We hebben er maar een minuscule hoeveelheid van nodig, maar zonder jodium gaat het goed fout. Om de inname van jodium op te krikken voegt men het element toe aan zout, en via zout ook aan brood. Probleem: de laatste tien jaar zijn we minder brood gaan eten. Nieuwe manieren om voeding te verrijken met jodium kunnen een oplossing bieden.
Zoeken op afbeeldingen is nooit een goed idee als het om ziektes gaat, ook niet voor iets wat zo onschuldig klinkt als jodiumtekort. Enorme zwelling in de keel, kinderen met een lege blik, geremd in hun groei. Cretinisme was vroeger een gevreesde aandoening in meer afgelegen regio's van Europa. Ook elders kwam de zogenaamde krop, een abnormale zwelling van de schildklier, veelvuldig voor. Pas halfweg de negentiende eeuw kwam men erachter dat deze aandoeningen het gevolg bleken te zijn van een tekort aan slechts één element in de voeding, namelijk jodium.
Jodium is een sporenelement, een stof waarvan we maar heel weinig nodig hebben, nog minder dan andere types micronutriënten zoals vitamines en mineralen. Voor volwassenen ligt de aanbevolen hoeveelheid op 150 microgram per dag, voor zwangere vrouwen op 175 microgram en voor vrouwen die borstvoeding geven op 200 microgram.
Ondanks de minieme vereiste dagelijkse dosis speelt jodium een belangrijke rol in ons organisme. “Jodium is essentieel voor een goed functionerend metabolisme”, verduidelijkt Christophe Matthys, onderzoeker aan de vakgroep Klinische en Experimentele Endocrinologie van de KU Leuven. “In eerste instantie voor de werking van de schildklier. Jodium is noodzakelijk voor de aanmaak van thyroxine, een hormoon van de schildklier. De hormonen uit de schildklier reguleren niet alleen de stofwisseling, maar ook de lichaamstemperatuur en het zenuwstelsel.”
De schildklier houdt een zekere hoeveelheid jodium vast, dus een te lage inname heeft niet meteen gevolgen. Maar een langdurig tekort leidt tot een zwelling van de schildklier, aldus Matthys. “Eerst ontstaan er kleine knobbeltjes op het orgaan. Die kunnen verder uitgroeien tot een zogenaamde goïter, een schildkliervergroting zichtbaar in de nek. Een te laag gehalte aan jodium bij zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven kan gevolgen hebben voor het kind. Heel ernstige gevallen van jodiumtekort tijdens en na de zwangerschap kunnen dwerggroei en een mentale achterstand veroorzaken. Al hoeven we ons over dergelijke zware tekorten in België geen zorgen te maken.”
Jodium komt als element vooral voor in zeeën en oceanen. Via verdamping komt jodium in de atmosfeer terecht en slaat het neer op de bodem waarop planten een beperkt deel ervan opnemen. De volkswijsheid dat zeelucht zo’n deugd doet omwille van de aanwezige jodium klopt overigens niet. Een deel van het de atmosferische jodium komt inderdaad via de longen in het lichaam terecht, maar de hoeveelheid ingeademd jodium op een dagje aan zee ligt op 30 nanogram – ver onder de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid, dus. Ook zeezout bevat maar weinig jodium omdat het bij de verdamping verloren gaat.
In België krijgen we jodium vooral via het gejodeerde zout in brood binnen, wel tot de helft van onze jodiuminname volgens de Belgische Voedselconsumptiepeiling. Melk en melkproducten dragen zo’n 16 procent bij. Andere bronnen van jodium in de voeding zijn vlees en vleesvervangers, en vis en schaaldieren, beide goed voor ongeveer 7 procent. Jodiumzout vult onze gemiddelde jodiumopname aan, supplementen in deze spelen niet echt een rol.
Het ligt voor de hand dat voedingsproducten uit de zee meer jodium meedragen. Kabeljauw en makreel bevatten bijvoorbeeld zo’n 100 microgram per 100 gram vis. In een portie melk van 200 milliliter zit 14 microgram jodium, in een ei 10 milligram. Groenten bevatten maar weinig jodium, al varieert het jodiumgehalte mee met dat in de bodem. Zeewier en kelp zijn prima plantaardige jodiumbronnen, maar vinden nog niet echt hun weg naar het bord van de Belgische consument.
Het lijstje voedingsmiddelen dat jodium bevat is niet lang. Een tekort zou al snel op de loer liggen, ware het niet dat we heel wat jodium binnenkrijgen via jodiumzout, direct als keukenzout of indirect als bakkerszout in brood. Jodiumzout is eenvoudig keukenzout met een snuifje jodium, tussen 50 tot 65 milligram per kilogram. Een dergelijke fortificatie van zout kan ook met andere micronutriënten zoals ijzer bijvoorbeeld.
Zout is een gedroomde drager om micronutriënten zoals jodium ons dieet binnen te loodsen. Als een van de weinige voedingsmiddelen ter wereld wordt het universeel geconsumeerd. Zelfs in de armste of meest geïsoleerde regio’s is zout een basisproduct dat jong en oud haast dagelijks binnenkrijgen. Een bijkomend voordeel ligt in het feit dat de productie en verwerking van zout in een relatief compacte keten plaatsvindt, wat het gemakkelijker maakt om jodium op grote schaal toe te voegen.
Jodium toevoegen aan zout is bovendien simpel en goedkoop. Tussen de raffinage en het drogen van zout voegt men kaliumjodide toe, een anorganisch zout dat bestaat uit een verbinding van kalium en jodium. Dat kan droog, door kaliumjodide als poeder te mengen met het keukenzout, of nat, door in water opgelost kaliumjodide over het zout te druppelen of te sproeien en vervolgens beide zouten goed te mengen. In een aantal landen zoals Roemenië is het toevoegen van jodium verplicht. Dat is bij ons niet het geval, jodiumzout en gewoon zout liggen naast elkaar in de winkelrekken, de keuze is aan de consument.
“Jodiumdeficiëntie brengt een kost met zich mee. Een vermindering van ons collectief jodiumtekort betekent bijgevolg ook een besparing voor de gezondheidszorg"
België staat op de wereldkaart ingekleurd als een land met een mild jodiumtekort, ondanks herhaalde campagnes om jodiumzout te promoten. Vandaar dat de FOD Volksgezondheid in 2009 overeen kwam met de bakkerijsector om jodiumzout te gebruiken bij de bereiding van brood. Bakkerijzout is dus niets anders dan met jodium verrijkt zout. De maatregel is vrijblijvend, maar de meerkost van jodiumzout is verwaarloosbaar en de smaak identiek, dus veruit de meeste bakkers kiezen voor jodiumzout. Bij biobakkers ligt dat anders, daar wordt vaak zeezout gebruikt. Dat bevat ook wel wat jodium, maar veel minder dan bakkerszout.
De overeenkomst met de bakkerijsector om brood met jodiumzout op smaak te brengen kwam er na een breed onderzoek naar de jodiumstatus in België. “Dat onderzoek is het laatste dat iets zegt over de Belgische bevolking als geheel”, aldus Rodrigo Moreno-Reyes, specialist Nucleaire Geneeskunde werkzaam in het Erasmusziekenhuis te Brussel en Belgisch vertegenwoordiger in het Iodine Global Network, een organisatie die wereldwijd strijdt tegen jodiumtekort en de gevolgen ervan.
“Het laatste nationaal onderzoek is ondertussen een decennium oud. Daaruit kwam een beeld naar voren van een mild jodiumtekort onder de bevolking. Voor een volwassen persoon is dat niet meteen een probleem, maar voor kinderen of zwangere vrouwen is dat toch wel een aandachtspunt.”
Een mild jodiumtekort onder de bevolking is niet meteen het meest dringende probleem waarmee onze publieke gezondheid worstelt. “Maar het is wel makkelijk en goedkoop op te lossen”, gaat Moreno-Reyes verder. “Jodiumdeficiëntie brengt een kost voor de volksgezondheid met zich mee. Mensen met knobbeltjes op de schildklier moeten onderzocht en behandeld worden. Dat vraagt middelen. Een vermindering van ons collectief jodiumtekort betekent bijgevolg ook een besparing voor de gezondheidszorg.”
Een nieuw nationaal onderzoek is er sindsdien niet meer uitgevoerd, maar drie vervolgonderzoeken op kleinere schaal bij kinderen en moeders vier jaar later leek aan te geven dat de strategie om via brood de jodiumopname op te vijzelen werkt. “Jodium wordt gemeten in de urine. De grens om van een tekort te spreken ligt op 100 microgram per liter. Bij het eerste onderzoek schommelden de waarden tussen 84 en 89 microgram. Vier jaar later schommelde de waarde rond 113 microgram. Dat is voldoende, alleen niet voor zwangere vrouwen, die riskeren nog steeds een mild jodiumtekort. Ik zou dus wel van een gedeeltelijk succes durven te spreken, ook al ontbreken verdere data. Jammer, want onze voedingspatronen veranderen natuurlijk doorheen de jaren."
"Ook wie geen brood eet kan voldoende jodium binnenkrijgen. Op voorwaarde dat het dieet voldoende vis, zeevruchten of zuivel bevat. Of dat men verrijkt zout gebruikt"
Een aantal van die veranderende voedingspatronen baren specialisten zorgen. We eten met z’n allen steeds minder brood. De consumptie daalt al tien jaar op rij. Brood heeft de reputatie van een dikmaker te zijn. Sommige diëten zoals het paleodieet (dat voorschrijft te eten zoals onze verre voorouders dat deden, red.) of het ketogeen dieet dat inzet op vetten, brengen brood in de verdrukking. Maar zo gooien ze ook een belangrijke bron van jodium overboord. “Op zich kan iemand zonder brood te eten ook voldoende jodium binnenkrijgen”, zegt Matthys. “Op voorwaarde dat het dieet voldoende vis, zeevruchten of zuivel bevat, of dat men verrijkt zout gebruikt.”
Zout zelf krijgt steeds vaker de wind van voren. Gemiddeld neemt een volwassen Belg 10,5 gram zout per dag in. Dat is veel, te veel eigenlijk. De Hoge Gezondheidsraad geeft als aanbeveling om slechts 5 gram zout per dat te nuttigen. Een overdaad aan zout werkt een verhoging van de bloeddruk in de hand, wat het risico op hart- en vaatziekten dan weer vergroot. Toch ziet Matthys het advies om minder zout te consumeren niet meteen in tegenspraak met de strategie om de jodiuminname via verrijkt zout op te krikken. “De noodzakelijke hoeveelheid jodium is echt wel klein. Jodiumzout bevat ongeveer 100 microgram jodium per 5 gram zout. Met een normale, gezonde dosis komt je dus al heel ver.”
Ook voor vegetariërs of veganisten ziet hij niet meteen een probleem. “Dan heb ik het vooral alle duidelijkheid niet over wat ik luie vegetariërs noem. Elke dag een pak friet met een kaaskroket nuttigen is ook een vegetarisch dieet, maar dat kan je bezwaarlijk gevarieerde voeding noemen. Vegetariërs en veganisten kunnen hun jodiuminname op peil houden door voldoende brood te eten. Ook zeewier is een waardevolle, veganistische bron van jodium."
Jodiumzout en brood bereid met bakkerszout blijven de belangrijkste bronnen van het sporenelement. Maar de broodconsumptie loopt terug en met zout mag het wat minder. Daarom verkennen wetenschappers andere manieren om jodium in het dieet te brengen. Biofortificatie is een van de opties. Daarbij wordt via conventionele teeltmethodes of via genetische technieken de concentraties of de opneembaarheid van micronutriënten in een gewas opgedreven.
Planten hebben in tegenstelling tot ons helemaal geen behoefte aan jodium. “Toch nemen ze de stof op uit de bodem”, verduidelijkt Wim Voogt, wetenschappelijk onderzoeker Plantenvoeding verbonden aan de Wageningen Universiteit & Research. “Via hun wortelstelsel zijn planten in staat selectief stoffen op te nemen. Stoffen die de plant nodig heeft zoals kalium of fosfaat, gaan de wortels actief absorberen.”
“Daarnaast gebeurt er ook een passieve opname waarbij stoffen die de plant niet nodig heeft toch via de membranen in de wortelcellen de plant binnensijpelen. Via de verdampingsstroom worden die deels weer uitgescheiden, maar een deel hoopt zich op in de plant zelf. Dat is ook voor jodium het geval. Meststoffen met jodium toedienen aan planten in volle grond heeft weinig zin, omdat de stof zich eerder gaat binden aan de bodem dan dat de plant het jodium opneemt. Maar bij grondloze teelt, waarbij planten op water of op een substraat zoals steenwol groeien, kan het wel."
“Bladgroenten zijn een voor de hand liggende keuze voor biofortificatie met jodium, maar het loont ook de moeite om in vruchtgroenten het gehalte jodium op te krikken. Tomaten zijn toch nog altijd de meest geconsumeerde groente"
Het onderzoek van de Wageningen Universiteit ging na welke gewassen het meest geschikt zijn om jodium tot op ons bord te brengen. Daarbij spelen een hele reeks factoren een rol.
“Als je het jodiumgehalte op de totale biomassa meet is er maar weinig verschil tussen pakweg een krop sla of een komkommer”, legt Voogt uit. “Tussen de aparte delen van de planten zitten echter wel grote verschillen. In het blad van sla – en ook in dat van de komkommer – zit een behoorlijke concentratie jodium, in de komkommer zelf al heel wat minder. Dat komt omdat jodium nu eenmaal een passief element is dat zich ophoopt in delen van de plant waar veel verdamping plaatsvindt. De bladeren dus, niet de vrucht.”
Even belangrijk is de manier waarop groenten en vruchtgroenten bereid worden, al ging het onderzoek daar niet specifiek op in. Langdurig koken is nefast voor het jodiumgehalte, dus ondanks het feit dat spinazie jodium goed opneemt zet dat weinig zoden aan de dijk. Een ander punt is dat jodiumconsumptie regelmaat vraagt. Daarom dat een groente zoals bloemkool die eerder sporadisch gegeten wordt niet meteen een geschikte kandidaat is voor biofortificatie met jodium.
Voogt ziet daarom het meeste potentieel in vers geconsumeerde groenten. “Bladgroenten liggen voor de hand, omwille van het hoge gehalte aan jodium. Een groente als sla komt ook erg regelmatig op ons bord. Maar dat neemt niet weg dat het de moeite loont om ook in vruchtgroenten het gehalte jodium wat op te krikken, zeker met ons consumptiepatroon in gedachte. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de tomaat, toch nog altijd de meest geconsumeerde groente.”
Voorlopig liggen er nog geen jodiumslakroppen of verrijkte tomaten in de winkelrekken, hoewel het technisch gezien wel zou kunnen. Het toevoegen van jodiumzout aan brood mag de jodiuminname dan wel verbeterd hebben, toch is er nog steeds sprake van een mild tekort. Let wel, de relevante onderzoeksdata over jodium en andere micronutriënten zijn al oud. Gezondheidsspecialisten die zich zorgen maken over de impact van de teruglopende broodconsumptie of die van bepaalde diëten hebben een punt. Maar wie een beetje bewust met voeding omgaat, zal niet zo snel een ernstig jodiumtekort oplopen.