Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK
Sociaal

Kan een beleid greenwashing door bedrijven stoppen?

In 2022 nam de EU de beslissing om loze 'groene claims' aan te pakken met nieuwe wetgeving. Zo wil het het de transparantie van voedselsystemen in heel Europa wil verbeteren.

The Conversation

The Conversation is een onafhankelijke, non-profit journalistieke website die nieuws en achtergrond afkomstig uit de academische gemeenschap publiceert.

Als je de verpakking van je ontbijtgranen, koffie of energiereep bekijkt, vind je waarschijnlijk een of ander label dat de duurzaamheid van het product aantoont. Van het EU Ecolabel, CarbonNeutral, Dolphin Safe, Marine Stewardship Council, tot Rainforest Alliance Certified, merkte de Europese Commissie dat er vandaag de dag wereldwijd 457 vrijwillige milieulabels zijn, waarvan er momenteel meer dan honderd worden gebruikt in de EU. Dit aantal is zelfs nog hoger voor zogenaamde milieuclaims (bijv. "groen"), die vaak vaag en slecht gedefinieerd zijn, wat vaak leidt tot "greenwashing", een fenomeen waarbij producten ten onrechte als milieuvriendelijker op de markt worden gebracht dan ze in werkelijkheid zijn. Dit alles roept de vraag op - hoe kunnen we de werkelijke duurzaamheid van onze producten en voeding beoordelen in deze dierentuin van claims en labels?

De behoefte aan harmonisatie van keurmerken

Het probleem met milieucertificaten en labels is dat er niet één uniforme aanpak is om betrouwbare milieu-informatie over een product te geven. Dat betekent dat consumenten, bedrijven en investeerders afhankelijk zijn van hun eigen individuele inzicht in het voedsel, het product of de toeleveringsketen om weloverwogen aankopen of investeringen te doen. Een nieuwe geharmoniseerde methodologie in de EU zou alle labels en claims binnen hetzelfde kader vergelijken. Als dit werkt, zou dit betrouwbare, vergelijkbare en verifieerbare informatie opleveren over de impact op het milieu gedurende de hele levenscyclus van een product, iets waar de meeste ecolabels niet in slagen.

In 2020 bedacht de Europese Commissie met het Sustainable Product Initiative (SPI) als onderdeel van het Actieplan Circulaire Economie van de Green Deal van de EU. Na een feedbackperiode en een openbare raadpleging van Europese burgers heeft de Commissie het wetgevingsvoorstel voor het initiatief op maart 2022 aangenomen. De SPI zal bedrijven wettelijk verplichten om de milieuclaims op hun producten te verifiëren, en de geloofwaardigheid van evaluaties van milieuprestaties te verbeteren. Het zal ook regels vaststellen voor productontwerp en het delen van informatie via een digitaal productpaspoort verplicht stellen. Uiteindelijk is het SPI bedoeld om een duurzamere en meer circulaire economie binnen de EU te bevorderen.

Noaa - Unsplash

Eén methode om de impact te meten

Om de milieueffecten van een product gedurende zijn levenscyclus te verantwoorden, worden levenscyclusanalyses (LCA's) gebruikt. Deze LCA's beoordelen de milieueffecten van alle materialen en processen die binnen de toeleveringsketen van een product worden gebruikt, van begin tot eind. Hierdoor krijgen we een reëler beeld van de totale impact van een product en kunnen producenten mogelijke verbeterpunten in hun toeleveringsketen identificeren. LCA's geven ook informatie over de afwegingen tussen verschillende milieueffecten en voorkomen dat de milieubelasting van het ene deel van de levenscyclus van een product naar het andere wordt verschoven. Om de omvang en het werkelijke belang te evalueren van alle milieueffecten die in de LCA worden ontdekt, wordt een levenscycluseffectbeoordeling (LCIA) uitgevoerd om ons te laten zien hoeveel elke milieu-'kost' werkelijk waard is.

In deze LCIA-fase van de beoordeling worden verschillende factoren zoals emissies, landgebruik of koolstofkosten tegen elkaar afgewogen en op een relatieve schaal geplaatst om ons te helpen begrijpen waar en hoe elk product van invloed is op ons milieu.

Om het nieuwe beleid te ondersteunen, ontwikkelde het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Europese Commissie zijn eigen gestandaardiseerde methode voor het uitvoeren van LCIA's, genaamd de Product Environmental Footprint (PEF). De PEF, die sinds 2013 in ontwikkeling is, harmoniseert de regels voor het uitvoeren van LCIA's en biedt een consistente aanpak voor het beoordelen en valideren van producteffecten. Hoewel de PEF vergelijkbaar is met een gewone LCA, heeft deze strengere regels dan een gewone LCA en kunnen verschillende producten gemakkelijker met elkaar worden vergeleken.

Hoe de product-milieuvoetafdruk (PEF) werkt

De PEF-methodologie is het resultaat van tien jaar ontwikkeling en vormt de ruggengraat van het Initiatief Duurzame Producten. Dit initiatief stelde een wettelijk kader voor dat bedrijven verplicht hun 'groene' claims te onderbouwen. Naast het gebruik van informatiehulpmiddelen en etikettering voor producten, gaat het ook om het identificeren van de noodzakelijke voorwaarden voor het betreden van de Europese markt. Kortom, het doel is om van duurzame goederen en diensten de norm te maken.

Er zijn in totaal zestien erkende milieu-impactcategorieën om de milieu-impact van voedingsmiddelen en andere producten te beoordelen. Deze categorieën zijn gebaseerd op indicatoren variërend van broeikasgasemissies tot landgebruik, radioactieve emissies en waterverontreiniging.

Hoewel het belangrijk is om een integrale aanpak te hanteren bij het beoordelen van de impact van een product en te kijken naar de brede set impactcategorieën, zijn niet alle categorieën relevant voor een individueel product. Daarom wordt in de PEF-methodologie alleen prioriteit gegeven aan de milieueffecten die betrekking hebben op de meest relevante milieukwesties met betrekking tot de toeleveringsketen van het product. Dit selectieve proces is echter bekritiseerd als een factor die de beoordelingsmethode subjectiever maakt, omdat bepaalde effecten hierdoor kunnen worden genegeerd.

Food Unfolded

Welke invloed kan dit beleid hebben op de duurzaamheid van voedsel?

Dit beleid gaat over veel meer dan een label. Het is een kans voor wetgeving die duidelijke richtlijnen en normen oplegt voor groene claims met behulp van de robuuste PEF-methodologie. In de praktijk zou deze wetgeving kunnen leiden tot wettelijk gelegitimeerde milieukeurcertificeringen. Als deze wetgeving na verloop van tijd succesvol is, kan ze ook leiden tot de oprichting van een openbaar Europees register dat bedrijven een overzicht biedt van de voorwaarden en maatregelen die nodig zijn om duurzaamheidsclaims te valideren, evenals een lijst van goedgekeurde en verboden milieuclaims.

In de eerste discussies over het beleid werd gesproken over het idee van een "eco-score" of een stoplichtsysteem voor etiketten op de voorkant van verpakkingen. Het is echter nog onduidelijk hoe en of de PEF kan worden geïmplementeerd voor etiketten.

Er blijven nog veel vragen over

Er zijn nog veel vragen te beantwoorden. Zou het leiden tot één betrouwbaar en herkenbaar etiket voor de consument? Zou het echt helpen om de massa verwarrende eco-labels te verminderen? En nog belangrijker, als er nog een gestandaardiseerd label zou komen, zou het dan vrijwillig of verplicht zijn voor bedrijven om het te gebruiken? Het is echter onwaarschijnlijk dat de EU deze beslissing zou nemen, omdat dit waarschijnlijk zou leiden tot aanzienlijke verstoringen van de internationale handel en weerstand van particuliere actoren.

Er bestaat al een EU-milieukeurmerk, de "EU-bloem", dat relatief wijdverspreid is, hoewel dit geen betrekking heeft op voedsel, maar vaak te zien is op verpakkingen van producten zoals papier en verf.

De PEF-methode geeft een weging van de meest relevante impact (bijv. opwarming van de aarde), afhankelijk van het product en de externe effecten van de productie. Sommigen beweren dat de nadruk op kooldioxide-emissies te zwaar is en dat de weging van indicatoren door producenten subjectief kan zijn en soms andere milieueffecten onderschat, zoals verlies van biodiversiteit of watervervuiling. Bovendien vereist de methodologie het verzamelen van uitgebreide gegevens over de hele waardeketen, van landbouwgereedschap tot transport- en opslagmethoden die worden gebruikt tot aan de detailhandel. Het vinden van deze gegevens is niet alleen ingewikkeld om te verkrijgen, maar in veel gevallen is het gewoon niet iets dat alle kleine boeren kunnen leveren - waardoor de toepasbaarheid van de beoordeling wordt beperkt ten gunste van grotere producenten met meer middelen.

Misschien moet het geloof dat een uniform label of een uniforme methodologie onze toeleveringsketen duurzamer kan maken nog worden aangetoond. Dat gezegd hebbende, is het ongetwijfeld nodig om bedrijven te verplichten hun milieuclaims te onderbouwen met een gestandaardiseerde methodologie en de geldigheid en ethiek van loze groene claims opnieuw te evalueren. Informatie over de productie van een product moet op een duidelijke, specifieke, ondubbelzinnige en nauwkeurige manier worden gepresenteerd en dit initiatief kan het duwtje in de rug zijn dat nodig is om te beginnen graven naar meer transparantie in de hele toeleveringsketen.

Dit artikel verscheen eerder in het Engels op de website van onze partner FoodUnfolded: https://www.foodunfolded.com/a.... De auteur is Inés Oort Alonso.

Bronvermelding