Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK
Sociaal

De voorzichtige opmars van Belgische wijn

In de schaduw van ons imago als bierland kende de wijnbouw in België de laatste tien jaar een stevige groei. Wijnen van eigen bodem hoeven niet langer onder te doen voor topwijnen uit traditionele wijnlanden. Maar of de sector economisch levensvatbaar is, en wat de impact van het veranderende klimaat zal zijn, moet nog blijken.

Toon Lambrechts

Journalist - Heeft een sterke interesse in het raakpunt tussen wetenschap en ecologie.
Klassieke chardonnay die groeit bij Proefcentrum Fruitteelt in Sint-Truiden.

Een winterse rust hangt over de velden van het Proefcentrum Fruitteelt te Sint-Truiden. Rij na rij wachten appel- en perenbomen op de lente om opnieuw open te bloeien. Sinds 2014 staan er ook druivelaars tussen de meer traditionele fruitrassen, een indirect gevolg van de sluiting van Ford Genk. Om de economische opdoffer te verteren kreeg de provincie Limburg een ruim pakket overheidssteun. Een deeltje daarvan ging naar de oprichting van een onderzoeksafdeling ter ondersteuning van de prille wijnbouwsector.

In een van de hallen van het proefcentrum is een gloednieuwe vinificatieruimte ingericht, bedoeld om de druiven tot proefwijn te verwerken. Kris Vandenwyngaert, projectleider van de wijnafdeling, vertelt waarom. 

“Een groot verschil met andere fruitteelten is dat niet de druif het eindproduct is, maar wel de wijn. Bij een vergelijkende proef tussen bijvoorbeeld twee types bemesting kan je wel nagaan hoeveel de trossen wegen, of het suikerpercentage afmeten, maar uiteindelijk gaat het om de invloed op de smaak van de wijn. Dus alle teeltproeven resulteren in een wijn, gemaakt op basis van een neutraal type, specifiek voor wetenschappelijk onderzoek. Ook kijken we hoe we onderzoeksresultaten uit andere noordelijke wijnlanden hier kunnen implementeren.”

Een aantal van proefwijnen die de afgelopen weken zijn gebotteld door het Proefcentrum Fruitteelt.
“Op tien jaar tijd is het druivenareaal gestegen van minder dan 100 hectare tot meer dan 450 vandaag, verdeeld over zo’n 320 wijnbouwers"

In volle ontwikkeling

Belgische wijn, het blijft tot nader orde een curiosum in het bierland bij uitstek dat België nog steeds is. “Maar de sector groeit stevig”, aldus Peter Doomen, wijnkenner en auteur van het standaardwerk over Belgische wijnen, Wijn van Eigen Bodem. “Op tien jaar tijd is het druivenareaal gestegen van minder dan 100 hectare tot meer dan 450 vandaag, verdeeld over zo’n 320 wijnbouwers. Dat is nog altijd erg bescheiden in vergelijking met de traditionele wijnlanden, waar sommige domeinen een grotere oppervlakte beslaan dan alle wijnbouwers in België samen. Maar het is een sector in volle ontwikkeling.”

Nieuw is wijnbouw evenwel niet in onze contreien. Vaak krijgen de Romeinen de eer toebedeeld de wijn naar hier gebracht te hebben, maar daarvoor ontbreekt hard bewijs. De eerste vermelding van wijnbouw dateert pas uit de zevende eeuw. Tijdens het Middeleeuws klimaatoptimum, een warme periode tussen 950 en 1250, bloeide de wijnbouw. De daaropvolgende Kleine IJstijd maakte druiventeelt minder evident, maar de wijnbouw verdween niet helemaal. Dat gebeurde later, na de wereldwijde afkoeling veroorzaakt door de uitbarsting van de vulkaan Tambora in 1815. Sinds de jaren zestig waagden enkele pioniers zich opnieuw aan wijnbouw, de bekendste onder hen het wijnkasteel Genoels-Elderen in Riemst.

De vinificatieruimte bij het Proefcentrum Fruitteelt en een proefwijn die gebotteld wordt.

Fris als trademark

Chardonnay, pinot noir, pinot gris, ... Het zijn zowat de vaakst voorkomende druivenvariëteiten die in België geteeld worden. Klassieke rassen die men ook in het noorden van Frankrijk terugvindt. Logisch, aldus Kris Vandenwyngaert. “Het is daar dat de pioniers indertijd zowel hun kennis als hun druivenstokken zijn gaan halen.”

“Typisch voor de noordelijke wijnen zijn de frisse zuren. Druiven in Zuid-Europa zijn vaak overrijp en bevatten erg veel suikers, waardoor er na het voltooien van de gisting nog suikers overblijven. Dat geeft dikkere, iets zoetere wijnen. Hier in België blijven in verhouding meer zuren bewaard, wat een frisse wijn oplevert. Dat frisse smaakpatroon is zeker een mogelijke stijl voor Belgische wijnen om zich te onderscheiden, want dat lukt gewoon niet in het zuiden van Europa.”

Hybride imago bezoedeld

Naast de klassieke rassen waarvan de namen iedereen die een beetje thuis is in wijn bekend in de oren klinken, werden er sinds de jaren zeventig heel wat nieuwe variëteiten ontwikkeld via kruisingen. Die zogenaamde hybriden hebben een grotere resistentie tegen allerlei ziektes en plagen. Alleen hebben ze een slechte naam onder de wijnbouwers. Ten onrechte, vindt Kris Vandenwyngaert.

“Vooral in Nederland heeft men enkele decennia massaal hybride druiven aangeplant. Maar de eerste wijnen van deze rassen bleken ronduit slecht van smaak, en al snel heeft men de meeste van deze wijngaarden gerooid. Ondertussen is dat euvel weggewerkt, maar blijft het imago van die hybride druiven besmeurd. Daarbij komt dat mensen gewoontedieren zijn en consumenten dus haast altijd kiezen voor namen die ze kennen. Wijnstokken aanplanten betekent een investering op erg lange termijn, dus het is begrijpelijk dat beginnende telers voorzichtige keuzes maken. Maar goed, het feit dat hybride rassen soms tot vijf keer minder sproeiproducten vragen is natuurlijk ook een argument, zeker nu duurzaamheid aan belang wint.”

Hybride Souvignier gris die groeit bij Proefcentrum Fruitteelt.

Multiresistent tegen meeldauw

Het typisch Belgische vochtige klimaat maakt dat de druk van schimmelziektes op de druiventeelt een veel groter probleem vormt dan in zuidelijke landen met een droger klimaat. Tegelijk rukken er schimmels op van elders in de wereld. Het onderzoek naar hoe op een duurzame manier om te gaan met de schimmel- en plagendruk is een van de kerntaken van Kris Vandenwyngaert.

“Neem bijvoorbeeld meeldauw, een witgrijze schimmel en zeer gevreesd onder de druiventelers. Vandaag krijgen we niet alleen te maken met de Europese meeldauw, maar ook met de Amerikaanse en Aziatische variant. Onlangs is er via genetisch marker-onderzoek een multiresistente druif gekruist die al die types meeldauw de baas kan. Ik heb twee dergelijke variëteiten op het proefdomein staan, een merlot-type en een sauvignon blanc-type. Het zijn de meest noordelijke aanplanting van deze nieuwe hybride tot nu toe. Benieuwd of daar ook goede wijn van komt.”

Koude winters doen een druivelaar weinig, maar late voorjaarsvorst daarentegen kan desastreus zijn, vertelt Vandenwyngaert. “Een ras als de chardonnay heeft de neiging om vroeg op het jaar uit te lopen, en als het dan vriest is dat een ramp voor de teler. Dat is iets waar zowel de klassieke rassen als de hybriden nog geen antwoord op hebben, al gebeurt er wel onderzoek naar oplossingen, ook op pcfruit. Er bestaan rassen die laat uitlopen, maar die rijpen dan weer niet af in het noorden, omwille van het kortere groeiseizoen.”

Avontuurlijke aanplant

Een van de Haspengouwse wijnbouwers is Ghislain Houben. Hij richtte in 2002 het wijndomein Hoenshof op in Borgloon, te midden van de glooiende heuvels van de Limburgse fruitstreek. “Mijn ouders hadden een gemengd landbouwbedrijf, maar er was geen opvolging. Ik was al gebeten door de wijnmicrobe, en ben bescheiden begonnen met 250 wijnstokken. Dat werkte, en ondertussen heb ik 16,5 hectare wijndruiven staan hier in de buurt.”

Houben schuwt het experiment niet. Behalve druiven verwerkt hij ook appels en kersen tot fruitwijn, met resultaat. Ook zijn keuzes in de aanplanting zijn avontuurlijk te noemen. “Ik heb zo'n twintig verschillende variëteiten staan. Dat is erg veel. Enerzijds omdat het nog altijd een beetje zoeken is welke rassen geschikt zijn voor de streek, al weten we dat de pinot en de chardonnay het hier in het noorden goed doen. Dat zijn de druiven die je ook in Noord-Frankrijk terugvindt. Maar ik ben evenzeer gefascineerd door de veelheid aan aroma's van verschillende druivenrassen. Ik hou ervan te combineren, te mengen, Dat geeft een extra dimensie aan wijn, vandaar de veelheid aan rassen.” Met succes, de wijnen van het Hoenshof sleepten reeds verscheidene prijzen in de wacht.

Belang van duurzaamheid

Beginnen met wijnbouw vraagt grote investeringen, met weinig garantie op resultaat. Vandaar dat veel Belgische wijnbouwers kiezen voor druivenrassen die hun waarde al bewezen hebben en die de consument bekend in de oren klinken, zoals de pinot. Die groeien ook op het Hoenshof, maar ongeveer de helft van de wijnstokken hier zijn hybride rassen. Een doordachte keuze, vertelt Houben. “Haspengouw, en bij uitbreiding België, heeft een noordelijk zeeklimaat met veel vochtige periodes. Druiven zijn erg gevoelig voor schimmelziektes zoals meeldauw en botrytis onder dergelijke klimatologische omstandigheden.”

“Hybride rassen daarentegen zijn beduidend resistenter, en vragen veel minder fungiciden. Ik geloof er sterk in dat ze toekomst hebben. Het smaakpatroon is anders, maar dat is een kwestie van gewoonte. Oudere consumenten die het smaakpatroon van pinot of chardonnay gewend zijn blijven daarbij, maar de jonge generatie wijndrinkers staat open voor nieuwe smaken en hecht meer belang aan duurzaamheid.”

Grafiek over groei van Belgische wijn. Gemaakt op basis van navraag bij wijnstokkwekers in het buitenland hoeveel door Belgen is besteld om aan te planten.
"Waar het rendement per hectare in België op gemiddeld 3.500 liter ligt, is dat in zuidelijke landen het drievoudige"

Wijn met een verhaal

Ghislain Houben komt uit een boerenfamilie, maar werkt als professor economie aan de Universiteit Hasselt. Hij heeft dan ook een duidelijke visie op de economische leefbaarheid van de wijnbouw in België. “Het is een erg kapitaalintensieve sector, en de Belgische wijnen zijn aan de dure kant. In de wijnbouw hoor je vaak spreken over de 10-10-10-regel, wat wil zeggen dat je 10 hectare nodig hebt, en je wijn aan 10 euro verkoopt, om dan na 10 jaar rendabel te zijn. Maar 10 euro is al veel. Gemiddeld betaalt de consument 3,60 euro voor een fles wijn.”

De noordelijke locatie blijft een handicap. Waar het rendement per hectare in België op gemiddeld 3.500 liter ligt, is dat in zuidelijke landen het drievoudige. Maar er is ruimte voor verbetering, aldus Houben. “Nieuwe, hybride rassen zijn productiever en vragen minder bestrijdingsmiddelen. Ook andere manieren van aanplanten en een verdere mechanisering van de oogst kunnen het rendement omhoog helpen. En de klimaatsverandering kan ons misschien een handje helpen. Vorige zomer haalden we hier een rendement van 7.000 liter per hectare door de warme zomer.”

Hoe dan ook, Belgische wijnen zullen zich in het topsegment van het aanbod blijven situeren. “Al zijn we ook daar niet alleen natuurlijk. Wil de wijnbouw een kans maken, dan moeten we tegelijk met de groei van het areaal inzetten op het ontwikkelen van de markt. Wijn heeft zijn imago mee, het is een product met een verhaal, dus een koppeling aan het toerisme biedt eveneens een meerwaarde, zeker voor een streek als Haspengouw.”

“De zone waar wijnbouw goed doenbaar is schuift nog naar het noorden, maar het noorden van Nederland zal zowat de toekomstige limiet worden"

Nederland als limiet

Door Europa loopt een grens die ruwweg begint in het uiterste zuiden van Groot-Brittannië en net over België heen loopt richting het Duitse Rijnland en het Moezeldal om dan af te buigen naar de Balkan. Deze lijn, de zogenoemde wijngrens, markeert de regio waar wijnbouw goed doenbaar is. Absoluut is die scheidingslijn zeker niet. Het lokale microklimaat speelt een belangrijke rol, net als de geografie van een regio. Zo is druiventeelt op zuidelijk georiënteerde hellingen perfect mogelijk in regio’s die heel wat noordelijker liggen.

Maar de wijngrens schuift op, en dat is deels te wijten aan de opwarming van de aarde. Het Proefcentrum Fruit krijgt zo nu en dan zelfs vragen van wijnbouwers uit Scandinavië, vertelt Kris Vandenwyngaert. “Eenvoudig zal het niet zijn, maar in het uiterste zuiden van Denemarken en Noorwegen worden er wijndruiven geteeld. Maar dat zal wel eerder een uitzondering blijven. Als je naar de projecties op gebied van klimaatsverandering kijkt, schuift de zone waar wijnbouw goed doenbaar is nog wel wat op naar het noorden, maar niet zo gigantisch veel. Het noorden van Nederland zal zowat de toekomstige limiet worden.”

“Dat de opwarming van de aarde een onverdeeld goede zaak is voor de wijnbouw in het noorden, is een kapitale misvatting”

Klimaatverandering geen goede zaak

De impact van hogere gemiddelde temperaturen en meer zonuren laat zich nu al voelen in de druiventeelt. De druiven op het wijndomein Hoenshof rijpten dit jaar drie weken eerder af dan normaal. Waar de pluk gewoonlijk in november plaatsvindt, was de laatste druif nu al in september geoogst. “Maar het is een misvatting om te denken dat het veranderende klimaat zonder meer een goede zaak is voor de wijnbouw in onze streken”, aldus Vandenwyngaert.

“Het weer wordt vooral grilliger. Late voorjaarsvorst, hevige stormen in het voorjaar die gepaard gaan met hagel, lange periodes van neerslag of droogte, ... Droogte is niet zo’n probleem voor de druif – de wortels wringen zich wel een weg naar het grondwater – maar late vorst en hagel kan een ramp zijn. Al kunnen wijnstokken iets beter tegen hagel dan appels of peren, omdat hun bladeren meer bescherming bieden. Maar dat de opwarming van de aarde een onverdeeld goede zaak is voor de wijnbouw in het noorden, dat is een kapitale misvatting.”

Terwijl wijnbouw in het noorden van Europa misschien wel zijn voordeel kan doen bij de opwarming van het klimaat, zijn de gevolgen voor de traditionele wijnregio's in het zuiden veel minder positief. Hoge temperaturen en extreme droogte dreigen de wijnbouw in het binnenland van Spanje en de wijnregio's langs de kust van de Middellandse Zee onmogelijk te maken. Meer zonuren zorgen voor een gewijzigde verhouding tussen de suikers en de zuren in de druif, en dus ook in het smaakpatroon van de wijn. Te weinig zuren en te veel suikers maakt een wijn flets en plakkerig in de mond. Grote Franse wijnhuizen kijken niet voor niets naar het zuiden van Engeland om in de toekomst druiven te telen.

“Of België ooit een echt wijnland zal worden, valt af te wachten. Maar de trend naar schaalvergroting en een verdere professionalisering is wel degelijk ingezet"

Inzetten op klimaat

Of België ooit een echt wijnland wordt, valt af te wachten. De impact van het veranderende klimaat is onzeker, net als de economische leefbaarheid van de sector. Maar het enthousiasme is er. Peter Doomen verwacht dat de groei zich zal doorzetten het komende decennium. “Al zullen er ook een aantal wijnbouwers afhaken als een paar slechte jaren elkaar opvolgen. Toch lijkt de trend naar schaalvergroting en een verdere professionalisering ingezet.”

“Belgische wijnen gaan het verschil moeten maken op kwaliteit”, aldus Doomen. “De schaalvoordelen van de grote wijnlanden hebben we gewoonweg niet. Zelfs Australische wijn kan hier goedkoop aan de man gebracht worden omdat ze op een veel grotere schaal kunnen telen. Wil de Belgische wijnbouw blijven groeien, dan moet die vol inzetten op hoogstaande wijnen. Die zijn er, in blinde testen scoren vele Belgische wijnen even goed als internationale topwijnen. Voor goedkope wijn zie ik eenvoudigweg geen plaats in België.”

Wil je meer weten over wijn? Van teelt tot consumptie en van milieu-impact tot de arbeidsomstandigheden?
Ga naar het Tracé van Wijn

Bronvermelding