We kunnen niet zonder, maar we eten er teveel van. In dit beknopt overzicht van het Tracé van Zout geven we je een voorproefje van het verhaal achter ons dagelijks snuifje zout.
Zout, keukenzout of natriumchloride zit in overvloed in onze zeeën en oceanen én is aanwezig in de ondergrond. De zoutkringloop houdt de hoeveelheid zout op aarde ruwweg in evenwicht. Door erosie komen zoutdeeltjes in het oppervlaktewater terecht, vanwaar ze mee richting zee stromen. Er verdwijnt weer zout uit de kringloop via afzettingen in nieuwe steenlagen én via opname door organismen – waarvoor zout (meer bepaald natrium) essentieel is.
Vooraleer zout in ons brood of op onze frieten terechtkomt, moet het eerst uit de zee of uit de bodem gehaald worden. Dat gebeurt door zeewater te verdampen, door steenzout te kappen uit zoutmijnen of door pekel op te pompen uit dieper gelegen steenlagen. Zout wordt over de hele wereld gewonnen en afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden maakt men de keuze voor een specifieke methode.
Zout is erg lang houdbaar, zolang je het droog en schoon bewaart. Anders kan het corrosie veroorzaken, wat met kwalijke verkleuring gepaard gaat. Daarom worden zoutcontainers met de grootste zorg gevuld.
We kunnen niet zonder zout, maar eten er te veel van. Dat komt omdat eten zonder zout flauw smaakt, maar ook omdat sommige bereide voedingsmiddelen gewoonweg erg veel zout bevatten. Brood, ontbijtgranen en bewerkt vlees zijn grote boosdoeners. De voedingsindustrie levert inspanningen om onze zoutinname te beperken, door geleidelijk aan en ongemerkt het zoutgehalte in haar producten te verminderen.
Het water dat gebruikt wordt om zoutlagen op te pompen, kan grotendeels hergebruikt worden. Het restproduct dat overblijft na zoutwinning, namelijk een zoutoplossing waaruit keukenzout verwijderd is, kan verwerkt worden tot kunstmest. Het gips dat overblijft na het uitdampen van zeezout, wordt onder andere gebruikt in de bouwindustrie.