Wanneer aardappelen blootgesteld worden aan licht, worden ze groen, en produceren ze meer glycoalkaloïden. De groene kleur is een aanwijzing dat er verhoogde hoeveelheden van de glycoalkaloïden solanine en chaconine aanwezig zijn. Groengekleurde delen van de aardappel zijn daarom niet meer geschikt voor consumptie.
Vermijd dat aardappelen groen worden en bewaar ze in een koele donkere plaats. Verder kun je groene plekken en ogen maar beter voldoende ruim wegsnijden en het kookvocht niet voor verdere bereidingen gebruiken.