Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK
Gezondheid

De haat-liefdeverhouding tussen suiker en ons brein

Is suiker nu goed of slecht voor onze hersenen? De waarheid is bittersweet. Ons brein kan niet zonder, maar overconsumptie verhoogt de kans op neurodegeneratieve aandoeningen, zoals Alzheimer, aanzienlijk. Jammer dat met mate consumeren zo moeilijk is...

Thomas Detombe

Journalist gespecialiseerd in de ethische kant en het gezondheidsaspect van voeding.

Donderdagnamiddag. Gedachten dwalen af naar de snoepautomaat, één verdieping lager. Dat warme, troostende gevoel na de eerste hap van een chocoladereep… Rond 15u breekt mijn weerstand. Ik spurt naar beneden, werp wat kleingeld in de snoepautomaat, peuter de verpakking los en… euforie! Duizend smaakpapillen in extase. Smeuïge lichtheid stijgt naar m’n hoofd. Niet veel later volgt het schuldgevoel en het zoveelste goede voornemen: vanaf morgen alleen nog gezonde tussendoortjes! Maar waarom verlang ik nooit zo naar een kerstomaat of stukje wortel als naar chocolade?

Dank u, dopamine

Nicole Avena, PhD in neurowetenschap en psychologie aan Princeton-universiteit gelooft rotsvast in suikerverslaving. Volgens haar leidt (te veel) suiker tot een kettingreactie in het beloningssysteem van onze hersenen. “Op het moment dat suiker je tong raakt, sturen de zoete smaakreceptoren signalen naar de cerebrale cortex, het voorste deel van de hersenen. Van daaruit wordt ons beloningssysteem getriggerd. Er komt dopamine vrij, wat een prettig gevoel geeft. Ook bij seks, sociale interacties en drugs produceren onze hersenen dopamine.” 

Via dopamine sturen de hersenen ons eetgedrag aan. Wie zijn hongergevoel beantwoordt met een gebalanceerde maaltijd, wordt daarvoor beloond met een dopaminepiek. Als je verschillende dagen na elkaar dezelfde maaltijd eet, vlakt de dopaminecurve echter af. Zo stimuleren de hersenen ons om te variëren. Logisch, want hoe meer variatie, hoe groter de kans dat we alle nodige voedingsstoffen binnenkrijgen. 

Verslavend effect

Bij suiker werken onze hersenen anders. Meerdere dagen op rij suikerrijke voeding innemen, vermindert de dopamine-aanmaak niet. Integendeel. Te veel suiker stuurt onze dopaminehuishouding in de war, waardoor mensen steeds rustelozer op zoek gaan naar dezelfde beloning. Op die manier heeft overconsumptie een verslavend effect op de hersenen, legt Avena uit in dit verhelderende TED-filmpje. Het verklaart de onweerstaanbare belofte van de snoepautomaat. 

Het cocaïne-hersencircuit

Susanne La Fleur, hoogleraar neurobiologie van energiemetabolisme in het AMC Amsterdam, nuanceert het verslavende effect van suiker. “Het is overduidelijk dat we met z’n allen te veel suiker eten, maar de dopaminepiek na suikerinname ligt tot honderd keer lager dan de piek na cocaïnegebruik. Het mag dan wel om dezelfde hersencircuits gaan, de impact is beduidend kleiner. Of je suiker echt verslavend kunt noemen, hangt af van je definitie van verslaving. Ik weet ook niet of het helpt om te spreken over suikerverslaving. Eetverslaving vind ik een betere term, die dekt een ruimer probleem.”

Waarom ons brein zo gefixeerd is op suiker? Daar blijkt een evolutionaire verklaring achter te zitten. La Fleur: “Vroeger was voedsel schaars. In die context wil je dat je hersenen je aanporren om energierijk eten te scoren: voedsel dat je helpt om langer in leven te blijven. Schaarste scherpte de noodzaak én onze wil aan om energierijk voedsel te vinden. Zo profiteer je dus van een sterk, intrinsiek verlangen naar suiker. Datzelfde, krachtige verlangen speelt ook bij drugsgebruik. Wie cocaïne of amfetamines neemt prikkelt hetzelfde beloningscircuit als suiker. Ons eetgedrag wordt met andere woorden gestuurd door gebieden die ook reageren op drugs.”

Vet en suiker, een killercombo

Die ruimere benadering zit ook in haar onderzoek – La Fleur bestudeert het effect van suiker op onze hersenen. Bij proeven op ratten bleek het effect van suiker afzonderlijk aangeboden nog mee te vallen. Ook vette voeding leidde op zichzelf niet tot zwaarlijvige dieren. La Fleur: “Wat de dieren wél enorm tot overeten aanzette, was de combinatie van suiker en vet. Verder onderzoek is hier nog nodig, maar ik vermoed dat suiker en vet aparte hersencircuits activeren die op elkaar inspelen en elkaar versterken.” 

Op termijn leidt een vet-suikerdieet tot veranderingen in het metabolisme. “Ratten worden na zo’n combinatiedieet bijvoorbeeld ongevoelig voor insuline. Dat is een pre-diabetische conditie. Bij ratten die alleen maar veel suiker of veel vet aten, gebeurt dat veel minder snel”, aldus la Fleur.

"Zowel bij dieren als bij mensen reageert een deel van de hersenen op de vet-suikercombinatie. Die reactie gaat hand in hand met een verslechterd levermetabolisme en insulineresistentie"

Metabole effecten

Een soortgelijk experiment op mensen wijst in dezelfde richting. La Fleur vroeg een groep jonge, gezonde mannen om zich zes weken lang te overeten. “Alleen in de groep mannen die vet en suiker combineerden, zagen we metabole effecten. We noteerden verminderde activiteit in het serotoninesysteem ter hoogte van de hypothalamus in de hersenen. Ook bij mensen die zwaarlijvig worden, zie je dat soort veranderingen in de hypothalamus. Een effect daarvan kan zijn dat je je eetlust minder goed onder controle hebt, wat het risico op obesitas nog verhoogt. 

Daarnaast merkten we een verminderde insulinegevoeligheid in de lever en meer vetopslag. Zowel bij dieren als bij mensen reageert een deel van de hersenen dus op de vet-suikercombinatie. Die reactie gaat hand in hand met een verslechterd levermetabolisme en insulineresistentie.”

"De metabole veranderingen die overconsumptie van suiker in ons lichaam teweegbrengt, kunnen toxisch zijn"

Neurodegeneratie door overconsumptie

Suiker maakt dom, depressief en dement’, kopte de populaire Nederlandse voedingsblog Foodlog. In zijn boek ‘Het zoete vergif’ waarschuwt voedingsauteur Huib Stam voor versuikering van onze hersenen. Onheilspellende berichten volgen elkaar op. Dreigen we ons humeur en verstand te verliezen?

Prof. Rik Vandenberghe, neuroloog aan de KU Leuven, waarschuwt en sust tegelijk. “De waarheid is bittersweet”, begint hij. “Enerzijds kunnen onze hersenen niet zonder suiker. Ons brein draait volledig op glucose, wat van onze hersenen het meest suiker-intensieve orgaan maakt dat we hebben. Anderzijds werkt overconsumptie neurodegeneratie in de hand. We weten al dertig jaar dat diabetes en Alzheimer aan elkaar gelinkt zijn. Toch is suiker op zichzelf niet toxisch. De metabole veranderingen die overconsumptie in ons lichaam teweegbrengt, kunnen dat wel zijn.”

Alzheimer, ook wel diabetes type 3

“Minder efficiënt gebruik van glucose in de hersenen kan bijdragen tot functieverlies en afsterven van de neuronen. In het beginstadium van Alzheimer daalt het verbruik van glucose in de hersengebieden die te maken hebben met onze cognities. Men noemt dit de associatiegebieden in de hersenschors. Dat verminderd verbruik treedt als eerste op in gebieden die nauw verbonden zijn met heel veel andere zones en daardoor een centrale rol spelen. 

Men kan die vermindering niet enkel verklaren door een verlies aan zenuwcellen. Ook een verstoorde stofwisseling van de zenuwcellen (neuronen) spelen hier een rol. Mede om die reden noemt men de ziekte van Alzheimer soms diabetes type 3”, aldus Vandenberghe.

"Naarmate de glucosespiegel stijgt, verliezen enzymen hun efficiëntie. Met andere woorden: het lichaam verliest haar vermogen om schadelijk afval weg te werken”

Versuikering van de hersenen

Neuronen verwerken suiker – onder andere – door ze te binden op eiwitten. Dat proces heet glycatie. Als onze hersencellen te veel suiker aangeboden krijgen, zie je een veranderde glycatie ontstaan. Kort gesteld: de hersencellen krijgen alle suiker niet meer verwerkt. Er hechten zich dan zwaardere suikerresten op de eiwitten. Zo ontstaan zogenaamde advanced glycation products: een verzamelnaam voor eiwitten die onherstelbaar beschadigd zijn. Die resten kunnen pathologisch zijn, zoals het amyloïde eiwit. Een van de kenmerken van de ziekte van Alzheimer is een opeenstapeling van amyloïde plaques tussen de zenuwcellen en de hersenen.” Versuikering van de hersenen, dus.

“Nu laat ons lichaam die versuikering niet zomaar gebeuren”, vervolgt Vandenberghe. “Normaal gezien ruimen bepaalde enzymen de amyloïde-eiwitten op. Naarmate glucosespiegels stijgen, verliezen die enzymen echter hun efficiëntie. Eigenlijk verliest het lichaam haar vermogen om schadelijk afval weg te werken.” 

“Via diabetes, obesitas en als gevolg daarvan insulineresistentie, creëer je de juiste metabole omstandigheden voor hersenziekten. Ook mensen met ALS en Multiple Sclerose lopen volgens die logica extra risico"

De link tussen Diabetes en Parkinson

Patrick Santens, neuroloog aan de Universiteit Gent, beaamt: “Door herhaaldelijk te hoge suikerdosissen op te nemen ontstaat er een soort van resistentie in de hersenen, vergelijkbaar met insulineresistentie in de rest van ons lichaam. Daardoor krijgen we de suikerspiegels in ons brein niet meer omlaag. Op termijn heeft dat schadelijke gevolgen.” Volgens Santens beperken die gevolgen zich niet tot Alzheimer. Ook bij andere neurodegeneratieve ziekten kan suiker een kwalijke rol spelen. 

“De link tussen het gebruik van bepaalde antidiabetica (medicijnen tegen diabetes) en een verminderd risico op de ziekte van Parkinson was een regelrechte eyeopener voor mij. Tussen 1999 en 2013 volgden Britse onderzoekers 160 000 diabetespatiënten. Patiënten die het antidiabeticum Glitazone gebruikten, bleken 28 procent minder klinische kenmerken van Parkinson te vertonen dan mensen die een ander middel namen. Glitazones activeren receptoren in het celmembraan die onze insulineweerstand verminderen. Men schrijft ze voor bij mensen met een hoge insulineweerstand. Dat Glitazones positief inspelen op diabetes én Parkinson duidt op een cruciale rol van insulineweerstand in de ontwikkeling van beide aandoeningen. Voor diabetes wist men dit uiteraard al, voor Parkinson is die informatie vrij nieuw.” 

Het suggereert een indirect, metabool verband tussen suiker en een heel scala aan neurodegeneratieve ziekten. “Via diabetes, obesitas en als gevolg daarvan insulineresistentie, creëer je met andere woorden de juiste metabole omstandigheden voor hersenziekten. Ook mensen met ALS en Multiple Sclerose lopen volgens die logica extra risico”, legt Santens uit.

"We hebben nog te weinig zicht op de directe impact van suiker, het is vooral zaak om obesitas en diabetes tegen te gaan”

Hersenen zijn kwetsbaarder dan gedacht

“Suiker speelt waarschijnlijk een grotere rol bij allerlei hersenziektes dan we oorspronkelijk dachten”, vervolgt hij. “Bovendien werd de laatste jaren duidelijk dat onze hersenen kwetsbaar zijn voor omgevingsfactoren, zoals fijn stof, maar ook voeding. De idee dat ons brein een apart, afgesloten systeem is, staat onder druk. 

Recent onderzoek heeft het over ‘the gut-brain axis’. We weten dat een licht ontstoken darmwand bepaalde processen in de hersenen beïnvloedt. Ook via onze darm zendt suiker signalen uit naar de hersenen. Zo infiltreren er stoffen die ontstekingsreacties in de hersenen kunnen uitlokken. Cytokines bijvoorbeeld. Bij mensen met ALS, depressie, Parkinson en MS werden hoge dosissen aan cytokines gevonden.”

Toch raden noch Santens, noch Vandenberghe suiker af. “Voorlopig hebben we nog te weinig zicht op de directe impact van suiker om specifieke voedingsadviezen te kunnen geven. We raden wel aan om voldoende te bewegen en gevarieerd te eten. Het is vooral zaak om obesitas en diabetes tegen te gaan”, besluit Santens

Is er een link met psychische aandoeningen depressie en ADHD?

Speelt suiker ook een rol in de ontwikkeling van psychische aandoeningen? De vermeende link met ADHD blijkt vooral in de hoofden van bezorgde moeders te bestaan. Bij depressie zou er wel een verband bestaan. 

Dat suiker kinderen druk maakt, is een hardnekkig idee, zo toont een leuk experiment. Onderzoekers gaven kinderen iets lekkers te eten. Daarna moesten ze met hun moeder spelen. Aan de helft van de moeders vertelde men dat hun kind net suiker had gegeten, wat in realiteit niet zo was. 

Wat bleek? Moeders die dachten dat hun kind aan de zoetigheid had gezeten vonden hun kind achteraf drukker dan de moeders die wisten dat hun kind geen suiker had gegeten. Opvallend: moeders die dachten dat hun kinderen suiker hadden gegeten, gedroegen zich anders ten opzichte van hun kinderen. Ze zaten hen meer op de huid en waren vooral strenger. Wat volgens de onderzoekers tot drukkere kinderen zou kunnen leiden. Een selffulfilling prophecy?

Marina Danckaerts, prof. Kinderpsychiatrie (KU Leuven) is ADHD expert in Vlaanderen. Ze doorprikt de ADHD-suikerlink. “Het is niet bewezen dat suiker tot ADHD leidt, laat staan dat minder suiker de symptomen van ADHD zou kunnen verlichten. Wat voor sommige kinderen wel kan werken is een eliminatiedieet. Gedurende twee weken worden kinderen op een vijftal voedingsmiddelen gezet. Als dat het gedrag verbetert, herintroduceert men geleidelijk aan bepaalde voedingsstoffen. Zo identificeert men op basis van welke voedingsmiddelen kinderen ‘hervallen’. Dat kan suiker zijn, maar evengoed varkensvlees. Elk kind heeft een ander profiel en bovendien is lang niet elk kind gebaat bij een eliminatiedieet. Een algemene suikertheorie is voor ADHD dus niet hard te maken.”

Mood food? 

Bij depressie lijkt er wel een suikerlink te bestaan. Recent Europees onderzoek (MooDFOOD) toont een sterke associatie tussen de consumptie van toegevoegde suikers in onder andere softdrinks en snacks en het ontwikkelen van psychische stoornissen. Suikerinnames van meer dan 67 gram per dag, verhogen het risico op een depressie of angststoornis na vijf jaar met 23 procent. Men vergeleek met personen die dagelijks minder dan 39,5 gram toegevoegde suiker consumeerden. Vreemd genoeg was die associatie alleen bij mannen zichtbaar. Hoe dat komt, wordt verder onderzocht.

Tot voor kort veronderstelde men dat depressie zelf aanleiding gaf tot verhoogde suikerinnames. Het MooDFOOD project leverde hiervoor echter geen bewijs. Uit het onderzoek blijkt dat mannen en vrouwen die depressief werden niet meer suiker gingen eten. Ook hier zal verder onderzoek nodig zijn. 

"Suikerinnames van meer dan 67 gram per dag, verhogen het risico op een depressie of angststoornis na vijf jaar met 23%"

Bronvermelding