Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK
Sociaal

Haspengouws goud

In de jaren zeventig kwam de Belgische fruitteelt in zwaar weer terecht. Een nieuw appelras bracht soelaas. De Jonagold groeide uit tot een commercieel succes en gaf Haspengouw een tweede adem. Maar vandaag is de appel op zijn retour. Het is tijd voor een opvolger.

Toon Lambrechts

Journalist - Heeft een sterke interesse in het raakpunt tussen wetenschap en ecologie.

Haspengouws goud

In de jaren zeventig kwam de Belgische fruitteelt in zwaar weer terecht. Een nieuw appelras bracht soelaas. De Jonagold groeide uit tot een commercieel succes en gaf Haspengouw een tweede adem. Maar vandaag is de appel op zijn retour. Het is tijd voor een opvolger.

Het moet voor veel boeren een steek in het hart geweest zijn: bergen appels die wegrotten wegens onverkoopbaar. Hard labeur voor niets, en dat jaar na jaar. De jaren 1970 staan voor de deur, en de fruitstreek maakt kennis met het prille vrijhandelsbeleid van de Europese Economische Gemeenschap (EEG), het zogeheten Europa van de Zes. De Golden Delicious, de geelgroene sterkmaker van de Belgische fruitteelt, wordt plots weggeconcurreerd door Franse import, die betere en goedkopere appels aanlevert. De nieuwe vrijhandelsregels geven de Franse Golden Delicious onbeperkte toegang tot de Belgische markt. De Belgische boeren raken hun appels aan de straatstenen niet kwijt. De ‘Goldencrisis’ is een feit.

"Mijn vader introduceerde de Jonagold hier in 1967. Hij werd pas halfweg de jaren 1980 een echt commercieel succes"

De eerste tweekleurige appel op de markt

Het Limburgse Haspengouw, en een stukje van het Brabantse Hageland, groeien na de Tweede Wereldoorlog uit tot de belangrijkste fruitteeltregio’s van ons land. Door laagstamvariëteiten – bomen met een stam van ongeveer 50 centimeter hoog – te ontwikkelen, kunnen telers de appels een stuk sneller en makkelijker plukken. De teelt intensiveert. De Golden Delicious domineert de appelteelt, zowel in de eigen markt als in de export. De eerste twee decennia na de oorlog markeren de telers als groeijaren.

Johan Nicolaï ‘zat toen nog niet in het fruit’, zijn vader Jo wel. Vandaag leidt Johan een fruitboomkwekerij die in drie generaties uitgroeide tot een internationale speler. ‘In die tijd was de Golden Delicious een vitaal ras voor onze streek. Maar plots kregen telers te maken met een massale import van Franse Golden-varianten. Daar kon onze Golden niet tegenop.’

Het was Johans vader die de Jonagold naar Haspengouw bracht, samen met landbouwvoorlichter Jef De Coster. Die hadden ze gevonden in een onderzoekscentrum in Geneva, een stad in de staat New York. Daar hadden onderzoekers van het State Agricultural Experiment Station in 1953 een nieuw ras ontwikkeld. De Jonagold (malus domestica ‘Jonagold’) die Nicolaï en De Coster meebrachten, was ontstaan uit een kruising tussen de Jonathan, een appel met een goede smaak, en de goed bewaarbare Golden Delicious. De Jonagold is knapperig van textuur en zoetzuur van smaak, en de bomen zijn erg productief. De appel onderscheidde zich omdat hij tweekleurig is, wat vrij uniek was in die tijd.

Amerikaanse boeren moesten niets weten van de rood-groene Jonagold. Ook in België, waar de Haspengouwse Golden Delicious snel terrein aan het verliezen was, duurde het even voordat de eerste Jonagold de grond in ging. ‘In het begin waren boeren terughoudend’, vertelt Johan Nicolaï. ‘Niet onterecht, want niemand kende het ras. Mijn vader introduceerde de Jonagold hier in 1967. Hij werd pas halfweg de jaren 1980 een echt commercieel succes. Dat is een vrij lang traject. Dankzij voorlichters als De Coster kon hij uiteindelijk toch ingang vinden.’

De Jonagold bleek dan toch een schot in de roos. ‘De Jonagold gedijde uitstekend in de Haspengouwse leembodems en leverde overvloedige oogsten op’, zegt Nicolaï. ‘Hij was de eerste tweekleurige appel op de markt, en ook zijn smaak viel goed bij de consument. Door de goede bewaareigenschappen konden telers hun Jonagolds een groot deel van het jaar door verkopen. Bijkomend voordeel: doordat de Amerikaanse onderzoeksinstelling die de Jonagold creëerde publiek was, viel de appel niet onder een patent. De Jonagold bracht een nieuwe dynamiek die de fruitstreek heeft gemaakt tot wat ze vandaag is.’

"Het laatste decennium is er een overaanbod van Jonagold. De voornaamste oorzaak daarvoor ligt bij de slabakkende export"

Overaanbod door concurrentie

‘Ondertussen is het ras geëvolueerd’, zegt Jef Vercammen, die de proeftuin van Jonagold-pionier De Coster overnam. ‘Uit de originele soort kwamen verschillende mutanten voort. De bekendste daarvan was de Jonagored, een gestreepte, donkerrode Jonagold. Dankzij die mutanten en hun specifieke eigenschappen als kleuring of kortere teeltseizoenen konden we de Jonagold in een veel ruimere regio gaan telen.’

Precies veertig jaar geleden begon professor Wannes Keulemans als onderzoeker in het fruit te werken. Vandaag leidt hij het Laboratory for Fruit Breeding and Biotechnology aan de KU Leuven. ‘De Jonagold heeft de fruitstreek geen windeieren gelegd. Maar het laatste decennium is er een overaanbod. Door de lage prijzen rendeert de teelt bijna niet meer. De voornaamste oorzaak daarvoor ligt bij de slabakkende export. Met name Polen is een geduchte concurrent, want daar kunnen de boeren het ras veel goedkoper telen. Daarbij zijn we ook de Russische afzetmarkt verloren.’

Die ontwikkeling valt af te lezen aan het landschap van de fruitstreek. Wie wel eens door de glooiende heuvels van Haspengouw fietst, merkt dat er steeds minder appelplantages zijn. De Conference, een perenras, rukt op. Al twee decennia lang, zo blijkt uit oppervlaktegegevens over fruit in België. In 2002 stonden er nog voor 8.249 hectare appelbomen, waarvan 5.628 hectare Jonagold en Jonagored. Peren waren goed voor een oppervlakte van 6.389 hectare. Vorig jaar slonk het areaal appels tot 5.739 hectare, terwijl er 8.588 hectare aan peren stond, waarvan 7.596 hectare Conference.

"Als we willen, kunnen we het hele jaar door de winkelrekken vullen met Belgische appels, maar daar hebben we variëteiten voor nodig"
Pink Lady (l) en Kanzi (r) appels

Op zoek naar een opvolger

Ooit was de Jonagold de redding van de streek. Vandaag is de appel een bulkproduct waar boeren nog maar moeilijk hun brood mee verdienen. Toch blijven er vrij veel vasthouden aan de Jonagold. De Belgische consument lust hem nog wel. In 2016 kocht elke Belg gemiddeld 8,8 kilogram appels, waarvan 3,6 kilogram of 42 procent Jonagold. Daarmee blijft hij de populairste appel. Maar zowel z’n consumptie als z’n areaal (teeltoppervlakte) zit in een dalende lijn.

Alternatieven voor het ras winnen langzaam terrein. De Nicoter, die op de markt Kanzi heet en gepromoot wordt als de Belgische vervanger van de Australische Pink Lady, besloeg in 2016 slechts 131,95 hectare. Ter vergelijking: de categorie ‘andere variëteiten’ nam 911,47 hectare in.

De zoektocht naar een opvolger van de Jonagold is in volle gang. ‘Sommige variëteiten hebben potentieel,’ zegt Keulemans. ‘Maar we moeten hun beperkingen nog wegwerken. Door zijn lange groeiseizoen is de Braeburn minder geschikt voor onze klimaatcondities. En een appel als de Belgica bewaart minder goed. Die kan je dus niet het hele jaar op de markt zetten. De Kanzi is dan weer een clubvariëteit, wat betekent dat een boer lid moet worden van een vereniging die hem de rechten geeft om de Kanzi te telen. Daar verliest hij een stukje vrijheid, iets waar velen huiverachtig tegenover staan.’

Johan Nicolaï ziet de Jonagold niet meteen verdwijnen. Al denkt ook hij dat het ras plaats moet maken voor andere variëteiten. ‘Haspengouw heeft het allemaal om het te blijven maken als fruitteeltregio. Een geschikte bodem en microklimaat, en een centrale ligging met 50 miljoen potentiële consumenten in een straal van 300 kilometer. Als we willen, kunnen we het hele jaar door de winkelrekken vullen met Belgische appels. Maar daar hebben we variëteiten voor nodig.’

Bronvermelding