Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK
Gezondheid

‘Forever chemicals’ bedreigen Noordzeeleven

Bij onder meer tong en schol uit de Belgische Noordzee zijn recent toxische stoffen vastgesteld. Dat stelt risico’s voor zowel de natuur als de consument, schrijft marien bioloog Cara Byns (Universiteit Antwerpen).

Cara Byns

Marien bioloog (Universiteit Antwerpen)

Ze zitten in schoonmaakmiddelen, voedselverpakkingen, inkt, verf, brandblusschuim en zelfs kleding. Het is bijna onmogelijk om in je dagdagelijkse leven niet met PFAS in contact te komen. De afkorting staat voor poly- en perfluoralkylstoffen, wat op zijn beurt een verzamelnaam is voor ruim 4.700 chemische stoffen. Daarvan zijn perfluorooctaanzuur (PFOA) en perfluoroctaansulfonaat (PFOS) de meest voorkomende.

PFAS zijn synthetische stoffen – ze worden door de mens gemaakt en komen van nature niet voor in het milieu. Hun amfifiele karakter – ze zijn zowel waterafstotend als -aantrekkend – geeft hen unieke chemische eigenschappen. Zo zijn ze erg hittebestendig en werken ze vuil- en waterafstotend. Ze worden al decennialang gebruikt in industriële en commerciële toepassingen.

Maar de grootschalige productie brengt problemen mee voor mens en milieu. PFAS worden ook wel forever chemicals genoemd: hun extreme stabiliteit maakt hen haast onafbreekbaar. Daardoor stapelen ze zich op in het milieu. Toxicologische studies toonden al aan dat ze nadelig kunnen zijn voor de vruchtbaarheid, de ontwikkeling en het immuunsysteem van mensen en dieren. En epidemiologisch onderzoek bewees dat de blootstelling aan de forever chemicals het risico op kanker verhoogt. De vraag rijst of de voordelen van PFAS wel opwegen tegen de nadelen.

Tot in Antarctica

De stoffen komen in de natuur terecht via jarenlange lozingen van bedrijfsafvalwater, en ook via het gebruik van PFAS-houdende producten. Zo zijn gebieden rondom brandweeroefenlocaties sterk verontreinigd doordat bepaalde blusschuimen PFAS bevatten. De stoffen komen dan direct (bijvoorbeeld via lozing in waterlopen) of indirect (via grondwaterverontreiniging) terecht in rivieren en zeeën. Door hun hoge oplosbaarheid zijn ze zeer mobiel in een waterige omgeving. Langeafstandstransport heeft de stoffen wereldwijd verspreid. Zelfs in ongerepte gebieden als Antarctica worden ze aangetroffen.

De stoffen hopen zich op in het weefsel van organismen, waarna ze in de voedselketen terechtkomen. Studies tonen aan dat PFAS-concentraties in zeedieren stapsgewijs toenemen naarmate je hoger op de voedselketen kijkt. Aan het einde van de rit lopen dus vooral toppredatoren gevaar. Bij zeehonden, walvissen en roofvissen werden al alarmerend hoge concentraties gemeten.

Toppredatoren zijn dikwijls sleutelsoorten: ze vervullen een cruciale rol binnen de levensgemeenschap. Naast de impact van toxische stoffen manifesteren zich nog andere stressoren, zoals de opwarming en verzuring van oceanen, overbevissing en bijvangst. Het verzwakken van deze sleutelsoorten kan de levensgemeenschap sterk veranderen en bijgevolg het gehele mariene ecosysteem uit zijn evenwicht slaan.

Voor schol stelden de onderzoekers een potentieel risico vast.

Kraamkamer van de Noordzee

Onlangs waren PFAS een veelbesproken onderwerp in de Amerikaanse media. In verscheidene steden bleek het drinkwater ermee te zijn verontreinigd. Naast drinkwater wordt visconsumptie beschouwd als een belangrijke blootstellingsroute voor de mens. Potentiële gezondheidsrisico’s via die weg werden al vastgesteld in de VS, en in China.

En ook in de Belgische Noordzee dringen de stoffen door in ecosystemen. Dat blijkt uit een studie die mijn collega’s aan de Universiteit Antwerpen en ik hebben uitgevoerd naar schol en tong. Op tien locaties hebben we telkens drie proefdieren bemonsterd. Voor schol stelden we, op basis van de gemiddelde visconsumptie per persoon (56 gram per dag), een potentieel risico vast voor mensen met een lichaamsgewicht lager dan 84 kilogram. Voor tong is het gevaar iets kleiner.

Die bevindingen mag je niet helemaal doortrekken naar de schol en tong die je op de markt vindt. Voor onze studie namen we enkel de proef bij jonge dieren. Het is moeilijk in te schatten of de PFAS-concentraties bij volwassen vissen hoger of lager zijn. Hoe dan ook zijn de cijfers alarmerend. Verdere risicoanalyse is voor de volksgezondheid sterk aangewezen.

Een potentiële bron van PFAS in de Noordzee is een fluorochemisch bedrijf aan de rand van de Schelde, vlakbij Antwerpen. De Schelde mondt via het Westerschelde-estuarium uit in de Noordzee. Het estuarium is een ecologisch zeer waardevol gebied. Omdat het rijk is aan voedsel en bescherming biedt tegen belagers, functioneert het als de ‘kraamkamer’ van de Noordzee. Juveniele platvissen als tong en schol groeien hier op.

Door de verontreiniging van PFAS in de Westerschelde worden jonge platvissen al in zeer vroege levensstadia aan deze stoffen blootgesteld. Studies tonen aan dat een langdurige blootstelling aan PFAS – zelfs in zeer lage concentraties – de ontwikkeling, vruchtbaarheid en overleving van vissen beïnvloedt. Op lange termijn kan dat de fitheid en aangroei van de gehele platvispopulaties beïnvloeden. Dat impliceert dat de verontreiniging van PFAS in aquatische ecosystemen niet enkel de volksgezondheid kan beïnvloeden, maar ook ecologische gevolgen kan hebben.

Nieuwe variant

De bezorgdheid neemt toe. Sinds 2000 werd de productie van een aantal componenten, waaronder PFOS, al stopgezet. Ondanks die maatregel wordt de biota-milieukwaliteitsnorm van PFOS overal in Europa nog steeds overschreden. Die norm staat voor de maximale concentratie aan PFAS die in levensvormen mag voorkomen. Boven die norm stellen zich risico’s voor onze gezondheid en voor het milieu.

Dat benadrukt het blijvende karakter van PFAS in het milieu, waardoor historische pollutie nog steeds meetbaar is. Bovendien werden deze componenten vervangen door nieuwe componenten met soortgelijke eigenschappen. We weten niet in hoeverre die ‘nieuwe’ PFAS zich hebben verspreid en wat het effect ervan is. Toch is de productie ongereguleerd en kunnen ze vrij worden gebruikt.

Het is sterk aangewezen dat we zowel oude als nieuwe PFAS goed monitoren in water en levensvormen. Zo kunnen we verontreinigde hotspots in kaart brengen en risicogebieden identificeren. Bovendien is het belangrijk dat de lozingsnormen regelmatig worden herzien, om verdere verontreiniging te beperken. Meer kennis over het voorkomen, gedrag en de impact van deze stoffen in het milieu is cruciaal. Ze kunnen de politieke maatregelen beïnvloeden.

Hoe ongerust moet je zijn over schadelijke, moeilijk afbreekbare stoffen zoals PFOS? En hebben we ons lesje inmiddels geleerd? ‘Het klinkt logisch om een stof eerst uitvoerig te testen en dan pas op de markt toe te laten. Maar toch gebeurt het niet.’
Lees meer

Bronvermelding