Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK
Sociaal

Werkt Fairtrade echt?

Het certificeringssysteem van Fairtrade werd in het leven geroepen om kleinschalige producenten en arbeiders in lage-inkomensregio's te ondersteunen en te versterken. In theorie stelt Fairtradeboeren en -arbeiders in staat om armoede aan te pakken en financieel zelfstandiger te zijn. Het creëert een handelsmodel met eerlijkere prijzen en betere arbeidsomstandigheden. Maar in hoeverre werkt het in de praktijk? Hoe overwint Fairtrade de beperkingen van zijn systeem?

FoodUnfolded

Een globaal digitaal platform dat mensen opnieuw verbindt met de oorsprong van hun voedsel en wil inspireren tot een positieve verandering van het voedselsysteem.

Binnen het Fairtrademodel moeten gecertificeerde kopers en handelaars de Fairtradeprijs betalen voor alle goederen die ze kopen bij Fairtradecoöperaties (een groep van kleinschalige producenten). De Fairtradeprijs bestaat uit de ‘minimumprijs’ of marktprijs, indien deze hoger is, plus een ‘Fairtradepremie’. Om kleinschalige boeren te ondersteunen die vaak al met armoede worstelen, fungeert de minimumprijs als een vangnet voor boeren tegen volatiele marktprijzen. De premies zijn aanvullende fondsen voor coöperaties en arbeiders om te herinvesteren in hun gemeenschappen (zoals wegen aanleggen, onderwijs financieren, enz.).

De voordelen van Fairtradeproducenten variëren afhankelijk van het product en de regio. Verschillende studies, die zich richten op koffieproducenten, hebben aangetoond dat het Fairtradesysteem inderdaad het leven van producenten en hun omringende gemeenschap verbetert. Ze hebben een grotere onderhandelingspositie bij handelsbesprekingen, ze ontvangen een hoger aandeel in de inkomsten vanwege het minimumprijsmodel en de Fairtradepremie heeft een aanzienlijke impact gehad op het sociale welzijn van de gemeenschap als geheel.

Andere studies wierpen vragen op over de langetermijneffecten van het Fairtrademodel. Hier zijn 4 manieren waarop het Fairtradesysteem beperkt kan zijn in zijn voordelen voor kleinschalige producenten.

1. Lage verkoopcijfers

Producenten ontvangen de Fairtradeprijs alleen als Fairtradegecertificeerde kopers hun producten kopen. Als boeren geen Fairtradekoper kunnen vinden, moeten ze hun oogst onder normale voorwaarden verkopen, wat betekent dat er geen minimumprijs en geen Fairtradepremie is. Daardoor zijn hun inkomsten lager. Dus zelfs als de producenten zich aan de Fairtradenormen houden, is er geen garantie dat ze altijd tegen Fairtradeprijzen zullen verkopen.

Sommige producten verkopen beter onder het Fairtradelabel, andere misschien niet. Volgens een recensie van The State of Sustainable Initiatives werd in 2014 bijvoorbeeld slechts zes procent van alle Fairtradethee verkocht aan Fairtrade-kopers. Van de fairtrade-bananen daarentegen, werd in 2018 tweederde verkocht aan Fairtradekopers.

Een belangrijk punt is dat het marktaandeel groeit - de verkoop van Fairtradethee is meer dan verdubbeld nadat Britse retailers (Sainsbury's en Co-op) voor al hun theemerken zijn overgeschakeld naar Fairtrade. De laatste tien jaar is de verkoop van Fairtradebananen gestegen met 114 procent in de Verenigde Staten. Dus hoe meer retailers overschakelen op Fairtradeproducten en de vraag van de consument toeneemt, hoe meer producenten de Fairtrade-prijs ontvangen.

Hoewel het voor ons een magere troost lijkt, is het toch belangrijk dat zelfs wanneer boeren niet al hun producten kwijt kunnen aan een eerlijke prijs, ze er alleszins op kunnen vertrouwen dat een deel van hun oogst als Fairtrade verkocht wordt. Dat zorgt voor een stabiel inkomen dat boeren onder conventionele handelsnormen niet altijd krijgen. Daarnaast profiteren ze ook van andere aspecten van de Fairtradenormen, zoals de bescherming van de rechten van werknemers op grote plantages.

2. Audit- en licentiekosten

Sommigen zijn bezorgd dat Fairtrade's audit- en licentievergoedingen afbreuk kunnen doen aan de voordelen van producenten. Voor alle duidelijkheid: terwijl coöperaties verantwoordelijk zijn voor auditvergoedingen, worden licentievergoedingen betaald door de bedrijven aan het einde van de Fairtradeketen die met een label willen aantonen dat hun product gecertificeerd is. Zoals alle certificeringssystemen zijn deze vergoedingen nodig voor de operationele kosten. Aangezien Fairtradecertificering gebaseerd is op ethische normen, is auditing een integraal onderdeel om de integriteit van de certificering te behouden. De auditkosten zijn nodig om ervoor te zorgen dat Fairtradeproducenten en -handelaren op weg zijn naar betere, eerlijkere normen.

In een interview met FLOCERT, de externe auditinstantie voor Fairtrade, leggen ze uit hoe auditkosten worden bepaald: “De vergoeding hangt af van de grootte en de opzet van de coöperatie of het bedrijf (is het bijvoorbeeld een coöperatie met 20 leden, of één met 2.000?) en van het aantal producten dat het wil certificeren. "Voor Fairtrade coöperaties of organisaties die door omstandigheden hun vergoedingen niet kunnen betalen, past FLOCERT de vergoeding aan. Bijvoorbeeld, "tijdens de wereldwijde COVID-19-pandemie heeft FLOCERT zijn klanten die in financiële problemen kwamen, aangeboden om hun vergoedingen in termijnen te betalen of betalingen uit te stellen."

3. Financiële duurzaamheid op lange termijn

Terwijl Fairtrade zich richt op de financiële duurzaamheid op lange termijn van zijn producenten en arbeiders, ligt een mogelijk probleem in de fundamentele filosofie van een open systeem: Fairtrade verwelkomt altijd producenten die zich bij de Fairtradeketen willen aansluiten. Maar wat gebeurt er als een groeiend aantal boeren zich richt op het produceren van één specifiek gewas? Dat kan leiden tot een overaanbod, omdat het aanbod groter is dan de vraag. Dit beperkt het aantal producten dat uiteindelijk onder Fairtradevoorwaarden wordt verkocht, waardoor boeren hun producten (deels) onder conventionele handel moeten verkopen.

Nicolas Lambert, CEO van Fairtrade Belgium, erkent de moeilijkheid om deze uitdaging in evenwicht te brengen met hun filosofie: “Vorig jaar hebben we tijdelijk regels opgesteld om de toetreding van nieuwe producentenorganisaties tot het systeem te beperken. Zo konden we onze beloften houden, en vermijden dat wie gecertificeerd is uiteindelijk niets verkoopt onder Fairtradevoorwaarden. Omdat er zoveel mensen toetreden tot het systeem gaat het niet zo snel, ook al groeit de vraag naar Fairtrade." Een ander aspect dat Lambert noemt, is de impact van deze groei op het beperkte aantal Fairtrademedewerkers, die daardoor niet de gebruikelijke kwaliteitsbegeleiding en -ondersteuning kunnen bieden aan boerencoöperaties. Lambert hoopt nog steeds dat deze regel voor beperkte toegang zal worden vrijgegeven in overeenstemming met het opendeurbeleid van Fairtrade.

4. Milieu

Groeiende clusters van monoculturen vormen ook een probleem vanuit milieuoogpunt. En dit vormt een ander probleem: financiële duurzaamheid op de lange termijn kan niet worden bereikt zonder rekening te houden met ecologische duurzaamheid. Fairtrade International zegt het zelf op hun website: "Boeren staan aan de frontlinie van klimaatverandering" en worden geconfronteerd met hogere temperaturen, droogtes, overstromingen, extreem weer, misoogsten en meer.

Fairtrade onderzoekt het concept van verzekeringen tegen klimaatrisico’s voor haar kleinschalige producenten en werkt samen met kleine boerderijen om hun land meer te diversifiëren. Hoewel Fairtradenormen duurzame landbouwpraktijken aanmoedigen (zoals verantwoord watergebruik en afvalbeheer, behoud van biodiversiteit en bodemvruchtbaarheid), zijn die niet verplicht. Het is echter belangrijk om te bedenken dat duurzame landbouwpraktijken ook een hogere kosten met zich mee kunnen brengen. Het voordeel van deelname aan het Fairtradesysteem is echter dat producenten meer kunnen verdienen en een deel van hun hogere inkomsten kunnen herinvesteren in duurzame praktijken.

Zijn lanbouwers echt beschermd tegen exploitatie?

Misschien wel een van de grootste kritiekpunten waarmee het Fairtradesysteem wordt geconfronteerd, is de onduidelijke impact op arbeiders. Het is belangrijk om te melden dat arbeiders meestal te vinden zijn op grotere boerderijen, plantages of landgoederen - niet zozeer op kleinschalige boerderijen. Die laatste zijn doorgaans in familiebezit en familieleden verrichten er de arbeid.

Hier zijn twee manieren waarop het Fairtradesysteem beperkt kan zijn in zijn voordelen voor werknemers:

1. Beperkte lonen voor werknemers

Een studie in de Costa Ricaanse koffiesector toonde aan dat voor werknemers in een verwerkend bedrijf (waar de bonen gemalen worden), Fairtradecertificering met succes het inkomen verhoogde en de lokale gemeenschap in het algemeen ten goede kwam. Ongeschoolde arbeiders (zoals koffieplukkers en landarbeiders) daarentegen, zagen hun loon niet stijgen. Onder Fairtradevoorwaarden zijn alle arbeiders verzekerd van het wettelijk minimumloon van hun regio. Er is echter vaak een kloof tussen een minimumloon en een leefbaar loon, dat voldoende is voor een fatsoenlijk huis, gezond voedsel, medische zorg, etc. Hoe past het betalen van een minimumloon dan bij de doelstellingen van Fairtrade om de meest kwetsbaren te ondersteunen?

Lambert werpt licht op de complexiteit van de situatie: “Het is ethisch gezien erg delicaat, want de boer zelf is al arm. Bij een grote plantage is het gemakkelijk om naar de grote baas te gaan en te zeggen: “Hé, je moet een fatsoenlijk loon betalen aan je arbeiders. '' Maar bij zeer kleine boerderijen zijn de eigenaars vaak zelf arm. Als ze voor een paar weken per jaar hulp inhuren, is het moeilijk om te zeggen: 'Je moet die werkkracht een loon geven dat je zelf niet ontvangt.' Eerst moet je ervoor zorgen dat de kleine boer zelf genoeg verdient, zodat hij het zich dan kan veroorloven zijn arbeiders correct te betalen. Anders jaag je de boer de armoede in. Maar het is een heel moeilijke kwestie en iets dat we proberen te reguleren en controleren ”, zegt Nicolas Lambert van Fairtrade Belgium.

Dus wordt er gedaan om de omstandigheden voor werknemers te verbeteren? Op gecertificeerde plantages en landgoederen gaan de Fairtradepremies volledig naar de arbeiders. De arbeiders beheren een paritair comité dat de premies ontvangt, en daar kunnen ze collectief overeenkomen om een deel van het geld te gebruiken als aanvullend loon (bovenop hun minimumloon). Maar andere keren, zegt Lambert, besluiten ze om premies te gebruiken om bijvoorbeeld jassen te kopen, of voor het schoolgeld voor de kinderen. Het belangrijkste aspect van het Fairtradesysteem is dat het de beslissing aan de arbeiders overlaat, niet aan plantage- of landgoedeigenaren. De arbeiders kunnen het extra geld investeren in wat zij nodig hebben.

2. Gevallen van kinderarbeid

Het auditsysteem van Fairtrade kwam ook onder vuur komen te liggen nadat onderzoeksjournalisten van Danwatch in 2020 kinderarbeid aantroffen op een door Fairtrade gecertificeerde cacaoplantage in Ivoorkust. Het is onduidelijk of het gebrek aan auditing te wijten is aan reisbeperkingen onder COVID-19 of aan systeemfouten. Maar telkens je zoietshoort, vraag je je af: hoeveel meer van dit soort gevallen zijn er nog? Zeker gezien het feit dat veel andere niet-Fairtrade cacaoboerderijen in West-Afrika op grote schaal gebruik maken van kinderarbeid.

Hoe voorkomt Fairtrade dat haar producenten illegale vormen van arbeid gebruiken? Fairtrade-audits worden meestal van tevoren aangekondigd. Coöperaties moeten immers hun papierwerk klaarleggen ter beoordeling, en de auditeur moet een tijdstip afspreken met de boeren om hun velden te bezoeken of interviews organiseren. Maar door het aankondigen van hun controleschema openen ze ook de deur voor cover-ups. Om dat te voorkomen, heeft Fairtradecriteria om risicovolle situaties te identificeren, en in gebieden waar het risico op illegale arbeid hoger is, voeren certificeerders onaangekondigde audits uit.

"De algemene sfeer van auditing is er een van vertrouwen", legt Lambert uit. "Soms is het westerse standpunt om te zeggen:‘ We gaan deze jongens controleren omdat ze de slechteriken zijn. ’Maar ze zijn niet per se de slechteriken - het zijn gewoon mensen zoals jij en ik." Daarom benadrukt Lambert dat auditing slechts een onderdeel is van het certificeringsproces, een middel is om een doel te bereiken. Auditing kan situaties helpen verbeteren en wanpraktijken voorkomen, maar het lost het kernprobleem niet op.

"Neem het pijnlijke voorbeeld van kinderarbeid", vervolgt Lambert, "je kunt zeggen dat kinderarbeid verboden is - dat is het, dat is de regel en ik ga het controleren. Maar tegelijkertijd, als je niets doet om ervoor te zorgen dat de landbouwers betere prijzen krijgen, ga je de oorzaak van kinderarbeid niet aanpakken. Omdat je weet dat deze mensen niet willen dat hun kinderen op boerderijen werken, ze sturen ze liever naar school, maar dat kunnen ze vaak niet betalen. " Lambert legt uit dat boeren soms gedwongen zijn om hun kinderen op hun boerderij te laten werken omdat ze het zich niet kunnen veroorloven om voor een paar weken hulp in te huren tijdens de oogst. Daarom werkt het niet om alleen regels te maken en te controleren of ze worden gevolgd. "Het helpt om regels te hebben, want de dingen zijn in ieder geval duidelijk en het zorgt voor een beetje druk, maar als je niet werkt aan de oorzaak van het probleem, ga je niets oplossen", besluit hij.

De benadering van Fairtrade is er een van evenwicht tussen strengheid en het aanmoedigen van ontwikkeling. Als belangrijke certificeringsvereisten zijn geschonden, zullen certificeerders een producentenorganisatie of handelaar schorsen of hen het certificaat ontnemen. Maar de algemene focus van Fairtrade is om hun producenten de kans te geven problemen aan te pakken en in de loop van de tijd te verbeteren.

Wat denken producenten en arbeiders zelf?

Het is duidelijk dat Fairtrade geen perfect systeem is, maar het is een goed begin. Fairtrade telt nu 1,7 miljoen boeren en arbeiders in 72 verschillende landen en gebieden, evenals 35.000 gecertificeerde producten. Het lijkt misschien veel, maar Fairtradeproducenten vertegenwoordigen in feite minder dan 1% van de 570 miljoen kleinschalige boerderijen wereldwijd. Dit betekent dat meer dan 99% van de kleinschalige boerderijen niet werkt volgens een handelsmodel dat eerlijke prijzen of de eerbiediging van fundamentele arbeidsrechten garandeert. Het aantal Fairtradeproducenten is echter voldoende om kritiek te relativeren. Hoewel de studies waarnaar we verwezen werden uitgevoerd om de werkelijke impact van het Fairtrademodel te beoordelen, zijn ze ook onvermijdelijk beperkt in hun reikwijdte. Omdat ze specifieke productketens en specifieke coöperaties bestuderen, vertegenwoordigen ze niet alle mensen in het Fairtradesysteem. Daarom is het belangrijk om rechtstreeks van boeren en arbeiders te horen wanneer u vraagt: heeft Fairtrade echt voor u gewerkt?

Dit artikel verscheen eerder in het Engels op de webiste van onze partner FoodUnfolded: https://www.foodunfolded.com/a.... De auteur is Jane Alice Liu.

Bronvermelding