Werd kombucha tot voor kort vooral in hipsterbars gedronken, dan maakt het gefermenteerde goedje nu ook zijn opmars in de supermarkt. Dat gaat gepaard met de nodige gezondheidsclaims, maar wat zegt de wetenschap daar eigenlijk over?
Voor degenen die het nog niet gedronken hebben: kombucha heeft een eigenzinnige smaak. Afhankelijk van wat eraan toegevoegd is, kan je het aroma het best vergelijken met zure appelcider die eventueel toetsen van azijn bevat.
Kombucha bestaat al eeuwen. Het werd voor het eerst 2200 jaar geleden in China gedronken omwille van zijn ontgiftende en stimulerende eigenschappen. Met de uitbreiding van de handelsroutes bereikte het drankje Rusland en daarna ook andere Oost-Europese gebieden.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakte kombucha zijn intrede in Duitsland, en in de jaren 50 werd het populair in Frankrijk en Noord-Afrika. In de jaren 60 stelden Zwitserse wetenschappers dat kombucha goed was voor de darmflora, net zoals yoghurt.
Kombucha wordt gemaakt op basis van groene of zwarte thee. Daaraan wordt geraffineerde suiker toegevoegd die gedurende twee weken met een soort van theeschimmel gefermenteerd is. De schimmel is eigenlijk een symbiotische cultuur van azijnzuurbacteriën en gist, en wordt ook wel SCOBY genoemd.
Er bestaan gedetailleerde wetenschappelijke recepten om kombucha te maken. De smaak van het drankje verandert tijdens het fermenteren van aangenaam fruitig en tintelend zuur naar zacht azijnachtig. Hoe langer de gisting, hoe sterker de azijnsmaak wordt.
Het fermentatieproces is belangrijk, want de SCOBY verandert de polyfenolen – chemische verbindingen die van nature voorkomen in thee, fruit en groenten – in andere organische verbindingen. Dat verhoogt de zuurtegraad, waardoor andere micro-organismen niet kunnen groeien. Het zijn die nieuwe organische verbindingen die extra gezondheidsvoordelen zouden bieden, bovenop degene die al aanwezig zijn in groene of zwarte thee.
Het gistingsproces zorgt ervoor dat de kombucha langer bewaard kan worden. Die werkwijze zien we ook terug in andere voedingsproducten die doorheen de geschiedenis populair zijn gebleven, zoals kaas, yoghurt, zuurkool, kimchi, wijn en bier.
Bier en wijn worden alcoholisch tijdens de fermentatie, terwijl kombucha over het algemeen minder dan 0,5% alcohol bevat. Volgens Food Standards Australian and New Zealand zijn producten met een alcoholgehalte onder 0,5% niet alcoholisch.
Ethanol, de drinkbare soort alcohol, ontstaat wanneer de gisten en bacteriën in de SCOBY met elkaar reageren in een proces dat glycolyse wordt genoemd. De azijnzuurbacteriën in de SCOBY gebruiken de ethanol om azijn (azijnzuur) te maken, en daar komt de zure smaak van kombucha vandaan.
De bacteriën die gebruikt worden om voedingsmiddelen te fermenteren, zijn goede bacteriën. Volgens de theorie koloniseren die bacteriën onze darmen, en de eerste onderzoeken tonen aan dat ze een heleboel lichaamsfuncties zouden verbeteren, van ons humeur en stressgehalte tot ons gewicht en onze eetlust.
Maar het is niet omdat we die goede bacteriën opeten, dat ze ook permanent in onze darmen zullen blijven. Om op lange termijn voordeel te halen uit levende bacteriën in ons voedsel, ook wel probiotica genoemd, moeten we ze volgens huidig onderzoek blijven innemen.
Sommige studies tonen aan dat probiotica wel degelijk nuttig kunnen zijn, en dan vooral voor mensen die aan darmziekten zoals infecties met C. difficile lijden. Het effect op andere aandoeningen zoals inflammatoire darmziekten is nog niet gekend. Er is nog verder onderzoek nodig om te weten of de algemene bevolking ook baat heeft bij probiotica. Kombucha – of wat dat betreft yoghurt – verbetert de darmflora niet per se. Om de darmflora gezond te houden, kan je best gevarieerd en gezond eten.
Als je kombucha intikt op Google, zal er meteen een reeks veelbelovende heilzame eigenschappen op je scherm verschijnen. Het drankje zou onder andere het bloed ontgiften, de cholesterol verlagen, de bloeddruk verlagen, je beschermen tegen diabetes, een antibacteriële werking hebben en veroudering tegengaan.
Wanneer wetenschappers het effect van een voedingsmiddel op de gezondheid willen evalueren, is het beter als ze onderzoek doen op mensen in plaats van op dieren. Veel laboratoriumstudies beginnen met onderzoek op geïsoleerde cellen, om dan over te gaan naar dieren. Dat levert slechts beperkt bewijsmateriaal op, aangezien menselijke biologische systemen meestal anders werken dan die van dieren.
In het geval van kombucha zijn er enkel onderzoeken in het labo en op dieren gedaan. Er zijn nog geen klinische tests uitgevoerd op mensen die kombucha drinken.
Volgens twee artikels over laboratoriumstudies en tests op dieren uit 2014 en 2000 zou kombucha antimicrobiële en antioxiderende eigenschappen hebben, en het risico op kanker en diabetes verminderen. De artikels wijzen ook op enkele interessante mechanismen waardoor kombucha misschien gebruikt kan worden om maagzweren en een te hoge cholesterol te behandelen. Daarnaast zou het kunnen helpen om de immuunreacties van het lichaam en de leverontgifting te verbeteren. Het is echter niet bewezen of dat ook op mensen van toepassing is.
De chemische stof DSL (D-sacharose zuur-1,4-lacton) is waarschijnlijk het meest heilzame bestanddeel van kombucha. DSL zou het belangrijke enzym β-glucuronidase, dat gelinkt wordt met de ontwikkeling van kanker, kunnen remmen. Maar opnieuw, dat is niet aangetoond bij mensen.
Laboratoriumstudies hebben echter ook bewezen dat kombucha polyfenolen, zuren en vitaminen bevat die al van nature in gewone groene en zwarte thee zitten.
Gebaseerd op de huidige informatie kunnen we stellen dat kombucha waarschijnlijk dezelfde gezondheidsvoordelen heeft als gewone thee of andere gefermenteerde voedingsmiddelen. Als je kombucha lekker vindt, blijf het dan vooral drinken. En als je liever traditionele zwarte of groene thee drinkt, hoef je je geen zorgen te maken, want die hebben ook verscheidene gezondheidsvoordelen.
Hoewel kombucha volgens onderzoeken in het labo en op dieren enkele interessante eigenschappen zou hebben, betekent dat niet dat diezelfde voordelen ook van toepassing zijn op mensen.
Onthoud dat aan sommige kombucha’s vruchtensap is toegevoegd na het gistingsproces, waardoor de algemene suikerinname zal stijgen. De hoeveelheid suiker in die soorten kan gaan van 10 tot 15 gram per portie (twee tot drie theelepels). Als je normaal gezien gewone thee zonder suiker drinkt, zal je dus meer suiker opnemen door kombucha te drinken.
Dit artikel is een vertaling van The Conversation. Auteurs van het artikel zijn Evangeline Mantzioris – docent in Voeding, Universiteit van Zuid-Australië en Permal Deo – Docent en Onderzoeker, Universiteit van Zuid-Australië.