De noten die wij eten, zijn allesbehalve lokaal geteeld. Je zou denken dat de koolstofvoetafdruk daardoor aantikt. Onderzoek naar de uitstoot van broeikasgassen in de gehele productieketen toont aan dat wat je eet belangrijker is dan lokaal eten. De impact van transport bedraagt maximaal 10 procent van de totale koolstofvoetafdruk, tenzij het voedingsmiddel met het vliegtuig komt. In vergelijking met boottransport stoot het vliegtuig vijftig keer meer CO2-equivalenten uit voor het vervoer van een ton goederen over een kilometer. Noten worden momenteel niet per vliegtuig vervoerd.
Voor de meeste voedingsmiddelen wordt 80 procent van de koolstofvoetafdruk bepaald door teeltwijze en landgebruik. Het gaat dan over methaanuitstoot van runderen, maar ook over het gebruik van meststoffen, ontbossing en gewasteelt waarbij lachgas ontstaat door bemesting met stikstof. Voeding verwerken, verpakken, transporteren en distribueren zorgt voor de meeste voedingsmiddelen slechts voor een klein onderdeel van de globale uitstoot.
Als je een rangschikking maakt van voedingsmiddelen naar uitstoot van broeikasgassen, dan scoren noten het laagst. De productie van een kilogram noten stoot 0,3 kg CO2-equivalenten uit. Ter vergelijking: een kilogram chocolade stoot 19 kilogram CO2-equivalenten uit, kaas en melkvee 21 en rundsvlees 60.
De reden dat notenbomen zo weinig broeikasgassen uitstoten is omdat ze CO2 uit de lucht halen. Door de opname van koolstof wordt de uitstoot van CO2-equivalenten door de teelt quasi tenietgedaan. Wat extra in hun voordeel speelt is dat de vraag naar noten stijgt en de teelt economisch interessant is. Daardoor nemen notenbomen stelselmatig het land van andere gewassen in. De switch naar bomen heeft een positief effect op het klimaat.