Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK

Hanoi wil groenten die je kan vertrouwen

In Vietnam halen problemen met voedselveiligheid met de regelmaat van de klok de krantenkoppen en tv-journaals. De voorbije jaren zijn duizenden mensen ziek geworden door het eten van vergiftigde groenten. Hoe zorg je ervoor dat boeren minder pesticiden gebruiken? En hoe laat je de Vietnamees kiezen voor veilige groenten? Het alternatieve certificeringssys-teem PGS kan een oplossing bieden.

Marieke van Schoonhoven

Oprichter en voormalig coördinator van Eos Tracé
Verboden pesticiden worden over de Vietnamese grens met China gesmokkeld. Die worden vervolgens verkocht op de lokale markt aan erg goedkope prijzen

De geuren dringen onze neuzen binnen als we door de gangen van de grote, overdekte versmarkt, ‘wet market’ in de volksmond, in Hanoi lopen. De penetrante geur van vlees dat al vanaf ’s ochtends vroeg uitgestald ligt in de sectie met alle vleeskramen, wisselt zich af met die van gefermenteerde garnalenpasta ‘Mắm tôm’ en geurige kruiden, die op schalen met ijs vers worden gehouden. We slalommen tussen overladen scooters, rokende beenhouwers en babbelende marktbezoekers die bepakt zijn met gevulde plastic zakken. Het is klam, de ventilators brommen aan de plafonds en als lange, westerse bezoeker kijk je je ogen uit. 

We zijn hier om met zowel de groenteverkopers als -kopers te praten over de veiligheid van de groenten. Zijn ze zich bewust van de problemen veroorzaakt door de overdaad aan pesticiden die gebruikt wordt bij de teelt van groenten? Maken ze zich zorgen? En waarom kiezen kopers er toch voor om op de niet-transparante ‘wet market’ te kopen, in plaats van de supermarkten of convenience stores die de laatste jaren als paddenstoelen uit de grond schieten?

“Ik koop mijn verse groenten altijd bij deze kraam om ze te verwerken in de gerechten die ik verkoop in mijn noodle-shop. Het maakt me niet uit of ze veilig zijn, als ze maar vers zijn. Dat willen de klanten. Ik ga niet naar de supermarkt omdat die ver weg is en de groenten ook duurder dan hier op de markt”, aldus Le Van Tu (50). 

Een gelijkaardig antwoord geeft meneer Do Anh Thu (72): “Ik kom hier elke dag om mijn groenten te kopen, die zijn hier veel verser dan bij de supermarkt en qua veiligheid maakt het niks uit. In de supermarkt verkopen ze groenten als veilig, terwijl dat helemaal niet zo is. Ik vertrouw supermarkten minder dan de verkopers op de markt. Ik weet dat de groenten die ik hier op de markt koop, geteeld worden in het district Dong Anh. Daar worden de standaarden voor veilige groenten toegepast. De verkopers op de markt moeten ook zien te overleven, dus ik koop liever bij hen, dan bij grote supermarkten.

”Verkoopster Van Thi Thu Ha (41) vertelt dat ze haar groenten bij de groothandel koopt. “Waar mijn groenten oorspronkelijk vandaan komen weet ik niet precies. Ik heb veel klanten die elke dag komen kopen, maar ook wel eenmalige klanten. Het marktmanagement doet regelmatig controles. Ze checken mijn gezondheid, maar de groente checken ze niet, dat gebeurt vooral bij vlees. Ik moet wel een logboek bijhouden van wat ik verkoop. Ik ben niet bezorgd over de veiligheid van de groenten, of de pesticiden die ze spuiten. Ik ga ervan uit dat het oké is."

Op straat komen we groentenverkoopster Chu Thi Nga (51) tegen: "Kom maar achter me aan de steeg in", zegt ze haastig. "Ik ben bang dat de politie me pakt als ze me hier midden op straat zien. Ik mag eigenlijk niet verkopen vanaf mijn fiets. Als ze me pakken krijg ik een boete van 150.000 Vietnamese dong (5,70 euro, nvdr.). Meer dan ik op een dag verdien. Ik haal mijn groenten hier 18 kilometer vandaan op de motor. Ik weet zeker dat de groenten veilig zijn, want ik vertrouw de boer waar ik de groenten koop. Ook verbouw ik zelf groenten. Ik verkoop aan bekende restaurants, dus zij vertrouwen de kwaliteit van mijn groenten ook. Ik verkoop vanaf mijn fiets omdat ik dan veel flexibeler ben. Ik kan werken tot ik alles verkocht heb en daarna zorg ik voor mijn kinderen en het huishouden."

We doen een beperkte steekproef, maar de voordelen voor de wet market die naar voren komen blijven zich herhalen: het is vers, het is goedkoop, het is een gewoonte en ik vertrouw degene die de groenten verbouwt (en de gecertificeerde groenten in de supermarkt niet). 

Hebben de kopers gelijk als ze hun vaste verkoper vertrouwen? De kans is klein. Uit cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie blijkt dat het gebied van de westelijke Stille Oceaan, waar Vietnam toe behoort, op nummer 2 staat in de wereld wat betreft door voedsel overgedragen ziektes. De reden dat er wel degelijk een groot probleem is met voedselschandalen in Vietnam, is dat er verboden pesticiden worden gesmokkeld over de Vietnamese grens met China. Die worden vervolgens verkocht op de lokale markt aan erg goedkope prijzen. Daarbij komt dat Vietnamese boeren vaak kleinschalige, arme boeren zijn. Meestal is hun land kleiner dan één hectare en is de oogst maar een van verschillende inkomstenbronnen van een gezin. Die boeren krijgen maar moeilijk toegang tot betrouwbare informatie over hoe ze de chemicaliën veilig gebruiken. Ze gebruiken de middelen royaal om er zeker van te zijn dat hun oogst niet wordt aangetast door ongedierte. Daardoor vind je veel groenten op de markt die onaanvaardbaar hoge hoeveelheden residu’s bevatten.

Links: Le Thi Kim Oanh, hoofd van het departement Plantprotectie in Hanoi. Rechts: Nguyen Tuan Khanh, directeur van de landbouwcoöperatie in Dang Xa (Hanoi)

Veilige groenten certificeren

Le Thi Kim Oanh, hoofd van het departement Plantprotectie in Hanoi vertelt dat er in 1990 voor het eerst plannen waren om het gebruik van pesticiden in de groententeelt in te perken. “Sindsdien is het percentage van boeren die minder giftige pesticiden gebruiken toegenomen van 25 procent naar 60 procent. Ook dragen boeren vaker bescherming als ze werken, ze zijn zich dus bewuster geworden van de risico’s van pesticiden. Daarnaast zetten we sinds 2009 in op gecertificeerde groentenproductie. Vandaag heeft de stad 200 hectaren met groenten die VietGAP zijn gecertificeerd en 30 hectaren biologische groenten.”

Dat lijkt heel wat, maar op de totale landbouwoppervlakte voor groenten in Hanoi, die 12.041 hectaren telt, is dit maar een kleine 2 procent. In heel Vietnam is die verhouding 81.500 hectaren groenten met een VietGAP-certificaat ten opzichte van een naar schatting totale landbouwoppervlakte van 735.000 hectaren, zo’n 11 procent dus. Dat het resultaat in de afgelopen tien jaar eerder bescheiden te noemen valt, ondanks de steun van de Vietnamese overheid, komt omdat VietGAP een dure, arbeidsintensieve en ingewikkelde certificering is. De certificering is gebaseerd op controles door een derde partij, waardoor het duur is om een certificaat te behalen. Geld dat het overgrote deel van de boeren, met dus nog geen hectare grond, niet kan betalen.

Dat blijkt bijvoorbeeld uit een verklaring van Nguyen Tuan Khanh, directeur van de landbouwcoöperatie in Dang Xa, dat valt onder het landelijke gebied van Hanoi. “De coöperatie bestaat uit 104 leden, die ieder hun eigen stukje bewerken van de in totaal 130 hectaren landbouwgrond. Op die grond worden vooral groenten verbouwd, maar ook fruit en rijst. Per jaar wordt er in totaal ongeveer 2.600 ton geoogst. We telen voor consumenten in Hanoi en we exporteren een klein deel van onze kolen naar Japan. 5 à 10 procent van de groenten die we oogsten, één tot anderhalve ton per jaar dus, verkopen we aan particuliere bedrijven zoals bijvoorbeeld schoolcateraars.”

De boeren in de coöperatie worden al een lange tijd getraind in hoe ze veilige groenten moeten telen. “Vroeger waren onze groenten VietGAP-gecertificeerd. De overheid betaalde de kosten voor het certificaat, maar sinds 2014 zijn ze daarmee gestopt. Daarom hebben we nu geen VietGAP meer, het is te duur.” 

Wel houden de boeren en het management zich nog aan de principes van BasicGAP, dat is gebaseerd op de belangrijkste controlepunten van VietGAP. Boeren houden bij wat ze wanneer spuiten en wat ze oogsten en verkopen. Het management houdt bij wat de conditie is van het veld door irrigatiewater- en bodemanalyses te doen. Ze houden bij welke boeren er in de coöperatie zitten en wat ze produceren. Ook zijn ze verantwoordelijk voor de aankoop van het materiaal van de boeren en houden ze bij wat ze aan welke boer verkopen. En ze checken wie welke trainingen volgt. 

Om te zorgen dat al deze vereisten voor BasicGAP worden opgevolgd, is PGS (Participatief Garantie Systeem) een goed alternatief certificeringsmechanisme in plaats van het dure VietGAP. PGS verschilt op een aantal manieren van certificeringen van derden. De naam zegt het al, boeren én consumenten nemen rechtstreeks deel aan de controles, maar ook de winkeliers en de overheid. Boeren controleren dus ook elkaar, en dit gebeurt op een betrouwbare manier doordat ofwel alle leden van de boerengroep certificering kunnen krijgen, ofwel niemand. Daarnaast is het een pak goedkoper en het brengt veel minder administratieve lasten met zich mee. 

Bij boerencoöperatie Dang Xa zijn sinds vorig jaar vijftig boeren, onderverdeeld in drie groepen, gestart met PGS. “Na één jaar werken met PGS merken we al verschil”, zegt Nguyen Thi Nhi. “De band tussen de boeren is groter geworden, omdat als één iemand een fout maakt, dat gevolgen heeft voor de rest van de groep. Ook is de opbrengst omhoog gegaan. Boeren hebben in PGS-workshops technieken aangeleerd en zijn ook meer geneigd om elkaar te helpen bij het toepassen ervan. Ook werken ze samen volgens een productieplan gebaseerd op het seizoen en de vraag van afnemers.”

Het departement Plantprotectie ziet die voordelen van PGS ook. “Nadat we leerden over PGS, zijn we samen met Rikolto in 2018 gestart met twee pilootprojecten, waaronder die bij Dang Xa,” vertelt Le Thi Kim Oanh. “PGS is zeker meer geschikt voor kleinschalige boerencoöperaties dan VietGAP, omdat er zoveel boeren betrokken zijn. Anders dan bij een groot landbouwbedrijf is het moeilijk hen allemaal individueel te controleren. 

We merken dat de traceerbaarheid van groenten bij die pilootprojecten is toegenomen en daarmee ook het vertrouwen van de consumenten die de groenten eten. Het aantal particuliere bedrijven dat bij die coöperaties koopt is gegroeid van 112 naar 208 en de hoeveelheid groenten van 15 ton per dag naar 42 ton per dag. Als boeren via contracten verkopen aan bedrijven krijgen ze 10 tot 20 procent meer voor hun groenten dan op groenten waarbij geen PGS wordt toegepast.”

"Het is voor kleine boeren niet evident om te produceren volgens de vraag van een particuliere afnemer, waarbij ze moeten zorgen dat de kwaliteit altijd even goed is"

Markten van cruciaal belang voor duurzame gedragsverandering

PGS klinkt als het ei van Columbus, al staat het nog in de kinderschoenen. En dat betekent ook kinderziektes. Het vinden van een afzetmarkt voor die veilige groenten is nog niet zo simpel. Directeur van Dang Xa Nguyen Thi Nhi: “Slechts 5 à 10 procent van de groenten wordt vandaag verkocht via contracten met bedrijven. Het is aantrekkelijker voor de boeren om aan hen te verkopen. Op die manier zijn de boeren niet afhankelijk van de grillige prijzen op de markt, maar kunnen ze toch voor enige periode hun groenten aan een vaste prijs verkopen. Ook hoeven de, vaak oude boeren, niet zelf te leuren met hun groenten op de markt, maar worden ze bij de boeren opgehaald door de afnemer. Het is voor de boeren echter niet evident om te produceren volgens de vraag van zo’n particuliere afnemer, waarbij ze ook moeten zorgen dat de kwaliteit altijd even goed is.” 

Voor het overgrote deel van de groenten gelden die voordelen voor vaste afnemers dus nog niet en moeten de boeren alsnog zelf de verkoop doen. En daar moeten ze hun wantrouwige klanten zien te overtuigen dat hun groenten veilig worden geproduceerd en gecertificeerd zijn volgens PGS. Klanten die vaak niet weten wat PGS is. Ook zijn de groenten nog niet voorzien van een label. Dat is een extra kost waardoor de prijs van de groenten zou stijgen, terwijl die toch al duurder zijn dan conventionele groenten. PGS wordt door de overheid ook nog niet officieel erkend als certificeringmechanisme. Dus voor de boeren komt het er vaak op neer dat ze de meerwaarde van hun groenten niet terugzien in de prijs die ze ervoor krijgen op de markt. 

Hoofd van het departement Plantprotectie Le Thi Kim Oanh zegt hierover: “Op basis van de eerste resultaten van de pilootprojecten die we hebben gedaan, zijn we van plan om het PGS-model in de toekomst uit te breiden. Op dit moment zijn er 35 initiatieven in Hanoi in de startfase, die nog niet volledig volgens PGS werken. We willen er voor zorgen dat deze initiatieven markttoegang krijgen door bedrijven te tonen dat er vraag is naar veilige groenten en hen overtuigen om het goede voorbeeld te geven. Tegen 2020 willen we vijftig coöperaties van groenteboeren markttoegang geven, bijvoorbeeld bij schoolkantines, cateringbedrijven, supermarkten en horeca. Tegelijkertijd adviseren we het bestuur van de stad om PGS-ketens op te zetten tussen gecertificeerde boeren en afzetmarkten. Als we daarin slagen, kunnen we verder inzetten op communicatie naar consumenten over dit certificeringssysteem en PGS in de markt zetten, zodat het vertrouwen verder groeit. Zo denken we de productie van veilige groenten in de stad te vergroten.”

De redactionele verantwoordelijkheid van dit artikel valt onder Rikolto. 

Bronvermelding