We nemen steeds vaker onze toevlucht tot voedingssupplementen als aanvulling op onze dagelijkse voeding. Het gaat ook al lang niet meer enkel over de klassieke vitamines en mineralen, maar ook om een hele reeks componenten uit planten die allerhande gezondheidsvoordelen toegedicht krijgen. Maar dragen al die pilletjes en tabletten echt bij tot een betere gezondheid? Hangt ervan af, aldus experten.
Hoeveel supplementen Belgen collectief slikken is moeilijk in te schatten. De laatste grootschalige consumentenbevraging dateert al van 2016, en klokte af op zo'n veertig procent. Het gebruik zat toen al in een stijgende lijn. Tel daarbij de impact van de coronapandemie, die de interesse in gezondheid en suppletie sterk heeft aangewakkerd, en het wordt meer dan aannemelijk dat de consumptie van voedingssupplementen vandaag nog een stuk hoger ligt.
Meer recent Nederlands onderzoek laat zien dat het merendeel van de mensen supplementen neemt op eigen initiatief. Ze bieden consumenten een manier om zelfstandig, snel en relatief eenvoudig met hun gezondheid aan de slag te gaan. Een bruistablet multivitamines innemen is een stuk simpeler dan de eigen eetgewoonten of levensstijl om te gooien. De vraag is alleen of al die tabletten, pillen en poeders wel echt nodig zijn voor een gezonder leven?
Nee, aldus Renger Witkamp, professor voedingsbiologie, verbonden aan de afdeling Humane Voeding en Gezondheid van Wageningen Universiteit. Daarmee zit hij op dezelfde lijn als veruit de meerderheid van de voedingsspecialisten. 'We zijn niet gemaakt om pillen te eten. Een gezonde mens met een gevarieerde voeding krijgt binnen wat nodig is om normaal te functioneren. Voedingssupplementen – de naam zegt het al – zijn hoogstens een aanvulling. Let op, ik ben niet er ook niet tegen. Bepaalde bevolkingsgroepen hebben zeker baat bij het nemen van specifieke voedingssupplementen, zoals ouderen of zwangere vrouwen. Maar wie gezond en afwisselend eet, heeft weinig aan al die extra nutriënten uit een potje.'
Net daar knelt het schoentje. Want ondanks de toegenomen aandacht voor voeding, eten we eigenlijk minder gezond dan we denken. Het laatste grootschalige onderzoek naar ons voedingspatroon dateert van 2014, maar legt een aantal pijnpunten bloot, zo vertelt onderzoeker Christophe Matthys, hoogleraar Humane Voeding aan de KU Leuven en wetenschappelijk coördinator van het Competentie Centrum Klinische Voeding. 'Vezels zijn bijvoorbeeld een aandachtspunt. Daar eten we gemiddeld slecht 16 gram per dag van, terwijl de aanbevolen hoeveelheid op 30 gram ligt. Dat is een belangrijke indicator dat we te weinig verse groenten en fruit consumeren, net als producten op basis van volle granen.'
Op vlak van gezond eten scoren we dus slechte punten.. Toch is het niet eenvoudig om een voedingspatroon om te gooien. . Ingebakken gedrag verandert moeilijk, ook al zijn de kennis en de mogelijkheid om gezonder te eten voorhanden. Preventie- en informatiecampagnes zijn nuttig, maar hebben ook hun beperkingen, aldus Matthys. 'Gedragsveranderingen realiseren in de samenleving is een bijzonder lastige opdracht. Zeker als het gaat om voeding, want het raakt aan hoe mensen in het leven staan.'
Mensen zijn wel degelijk bezig met gezonde voeding, maar een gevarieerd en gezond voedingspatroon volgen is minder eenvoudig dan het lijkt. Net daar spelen producenten van voedingssupplementen op in, vertelt Matthys. 'Mensen weten wel wat gezond is en wat niet. Ze willen wel gezond eten, maar in de praktijk lukt dat niet altijd.'
'De voedingsindustrie speelt daar gretig op in met producten die consumenten het gevoel geven iets goed voor de gezondheid te doen. Voedingssupplementen zijn daar een perfect voorbeeld van, maar denk bijvoorbeeld ook aan energierepen met extra vezels, of andere voedingsproducten verrijkt met vitamines en mineralen. Zonder grote veranderingen in de levensstijl bieden ze toch een gevoel van gezond leven. Maar dat is eigenlijk niet de bedoeling van supplementen, die dienen enkel als aanvulling op een gezond voedselpatroon.'
Een aantal groepen krijgt wel de raad extra micronutriënten in te nemen. Zo krijgen Zwangere vrouwen het advies om foliumzuur, vitamine B11 dus, toe te voegen aan het dieet, om afwijkingen aan het zenuwstelsel bij de baby te vermijden. Vegetariërs, en zeker veganisten, nemen best B12, een vitamine die hoofdzakelijk in dierlijke producten zit. Ook ouderen zijn gebaat met supplementen, vertelt Matthys.'Vanaf 65 jaar verandert onze fysiologie. Dat maakt dat je minder energie nodig hebt. Maar de behoefte aan micronutriënten, net als die aan eiwitten, blijft hetzelfde. Dat kan je opvangen door je eetpatroon te veranderen, maar dat is geen evidentie. Ook daar kunnen supplementen een toegevoegde waarde hebben.'
Zeker ouderen en kinderen wordt aangeraden vitamine D bij te nemen, voornamelijk in de winterperiode. Die vitamine is een beetje een vreemde eend in de bijt, omdat ons lichaam de stof zelf aanmaakt, in tegenstelling tot andere micronutriënten. Dat gebeurt in de huid door contact met zonlicht. Een half uur in de zon dekt de normale behoefte aan deze stof. Verder zit vitamine D3 in dierlijke producten zoals vette vis, terwijl vitamine D2 in plantaardige voeding zoals paddenstoelen terug te vinden is, net als in een aantal verrijkte producten zoals margarine.
Tot wel negen op tien mensen heeft tegen het einde van de winter te weinig vitamine D in het lichaam. Daarom dat men vitamine D supplementen aanraadt, vooral voor ouderen. 'Wie voldoende in de zon loopt, bouwt een reserve op en hoeft geen supplementen te nemen,' aldus Matthys. 'Dat gebeurt echter niet altijd. Ook hamert men de laatste jaren sterk op het gebruik van zonnecrème. 'Een goede bescherming van de huid tegen huidkanker, maar het remt wel de aanmaak van vitamine D af.'
De samenstelling van onze maatschappij is de laatste decennia fundamenteel veranderd, en daarmee ook het profiel van groepen die extra vitamine D behoeven. 'Mensen met een donkere huidskleur hebben een lagere omzetting in de huid. Zij hebben een beschermingsmechanisme bedoeld om niet te veel vitamine D aan te maken,' legt Matthys uit. 'Een nadeel in meer noordelijke regio's. Daarnaast heb je mensen uit de moslimgemeenschap die zich buitenshuis bedekken. Ook zij kunnen mogelijk een tekort aan vitamine D oplopen. Dat zijn geen kleine groepen meer in onze hedendaagse samenleving, dus vanuit preventie dienen we daar aandacht aan te besteden. Maar ook deze groepen laten zich best eerst controleren door de huisarts alvorens supplementen te slikken.'
Wie ook baat heeft bij het nemen van voedingssupplementen is de groeiende groep mensen die een maagverkleining heeft ondergaan. Bij de meest gebruikte methode, de gastric bypass, wordt de maag verkleind, maar ook een stuk van de dunne darm omzeild. Net daar neemt het lichaam micronutriënten op. Daarom dat zij het advies meekrijgen om na de ingreep supplementen te slikken om de verminderde opnamecapaciteit van het spijsverteringsstelsel op te vangen, legt Witkamp uit.
'We zien echter al te vaak dat mensen na een tijdje toch stoppen met supplementen. Daar zijn verschillende oorzaken voor. Mensen vergeten het gewoon na een tijdje. Tegelijkertijd behoren relatief veel mensen die een dergelijke operatie ondergaan tot lagere inkomensklassen. Supplementen zijn niet goedkoop, dus ook dat is een reden waarom patiënten de ze (na een tijd?) niet meer nemen.'
In België ondergaan jaarlijks ongeveer 14.000 mensen een maagverkleining. Een sterk toenemende groep, en dat baart Witkamp zorgen. 'Er leeft de vrees dat we daar op een tijdbom zitten. Als deze mensen bijvoorbeeld te weinig ijzer of calcium binnen krijgen, lopen ze op lange termijn het risico op bloedarmoede of osteoporose. Die effecten zullen echter pas over enige tijd duidelijk worden.'
De meeste mensen die supplementen gebruiken, doen dit om zeker te zijn dat ze alle noodzakelijke micronutriënten binnenkrijgen. Daar is op zich niet echt iets mis mee, al brengt een teveel aan bepaalde micronutriënten risico's met zich mee. En of supplementen zinvol zijn, is een andere vraag. Al te vaak dienen ze als een gemakkelijkheidsoplossing, aldus Witkamp. 'We raden altijd aan om eerst je voedingspatroon op orde te krijgen, al is dat niet eenvoudig. Maar ik ben pragmatisch. Als dat om een of andere reden niet lukt, kan een multivitamientje geen kwaad.'