Een recente studie bewijst dat de noordzeegarnaal plastics opneemt via zijn dieet. In 63 procent van de onderzochte wilde garnalen uit de Kanaalzone tussen Frankrijk, België, Nederland en het Verenigd Koninkrijk zijn microplastics teruggevonden. Het gaat voornamelijk om synthetische vezels, wat overeenkomt met de resultaten voor studies bij andere schaaldieren. Het zijn ook de meest voorkomende microplastics in het Belgische deel van de Noordzee.
De studie toonde aan dat de plastic partikels niet voorkomen in het spierweefsel van de staart - het eetbare deel van de garnaal -, maar wel in het spijsverteringskanaal, het hoofd en de kieuwen. Het hoofd en de kieuwen worden verwijderd bij het pellen van de garnalen, maar het spijsverteringskanaal wordt niet altijd volledig verwijderd bij deze handeling, gezien de geringe grootte van de noordzeegarnaal. Het is dus mogelijk dat de microplastics uit het spijsverteringskanaal op deze manier door mensen worden opgenomen tijdens het eten van garnalen.
Gebaseerd op het feit dat een gemiddelde Belg 500 gram garnalen per jaar consumeert en de veronderstelling dat 90 procent van de microplastics worden verwijderd bij het pellen, schatten de auteurs van de studie dat een gemiddelde Belgische consument vijftien tot 175 fragmentjes plastic opneemt door de consumptie van noordzeegarnalen.
De noordzeegarnaal staat laag in de voedselketen, wat betekent dat de aanwezigheid van microplastics in deze soort ook de roofdieren die hoger in de keten staan bedreigen. Hoe meer noordzeegarnalen ze eten, hoe groter het risico op een accumulatie van microplastics.