Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK
Sociaal

Hoe kunnen we onze veedieren weer Europees voer voorschotelen?

We komen eiwitten te kort. En veel ook. Niet op ons bord – daar zit het wel snor – maar vooral in de veeteelt. Al die koeien, varkens, kippen en andere veedieren moeten hun dagelijkse portie eiwitten binnenkrijgen, maar op de Europese velden zijn niet veel eiwitgewassen meer te vinden. Dus voeren we massaal soja in. De EU wil de afhankelijkheid van ingevoerde eiwitten nu terugschroeven. Hoe? Ik zocht het uit. 

Toon Lambrechts

Journalist - Heeft een sterke interesse in het raakpunt tussen wetenschap en ecologie.

Sinds de Tweede Wereldoorlog is er in Europa steeds minder plaats gekomen voor het telen van eiwitgewassen. De invoer van het eiwitrijke soja ging vanaf toen door het dak. Zo'n 30 procent van de eiwitbehoefte voor veedieren in Europa wordt vandaag ingevuld door soja, dat door zijn aminozuursamenstelling uiterst geschikt is al veevoer.

De EU is voor 70 procent afhankelijk van geïmporteerde eiwitten, een cijfer dat voor soja oploopt tot 97 procent. Vorig jaar voerden vrachtschepen maar liefst 36 miljoen ton soja aan, voornamelijk uit de VS, Brazilië en Argentinië. Haast allemaal om Europees vee van eiwitten te voorzien.

Het besef groeit dat die situatie onhoudbaar is. Milieuorganisaties pleiten er al jaren voor om de invoer van soja aan banden te leggen. De desastreuze impact van sojateelt in Zuid-Amerika is alom bekend en de invoer van overzeese eiwitten zorgt ervoor dat nutriënten zich hier in het water en de bodem ophopen. Mede dankzij de import van soja is een grootschalige veeteelt mogelijk die niet beperkt wordt door het beschikbare areaal landbouwgrond. Maar al die dieren produceren een gigantische hoeveelheid mest, te veel om op de akker te verwerken. Vooral nitraten en fosfaten uit dat mest hebben nefaste gevolgen voor het milieu.

"Terwijl de EU van de Zuid-Amerikaanse producenten GGO-vrije soja vraagt en maatregelen tegen ontbossing eist, stelt China zich veel soepeler op"

Concurrentie uit China

Landbouw is daarnaast ook een politieke kwestie, en dat is een invalshoek die vaak niet wordt belicht. Voedselproductie en voedselzekerheid zijn nochtans essentiële politieke thema's. De veehouderij is een uiterst belangrijke sector die in 2016 39,4 procent van alle opbrengsten van de Europese landbouw vertegenwoordigde – dat komt overeen met een waarde van 160 miljard euro.

De afhankelijkheid van ingevoerde eiwitten zou weleens een probleem kunnen worden voor de veeteelt. In 1960 voerde de EU slechts 2,45 miljoen ton soja in, vandaag bijna 36 miljoen. Daarmee blijft Europa een belangrijke importeur, maar wel een die intussen met gemak wordt overvleugeld door China. Dat land – tot de jaren negentig een exporteur van soja – verscheepte vorig jaar maar liefst 96 miljoen ton soja voor eigen consumptie, bijna drie keer zoveel als de EU. Verwacht wordt dat China tegen 2020 meer dan 85 procent van soja op de wereldmarkt zal opkopen.

China haalt zijn soja vooral uit Brazilië, en weegt als grootste afnemer zwaarder op de markt dan de EU. Terwijl de EU van de Zuid-Amerikaanse producenten GGO-vrije soja vraagt en maatregelen tegen ontbossing eist, stelt China zich veel soepeler op. Aangezien de vraag vanuit China zal blijven groeien, neemt ook hun invloed toe op de prijszetting van soja op de wereldmarkt. Daardoor dreigt een scenario waarbij de EU helemaal niet meer zeker is of ze nog wel kan rekenen op Zuid-Amerikaanse soja.

De groeiende dominantie van China op de sojamarkt zorgt al langer voor zenuwachtigheid in Brussel. Daarom wil de EU werk maken om de afhankelijkheid van geïmporteerde eiwitten terug te dringen. Momenteel schrijft de Europese Commissie aan een European Protein Strategy, die eind dit jaar klaar zou moeten zijn. Duitsland en Hongarije besloten niet te wachten, en kwamen vorig jaar met de European Soy Declaration, ondertussen ondertekend door veertien andere lidstaten. Zij willen vooral de teelt van soja binnen de EU een duwtje in de rug geven.

"Na de Tweede Wereldoorlog zaten de VS met een overschot aan soja. Er is toen bedisseld dat er geen invoerheffingen op soja zouden komen"

Overschotten uit de VS

De oorzaak van het huidige tekort aan eiwitten gaat terug tot de begindagen van de Europese Unie. Om de eigen landbouw te beschermen, stippelden de toenmalige lidstaten een gemeenschappelijk landbouwbeleid (CAP) uit, met hoge tolmuren voor de belangrijkste landbouwgewassen. Soja bleef echter buiten beeld. Het resultaat van een akkoord tussen de VS en Europa, weet professor Erik Mathijs. Mathijs is verbonden aan de vakgroep Bio-economie van de KU Leuven, waar hij werkt aan het economisch aspect van duurzame voedselproductie.

“Na de Tweede Wereldoorlog zaten de VS met een overschot aan soja. Er is toen bedisseld dat er geen invoerheffingen op soja zouden komen. Al snel bleek dat soja een veel betere eiwitsamenstelling had dan andere eiwitgewassen. Zo werd de verandering in het dieet van landbouwdieren in gang gezet.”

In 1992 kwam er een nieuw akkoord tussen de VS en de EU, het zogenaamde Blair House Agreement waarin stond dat de EU sojateelt niet zou subsidiëren. Als resultaat bleek de in Europa geteelde soja niet competitief op de wereldmarkt, waar ondertussen landen als Brazilië en Argentinië zich op de sojateelt hadden gestort. “Het begon met Amerikaanse soja, maar door de vrijmaking van de markt verschoof de import naar soja uit Brazilië en Argentinië. De BSE-crisis heeft die tendens nog versterkt. Na de gekkekoeienziekte kwam er een verbod op het gebruik van beendermeel in veevoer, tot dan een belangrijke eiwitbron. Zo werd de EU nog meer afhankelijk van geïmporteerde soja.”

"Soja is geen nieuwkomer op de Europese velden. De eerste vermelding van sojateelt in Italië dateert van 1760. Later is het gewas in de vergetelheid geraakt"

Vlaamse soja?

De uiteindelijke krijtlijnen van het plan van de EU om zelf meer eiwitgewassen te telen zullen pas eind dit jaar duidelijk worden, wanneer de Europese Commissie haar strategie zal presenteren. Wel is zo goed als zeker dat er een grote rol voor in Europa geteelde soja weggelegd is. Ondertussen wagen de eerste boeren in België en het zuiden van Nederland zich aan de nieuwe teelt.

In Vlaanderen rijpt er momenteel zo’n 100 hectare soja. Het ILVO (Instituut voor Landbouw- Visserij- en Voedingsonderzoek) voert al vijf jaar veldproeven uit. Johan Van Waes begeleidt het onderzoek. “Voor alle duidelijkheid, soja is geen nieuwkomer op de Europese velden. De eerste vermelding van sojateelt in Italië bijvoorbeeld dateert van 1760. Later is het gewas echter in de vergetelheid geraakt.”

Van Waes is overtuigd van het potentieel van de Vlaamse soja. “Als vlinderbloemige fixeert de plant stikstof uit de lucht en houdt die vast in de bodem. Het verbetert de bodemstructuur en verhoogt de reserve aan voedingselementen zoals stikstof. En daar profiteert het volgende gewas op het veld dan weer van. 

Voor akkerbouwbedrijven met een enge gewasrotatie loont het om soja in hun teeltschema op te nemen. Ook economisch is het een erg interessant gewas. Op termijn zie ik het areaal soja in Vlaanderen groeien tot zo’n 10.000 of misschien wel 20.000 hectare.” Dat is niet niks, maar het is nog altijd maar een fractie van de 351.000 hectare landbouwgrond die de teelt van voedergewassen voor de veeteelt opslorpt.

Vroegrijpe bonen gezocht

Extra onderzoek naar sojarassen die geschikt zijn voor ons klimaat blijft nodig, aldus Van Waes. “Vlaanderen heeft een betrekkelijk kort groeiseizoen, dus een snelle rijping van de bonen is essentieel. Soja verdraagt geen vorst, dus zaaien kan pas begin mei. Om droge bonen te oogsten is 30 september dan weer zo'n beetje de limiet. 

Omdat de soja hier in de eerste plaats voor directe menselijke consumptie is, streven we naar een eiwitgehalte van minimaal 42 procent, een vereiste voor sojabonen als grondstof voor producten voor menselijke consumptie. 

Waar we ook naar kijken is ziekteresistentie, vooral tegen de schimmelziekte sclerotinia die de plant doet wegrotten. Een ander aspect waarop we selecteren is de snelle groei in de eerste weken. Dat maakt dat onkruid minder kans krijgt en dat scheelt dan weer veel in het gebruik van onkruidbestrijding.”

Het idee achter de introductie van soja in Vlaanderen is het telen van bonen met een hoog eiwitgehalte als basisgrondstof voor producten zoals sojamelk en vleesvervangers. Maar Van Waes ziet op termijn ook mogelijkheden om lokaal geteelde soja als veevoer te benutten. 

“Bonen met een eiwitgehalte lager dan 42 procent kunnen doorstromen naar de veevoerproductie. Een andere piste is het inkuilen van onrijpe soja die op die manier in z’n geheel als voedergewas kan dienen. Voeding en voeder sluiten elkaar niet uit in dit verhaal, maar gaan hand in hand.”

"Ooit gold Oekraïne als de graanschuur van Europa, maar dat kan weleens veranderen in de sojasilo van de EU"

Sojasilo Oekraïne

Toch, het leeuwendeel van Europese soja zal niet van de Belgische velden komen, maar van de regio rond de Donau. Dat is nu al zo, maar de ambities rijken veel verder. Een hele rist agrobedrijven, veevoederproducenten en onderzoeksinstellingen hebben zich verenigd onder de naam Donau Soja Association. Hun doel is om op termijn de Donauregio, ruwweg afgebakend van het noorden van Italië tot het westen van Oekraïne, te ontwikkelen tot de sojaregio van Europa.

De Donauregio leent zich uitstekend voor de teelt van soja, vooral omwille van het langere groeiseizoen. Het areaal neemt al enkele jaren toe, maar de Donau Soja Association ziet het grootser en wil een eigen Europese sojaketen uitbouwen, van veld tot verwerking als veevoer of voor directe menselijke consumptie. De organisatie zet in op duurzame soja die, zoals de EU het voorschrijft, GGO-vrij dient te zijn. Het doel is om op termijn in de helft van de Europese sojabehoefte te voorzien.

Essentieel in de sojastrategie zijn de akkers van Oekraïne. Nu al komt 51 procent van alle in Europa geteelde soja uit Oekraïne. Ooit gold het land als de graanschuur van Europa, maar dat kan weleens veranderen in de sojasilo van de EU. 

Zonder de Oekraïense akkers is de ambitie van Europa om minder afhankelijk te worden van Zuid-Amerikaanse soja weinig realistisch. Het land heeft het grootste landbouwareaal van Europa, met een bodem van uitstekende kwaliteit. De zwarte aarde van de Oekraïense akkers, de chernozem, het zwarte goud, bevat een hoog percentage humus, is rijk aan nutriënten zoals fosfor, en houdt vocht goed vast. Ideale landbouwgrond, waar de EU reikhalzend naar uitkijkt.

Het Associatieverdrag tussen Oekraïne en de EU maakte van het land een strijdperk tussen de EU en Rusland. Dat heeft ook gevolgen voor de landbouw. Oekraïense boeren hebben moeilijker toegang dan voorheen tot de Russische markt omwille van het conflict tussen beide landen, en het afbouwen van invoertarieven maakt de Europese markt veel aantrekkelijker. Het zou de EU goed uitkomen mocht de Oekraïense landbouw zich meer op soja gaan toeleggen ter vervanging van de graanteelt die in directe concurrentie met die van de EU staat.

“Het zou een vergissing zijn om de eiwitvoorziening van de EU uitsluitend op soja te laten steunen. Daarmee importeren we hetzelfde desastreuze landsysteem dat zoveel schade heeft aangericht in Zuid-Amerika”

Rurale exodus

Ambities te over langs de Donau dus. Toch is niet iedereen overtuigd. Grootschalige sojateelt zal een impact hebben op de landbouw in landen als Roemenië en Servië waar kleinschalige landbouw nog steeds een gangbare praktijk is, vertelt Attila Szocs, zelf boer en voorzitter van Eco Ruralis, een Roemeense organisatie die de belangen van kleine boeren verdedigt. 

“In het sojaconsortium zitten een aantal Oost-Europese producenten, maar de verwerkende bedrijven en retailers zijn ofwel West-Europese bedrijven, ofwel internationale spelers. Ook al komt er soja op onze velden, het kapitaal vloeit naar elders. Dat systeem zien we nu al in de maïsteelt. Weinig Roemeense boeren zullen beter worden van soja, ondanks de beloftes dat er ook programma's voor kleine boeren komen.”

Een groot probleem voor Roemeense boeren is de toenemende landconcentratie. De markt voor landbouwgronden is erg corrupt, en daarvan profiteren grote spelers, aldus Szocs.

Ruwweg vier miljoen hectare landbouwgrond is al in handen van grote agrobedrijven. Ongeveer de helft gaat om landspeculatie, waarbij gronden worden opgekocht om daarna meteen weer te verpachten aan de boeren. De andere helft dient voor grootschalige landbouwproductie. Zo'n 90 procent van de opbrengst van die gronden gaat naar veevoer. Momenteel gaat het vooral om maïs, maar alles wijst erop dat soja eenzelfde verhaal wordt, vooral omdat een aantal bedrijven die nu al actief zijn in Roemenië ook deel uitmaken van de Donau Soja Association.”

De toenemende landconcentratie maakt dat de plattelandssamenleving in Roemenië zwaar onder druk staat. Boeren stoppen ermee, en mensen trekken weg. Sinds 2007 verlieten 3,4 miljoen mensen het land, op een bevolking van bijna 20 miljoen. De veranderingen op het Roemeense platteland vormen een drijfveer achter deze exodus, verklaart Szocs.

“De shift naar grootschalige landbouw – of het nu gaat om soja of een ander gewas – speelt een belangrijke rol. Intensieve landbouw biedt maar weinig werkgelegenheid. Tegelijkertijd verandert het het culturele landschap. We hebben in Roemenië een sterke traditie op vlak van lokaal geteeld voedsel, maar die komt zwaar onder druk te staan. Land is voor ons meer dan akkers, het is de plek waar we leven. Zodra dat vervaagt, is er nog maar weinig reden om op het platteland te blijven.”

Toch is Attila Szocs in se niet tegen soja. “Alleen zou het een vergissing zijn om de eiwitvoorziening van de EU uitsluitend op soja te laten steunen. Daarmee importeren we hetzelfde desastreuze landsysteem dat zoveel schade heeft aangericht in Zuid-Amerika.”

"Als het gaat tussen Europese soja en verantwoord geteelde soja uit Zuid-Amerika, dan is er niet zo'n groot verschil op vlak van duurzaamheid"

Europese soja duurzamer?

De keuze om de afhankelijkheid van geïmporteerd eiwit af te bouwen is in de eerste plaats een politieke kwestie, maar ook duurzaamheid is een belangrijk argument. Alleen lopen de resultaten van vergelijkende studies uiteen. Een duidelijk antwoord of Donausoja wel echt zoveel beter is voor de planeet dan Zuid-Amerikaanse soja is er vooralsnog niet.

Een moeilijke kwestie, erkent professor Chris De Visser. De Visser is als onderzoeker verbonden aan Wageningen University and Reseach en is betrokken bij de introductie van soja in Nederland. 

“Er speelt een waaier aan factoren, en wat je wel of niet meeneemt in de berekening bepaalt grotendeels de uitkomst. Op de akkers rond de Donau groeien vandaag andere gewassen, en waar halen we die vandaan als we ze vervangen door soja? Als het gaat tussen Europese soja en verantwoord geteelde soja uit Zuid-Amerika, dan is er niet zo'n groot verschil op vlak van duurzaamheid. Enkel het transport, maar dat is een minder grote factor dan gedacht, zeker in vergelijking met de impact van land- en watergebruik.”

Europa heeft een rijke traditie in het telen van hele reeks eigen vlinderbloemige eiwitgewassen zoals velderwten, lupinen en bonen, allemaal geschikt als veevoer. Kunnen die een rol spelen in de zoektocht naar Europese eiwitten? 

“Sowieso heeft soja een superieure eiwitsamenstelling die ook nog eens goed verteerbaar is. Daarbij komt dat het de perskoek is die dient als veevoer. De olie is dan al uit de soja en is een hoogwaardig en economisch waardevolle grondstof op zich.”

“Bonen en erwten bevatten behalve eiwitten vooral zetmeel, een erg goedkope grondstof die veel efficiënter met maïs en tarwe geteeld kan worden. Dat is niet rendabel voor een boer in het huidige landbouwsysteem. Zonnebloempitten en koolzaad bieden wel die combinatie van olie en eiwitten, maar zijn geen vlinderbloemigen. Dat maakt van soja het beste alternatief voor … soja.”

Andere opties zoals insecten en algen hebben potentieel, maar zijn niet voor meteen, aldus De Visser. “Op korte termijn zie ik dergelijke alternatieven geen rol van betekenis spelen.

Zeker voor veevoer blijven ze gewoon nog te duur.” En dierenmeel op basis van slachtafval? Wetenschappelijk gezien is er geen beletsel om opnieuw op ruimere schaal dierenmeel in veevoer te gebruiken. Het blijft een interessante grondstof. Maar de maatschappelijke acceptatie ervan is problematisch, en dat zie ik niet veranderen.”

“Dankzij het teruglopend vleesverbruik in Europa kan er een heuse economie voor vlinderbloemigen ontstaan. Niet voor veevoer, wel voor menselijke consumptie”

Van veld naar bord

De wil is er om meer eiwitten te telen in de EU. Europese soja is een mogelijke piste, en landbouwtechnisch is er geen beletsel. De plant is geschikt voor grote delen van Europa. Maar in een vrijhandelssituatie zullen veevoerproducenten kiezen voor de goedkoopste optie, en dat blijft voorlopig geïmporteerde soja. De winstmarges in de veehouderij zijn dermate klein dat er maar weinig ruimte is om lokaal geteeld, maar duurder voer te gebruiken, tenzij voor de nichemarkt van de bewuste consumenten.

De kwaliteiten van soja zijn onmiskenbaar, maar het zou voorbarig zijn om alternatieve eiwitgewassen niet mee te nemen. Veel hangt af van de strategie die de EU zal volgen, vertelt Chris De Visser. 

“Landbouwsubsidies kunnen ervoor zorgen dat Europese boeren vaker voor vlinderbloemige gewassen zullen kiezen, alleen is het moeilijk te voorspellen in welke mate. Op langere termijn zie ik wel mogelijkheden voor vlinderbloemigen, omdat ons consumentengedrag verandert. In Nederland gaan bijvoorbeeld stemmen op om veehouders te verplichten om een bepaald percentage van hun voer uit lokale bronnen te betrekken.”

Maar vooral voor directe humane consumptie liggen er pistes open, aldus De Visser. “Het vleesverbruik in Europa loopt schoorvoetend terug. Ik verwacht dat die tendens zich zal doorzetten, waardoor de consumptie van vleesvervangers zal toenemen. Zo kan er een hele economie rond vlinderbloemigen ontstaan, niet voor veevoer, maar direct voor menselijke consumptie. Duurzaamheid, regionale productie en korte ketens zijn belangrijke tendensen, en dergelijke maatschappelijke factoren wegen vaak zwaarder door dan politieke beslissingen.

Bronvermelding