Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK
Gezondheid

Van entrecote ga je sneller dood: feit of fabel?

Kanker, diabetes type 2, hart- en vaatziektes. De lijst van chronische aandoeningen waaraan rood en bewerkt vlees – als entrecote of preparé – gelinkt wordt, is niet min. De Wereldgezondheidsorganisatie liet uitrekenen hoeveel verstokte vleeseters daardoor mogelijk vroegtijdig het loodje leggen. Toch zijn lang niet alle wetenschappers het erover eens dat rood vlees ongezond is. Waarom is het zo moeilijk om uit te vissen of biefstuk schadelijk kan zijn voor de gezondheid? 

Sarah Vandoorne

Journalist - schrijft vooral over fairtrade en duurzaamheidslabels

Finland, 1972. Nergens stierven er meer mensen aan hart- en vaatziektes dan in de provincie Noord-Karelië. “Mannen van 40 vielen daar gewoon dood op straat”, zegt milieueconoom Johan Albrecht (UGent), die de casus bestudeerde. Tot de bevolking alarm sloeg en aan de overheid vroeg hoe ze gezonder konden leven.

Verzadigde vs. onverzadigde vetten

Uit onderzoek bleek dat Noord-Kareliërs enorm veel dierlijke vetten aten. “Verzadigde vetten veroorzaken slechte bloedcholesterolwaarden”, licht Michaël Sels, hoofddiëtist aan het UZ Antwerpen, toe. “Als je niet afwisselt met gezonde, onverzadigde vetten, kunnen die zich afzetten in je bloedvaten. Zo kunnen bloedvaten dichtslibben en loop je risico op een beroerte.”

Om dat risico in te perken, schrapte de Finse bevolking onder meer dierlijke vetten, waaronder ook zuivelproducten, grotendeels van het menu. Kip en vis waren geen probleem, maar veel rood vlees werd afgeraden. Dat vetrandje aan je entrecote? Dat snijd je er beter af. Met de steun van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), die de Finse overheid mee begeleidde, zijn de sterftecijfers in Noord-Karelië aanzienlijk gedaald, tot 73 procent minder fatale hartkwalen bij mannen van middelbare leeftijd.

Voedingspatroon aanpassen

Het is een opmerkelijk voorbeeld van gedragsverandering dat professor Albrecht aanhaalt. De milieueconoom onderzocht de impact van vlees op zijn eigen gezondheid en schreef er het boek Het Gewicht van Vlees over. “Net als zoveel andere Belgen bleek ik op mijn veertigste last te krijgen van een hoge cholesterol”, getuigt professor Albrecht. “Dat had ik, als fervente sporter, niet verwacht. Mijn huisarts raadde me aan om cholesterolverlagers te nemen. Bij dat advies wou ik me niet neerleggen, dus onderzocht ik of ik mijn voedingspatroon kon aanpassen.”

Al snel kwam Albrecht uit bij meer plantaardige voeding. “Rood en bewerkt vlees bleken niet enkel gelinkt aan cholesterol en hart- en vaatziekten, maar ook aan diabetes type 2 en kanker. Hoe meer wetenschappelijke bronnen ik opzocht, hoe meer ik mijn voedingspatroon aanpaste”, zegt professor Albrecht, die intussen een overtuigd veganist is. 

“Een biefstuk past binnen een gezond voedingspatroon, maar niet in dezelfde hoeveelheden als vandaag"

Onderaan de voedingsdriehoek

“Mensen die veel rood vlees eten, hebben vaker te maken met chronische aandoeningen”, beaamt diëtist Loes Neven, coördinator gezonde voeding bij Gezond Leven. Dat Vlaams instituut heeft twee jaar geleden de nieuwe, omgekeerde voedingsdriehoek ontwikkeld.

Bewerkte vleeswaren en charcuterie, die volgens de Hoge Gezondheidsraad vooral bestaan uit rood vlees, zijn uit die driehoek gegooid. Zij werden verbannen naar een rode bol, de restgroep die overbodig is voor een gezond voedingspatroon en je beter links laat liggen. Onbewerkt rood vlees, zoals biefstuk, staat wel nog in het model, maar helemaal onderaan. Terwijl het in de vorige voedingsdriehoek op gelijke hoogte stond met andere eiwitbronnen zoals peulvruchten of kip, staat het nu in de oranje zone: voeding waar we het best minder van eten. “Daarmee willen we niet zeggen dat rood vlees ongezond is”, benadrukt Neven. “Een biefstuk past binnen een gezond voedingspatroon, maar niet in dezelfde hoeveelheden als vandaag.”

Te hoge vleesconsumptie

Volgens onderzoek van het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid (WIV, dat nu Sciensano heet, nvdr) uit 2014 eet de gemiddelde Vlaming dagelijks 111 gram vlees, waarvan 66 gram bewerkt vlees en 22 gram rood vlees. De Hoge Gezondheidsraad, die refereert naar de WIV-studie, publiceerde begin oktober nieuwe voedingsaanbevelingen. De raad beveelt aan om wekelijks maximaal 300 gram rood vlees en 30 gram bewerkt vlees te eten. Gezond Leven spreekt zich nog niet uit over exacte hoeveelheden, maar benadrukt dat we vooral minder vlees zouden moeten eten.

Zowel Gezond Leven, de Hoge Gezondheidsraad als professor Albrecht verwijzen naar gegevens van de WHO. De organisatie publiceerde eerder cijfers van het Global Burden of Disease Project waaruit blijkt dat jaarlijks 84.000 vroegtijdige overlijdens door kanker geassocieerd kunnen worden met een te hoge vleesconsumptie: 34.000 door bewerkt vlees en mogelijks 50.000 door rood vlees. Een andere WHO-studie, deze keer uitgevoerd door het International Agency for Research on Cancer (IARC), stelt dat “het eten van bewerkte vleeswaren kankerverwekkend is” en “het eten van rood vlees waarschijnlijk kankerverwekkend is”. 

"We hebben onderzocht of er een link is tussen de consumptie van rood en bewerkt vlees en een verhoogd risico op het ontwikkelen van verschillende soorten kanker. Dat blijkt alleen het geval voor dikkedarmkanker, en in mindere mate voor pancreas- en prostaatkanker”

Relatieve risico’s

Stefaan De Smet, Professor aan de Vakgroep Dierwetenschappen en Aquatische Ecologie, UGent, is lid van de werkgroep vlees-kanker van het IARC en geeft duiding bij die stellingen. “We hebben onderzocht of er in de wetenschappelijke literatuur een link is tussen de consumptie van rood en bewerkt vlees en een verhoogd risico op het ontwikkelen van verschillende soorten kanker. Dat blijkt het geval voor dikkedarmkanker. Tussen bewerkt vlees en maagkanker en rood vlees en pancreas- en prostaatkanker is er een zwak verband vastgesteld. Voor andere kankers zien we geen link.”

De resultaten van het IARC-rapport tonen evenwel geen direct oorzakelijk verband tussen entrecote eten en kanker krijgen. “Deze studie is geen volledige risicoanalyse”, benadrukt professor De Smet. “Het gaat om relatieve risico’s, om een potentieel gevaar. Er zijn verschillende risicofactoren betrokken bij het ontstaan van kanker. Die verschillen sterk tussen personen.” Met andere woorden: je entrecote of preparé op zondagmiddag is niet per definitie voer voor een kankerdiagnose. “Maar tweemaal per dag een grote portie rood vlees of vleeswaren eten doet de kans op darmkanker wel gemiddeld iets toenemen”, zegt De Smet. “De methodiek van het IARC zegt niets over de kans dat individuen kanker zouden ontwikkelen of vroegtijdig daaraan zouden overlijden." 

De rol van heemijzer

En daar wringt het schoentje. De methodiek om te bekijken of vlees werkelijk gezond of ongezond is, is niet waterdicht. Absolute risico’s van vlees eten berekenen is volgens De Smet zo goed als onmogelijk.

“Het gaat om mensen, je kan die niet zomaar dertig jaar in een kamer zetten en elke dag een biefstuk geven”, zegt ook voedingsbiotechnoloog Frédéric Leroy (VUB), die sceptisch staat tegenover alternatieven voor vlees. “Iedereen heeft een eigen levensstijl, die kan je niet loskoppelen van onderzoeksresultaten. Meer zelfs: mensen die vaak vlees eten, leven over het algemeen minder gezond. Velen roken, drinken regelmatig alcohol. Die factoren kan je proberen uit de studie te filteren, maar evident is dat niet.”

Die kritiek zien we ook in een controversiële Canadese studie die begin oktober 2019 de voedingswereld op z’n kop zette. Voor je gezondheid hoef je niet te minderen met vlees, publiceerden wetenschappers in het invloedrijke tijdschrift Annals of Internal Medicine. Voedingswetenschappers van Harvard Universiteit konden hun oren niet geloven en eisten dat het artikel teruggetrokken werd. “We zien twee verschillende scholen bij de voedingswetenschappers”, duidt professor Leroy. “De ene stelt dat de bewijsvoering te licht is om aanbevelingen te doen om te minderen. De andere weet dat het materiaal niet perfect is, maar vindt dat niets doen ook verkeerd is.”

Een bijkomende kritiek is dat we niet zeker weten welk element in rood vlees juist dikkedarmkanker zou kunnen veroorzaken. “Studies wijzen op de mogelijke invloed van heemijzer”, zegt professor De Smet. “Dat is een dierlijke vorm van ijzer die we vooral uit rood vlees halen en beter opnemen dan plantaardig ijzer. Als je er te veel van opneemt, zijn er risico’s”, legt diëtist Michaël Sels uit. “IJzer stimuleert de celdeling. Dat is de reden dat we het echt nodig hebben. Meer celdelingen dan nodig kunnen aan de basis liggen van darmkanker.” Of zoals professor De Smet het verwoordt: “Ook van goede dingen kan je te veel eten.”

Vleesvervangers gezocht

Zowel professoren De Smet en Leroy als diëtisten Sels en Neven wijzen op de vele nuttige voedingsstoffen, waaronder ijzer, die in vlees te vinden zijn. “Denk aan vitamine B12, die van nature enkel in dierlijke producten voorkomt”, illustreert Leroy. “Of eiwitten: vlees is samengesteld uit heel wat essentiële aminozuren. Als je dat uit je dieet schrapt, zul je goed moeten vervangen.” Vervanging is geen sinecure, vindt ook Sels. “Het is al moeilijk om de gewone voedingsrichtlijnen op te volgen, zien we aan de stijgende obesitasgraad in ons land. Bij veganisme moet je nog beter variëren om alle voedingsmiddelen op te nemen.”

Volgens Leroy speelt de markt in op het groeiend aantal veganisten, vegetariërs en vooral flexitariërs. “Elke multinational biedt tegenwoordig veggieburgers aan. Alleen zitten daar vaak geen groenten in en gaat het om ultrabewerkte voeding.” Vanuit Gezond Leven geeft Neven de voorkeur aan weinig of niet-bewerkte plantaardige eiwitbronnen, zoals tofu en peulvruchten. “Meer bewerkte vervangers zitten in een grijze zone. Daarvoor adviseren we om af te gaan op de info op het etiket of de Nutri-Score."

Vleesvervangers zijn vaak ultrabewerkt en daardoor niet per se een gezondere keuze dan vlees.

Gewoontes doorbreken

Aanbevelingen voor consumenten, zoals de voedingsdriehoek of de Nutri-Score, zijn volgens professor De Smet niet evident. “Je moet je afvragen welke boodschap je geeft door charcuterie in de rode bol buiten de voedingsdriehoek te zetten, naast chocopasta? Wie zegt dat bezorgde ouders die boterham met salami niet zullen vervangen door een boterham met choco?”

“Wij blijven erachter staan dat bewerkt vlees niet thuishoort in de voedingsdriehoek”, zegt Neven. “We eten al zoveel vlees. Voor de gezondheid minderen we het best met bewerkt vlees. Alleen: hoe doorbreken we die gewoonte? Voor veel mensen is het gemakkelijker om te minderen met vlees bij de broodmaaltijd, dan een warme maaltijd te vervangen. Laten we daarmee beginnen."

"Bewerkt vlees hoort niet thuis in een gezond voedingspatroon"
“Zelfs met een vleestaks zullen de betere sociale klassen nog altijd in staat zijn om vlees te kopen, voor mensen uit lagere klassen wordt dat moeilijker. En dat terwijl die laatsten sowieso al niet het gezondste voedingspatroon hebben”

Ingrijpende gezondheidstaks

Ook volgens Albrecht draait het om gewoontes. Berichtgeving over vlees, zoals artikels over de Canadese studie, verwart consumenten alleen maar, vindt hij. “Bij de minste twijfel blijven we bij oude routines: hetzelfde ontbijt, hetzelfde avondmaal.”

De milieueconoom stelt een ingrijpende verandering voor als mogelijke oplossing om het debat aan te wakkeren: een gezondheidstaks. Hij bekeek de totale uitgaven aan gezondheidszorg in ons land – 42 miljard euro – en vergeleek die met de verhoogde kans op hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en kanker. Mocht iedere Belg vegetariër worden, kwam Albrecht uit op een potentiële besparing van 1,37 miljard euro per jaar. Dat bedrag deelde hij door de jaarlijkse vleesconsumptie vanaf 2000. 

Zo kwam hij uit op een externe gezondheidskost van 1,42 euro en het concreet voorstel om elke kilogram vlees met 1,30 euro te belasten. “Hiermee gaat de prijs van vlees niet verdubbelen. Een nog hogere belasting om vleesconsumptie mogelijks helemaal in de kiem te smoren, die veel hoger ligt dan de externe kost, is economisch niet wenselijk. Dat zou onze markt te zwaar raken. Bovendien moeten mensen voorbereid worden hoe ze vlees kunnen vervangen.”

Voor Leroy staat zo’n vleestaks gelijk aan bestraffen. “De betere sociale lagen zullen nog altijd in staat zijn om vlees te kopen, voor mensen uit lagere klassen wordt dat moeilijker. Die laatsten hebben sowieso niet het gezondste voedingspatroon. Op die manier wordt hen een belangrijke bron aan nutriënten ontnomen.” Gezond Leven is niet principieel tegen een gezondheidstaks, maar vindt een vleestaks niet aan de orde. 

“Dan liever een taks ultrabewerkt voedsel zoals frisdranken, snacks en fastfood”, zegt Neven, onder meer verwijzend naar het recente onderzoek van voedingsexpert dr. Kevin Hall (National Institute of Diabetes, Digestive and Kidney Diseases in Bethesda) over de link tussen bewerkte voeding en obesitas. “Zo’n taks is nu niet prioritair, maar mocht die er komen, dan zouden de inkomsten moeten terugvloeien naar subsidies voor meer gezonde voeding.”

"Je gaat een zestienjarige niet overtuigen om minder bewerkte voeding te eten door te zeggen dat hij binnen veertig jaar kanker kan ontwikkelen. Wel door aan te tonen dat hij beter zal presteren als hij meer groenten, fruit en vezels eet"

Meer-meer-meerverhaal

Meer. Dat woord is volgens collega-diëtist Sels cruciaal. “Ik wil weg van het minder-minder-minderverhaal. Hoe ga je een zestienjarige overtuigen om minder bewerkte voeding te eten? Niet door te zeggen dat hij binnen veertig jaar kanker kan ontwikkelen. Wel door aan te tonen dat hij beter zal presteren in de turnles als hij meer groenten, fruit en vezels eet. Die boodschap is niet baanbrekend, nieuw of choquerend. Maar het is de enige boodschap waarvan we zeker zijn dat ze echt onderbouwd is.”

“Voedingswetenschap is moeilijk omdat je altijd iets in de plaats van iets anders eet”, concludeert Sels. “Als je rood vlees vervangt door een hoogbewerkte kipschnitzel, ben je niet beter bezig. Als je voor plantaardig voedsel kiest, heeft dat een gunstig effect op bijvoorbeeld obesitas en diabetes type 2. Alleen is dan de vraag: is dat het effect van minder rood vlees? Of van meer groenten en fruit?"

Bronvermelding