan cocktailavocado's proberen, ook wel babyavocado's genaamd. Ze groeien uit onbevruchte bloemen van avocadobomen, naast de normale avocado's. Cultivars als Fuerte en Mexicola blijken aardig wat cocktailavocado's op te leveren.
Cocktailavocado's zijn vijf tot acht centimeter lang, groeien naast de normale avocado's, zien eruit als kleine komkommertjes en hebben een dunne, olijfgroene, eetbare schil. Bovendien hebben ze geen pit. Ze smaken in grote mate zoals de avocado's die we gewoon zijn.
Vroeger werden ze als mislukte vruchten beschouwd en daarom dan ook genegeerd of weggegooid. Vandaag komen ze op de markt als nicheproduct. Sommige telers zien er een kans in en streven er intussen bewust naar de bevruchting van bloemen te verhinderen, zodat er cocktailavocado's in plaats van gewone vruchten ontstaan.
Voorlopig is het aanbod van zulke avocado's gering. Toen de Britse warenhuisketen Marks & Spencer eind 2017 de hand kon leggen op een aantal exemplaren en die in haar winkels aanbood, haalden ze daarmee de internationale pers, zo bijzonder was het. Wie ze dus wil kopen ergens in de Benelux, zal het niet makkelijk hebben. Maar de kans lijkt groot dat dit in de loop van de volgende jaren zal veranderen.
We kunnen zelf schil en pit composteren. Om dat vlotter te laten verlopen, kunnen we de schil in kleine stukjes knippen met een schaar. Tevens is het een goed idee de pit te verbrijzelen om de compostering ervan sneller te laten verlopen.
De schil kunnen we ook gebruiken om er biodegradeerbare potjes van te maken waarin we plantjes zoals courgettes, pompoenen, ... kunnen voorzaaien, waarna ze met pot en al de grond in kunnen.
Als we de pit niet composteren, kunnen we ze gebruiken om onze eigen avocadoboom te laten groeien.