Koffie is zo vanzelfsprekend voor ons, dat we zelden stilstaan bij de lange weg die de boontjes afleggen. Dit korte overzicht toont hoe een rijpe koffiebes transformeert tot een dampend drankje.
De koffiestruik is een schaduwplant die pas na vijf jaar zijn eerste bloemen begint te vertonen. Die bloemen transformeren tot bessen in ongeveer acht maanden tijd. Koffiebessen hebben een groene kleur, maar zien al snel rood wanneer ze rijp zijn. Elke bes telt twee koffiebonen.
Het plukproces is afhankelijk van de grootte van de plantage en het soort bonen. Kwaliteitsvolle arabicabessen worden vaak met de hand geplukt. Zo willen de boeren een mengeling van groene, bittere bonen en goede koffiebonen vermijden. Op grote plantages en bij robustabessen kiezen boeren al sneller voor een machinaal plukproces. Daarbij ritsen de machines alle bessen van de takken waardoor er onvermijdelijk ook onrijpe exemplaren tussen de oogst zitten.
Eenmaal de bessen geplukt zijn, moeten de bonen nog gescheiden worden. En dat kan op natte of droge wijze.
De natte methode wordt toegepast bij de handgeplukte bessen. Door middel
van waterkanalen gebeurt een tweede selectie waarbij de onrijpe bessen verwijderd worden. Die komen namelijk bovendrijven. Vervolgens worden de rijpe besjes met een cilinder gekneusd en wordt het vruchtvlees verwijderd. Wat rest is een koffieboon met een slijmachtig laagje. Dat laagje wordt verwijderd met behulp van fermentatie. Vervolgens worden ze gewassen en in de zon te drogen gelegd.
De droge manier wordt meestal toegepast bij robustabessen of bessen die
machinaal werden geplukt. De bessen worden daarbij meteen op grote droogvloeren gelegd waardoor het vochtgehalte sterk daalt. Tenslotte verwijdert een pelmachine het vruchtvlees en het hoornvlies van de bes.
Na het pellen worden de meeste bonen ongebrand naar het land van bestemming vervoerd. Daar zal een koffiebrander de bonen branden waardoor ze het unieke smaakaroma van lekkere koffie krijgen. De bonen worden gemengd tot een goede mix die de consument bevalt.