Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK
Milieu

Wat El Niño dit jaar betekent voor tarwe en de wereldwijde voedselvoorziening

De Wereld Meteorologische Organisatie heeft het begin van de eerste El Niño in zeven jaar uitgeroepen. De kans dat het klimaatverschijnsel, waarbij de Stille Oceaan ongebruikelijk opwarmt, zich doorheen het jaar zal ontwikkelen en van gemiddelde sterkte zal zijn, wordt geschat op negentig procent. En dat zal zo zijn gevolgen hebben voor de tarweteelt en dus de wereldwijde voedselvoorziening.

The Conversation

The Conversation is een onafhankelijke, non-profit journalistieke website die nieuws en achtergrond afkomstig uit de academische gemeenschap publiceert.

El Niños brengen heter en droger weer naar plaatsen zoals Brazilië, Australië en Indonesië, waardoor het risico op bosbranden en droogte toeneemt. Elders, zoals in Peru en Ecuador, neemt de regen toe, wat leidt tot overstromingen. De effecten worden soms beschreven als een voorproefje van "het nieuwe normaal" in het kielzog van door de mens veroorzaakte klimaatverandering. Bijzonder zorgwekkend is het effect op de landbouwproductie en daarmee op de prijs van voedsel, vooral van basisvoedingsmiddelen als tarwe, maïs en rijst.

De wereldwijde gevolgen van El Niño zijn complex en veelzijdig. Het kan het leven van de meerderheid van de wereldbevolking beïnvloeden. Dit geldt vooral voor arme huishoudens en huishoudens op het platteland, wier lot onlosmakelijk verbonden is met het klimaat en de landbouw.

Het wereldwijde aanbod en de prijzen van het meeste voedsel zullen waarschijnlijk niet veel veranderen. Het bewijs van de tien El Niños van de afgelopen vijf decennia wijst op relatief bescheiden, en tot op zekere hoogte dubbelzinnige, wereldwijde prijseffecten. Hoewel de oogstopbrengst gemiddeld daalde, hebben deze gebeurtenissen niet geleid tot een "perfecte storm" van een zodanige omvang dat ze een wereldwijde "broodmand-opbrengstschok" veroorzaken.

Maar lokale effecten kunnen ernstig zijn. Zelfs een "gematigde" El Niño kan aanzienlijke gevolgen hebben voor gewassen die in geografisch geconcentreerde regio's worden verbouwd - bijvoorbeeld palmolie, dat voornamelijk afkomstig is uit Indonesië en Maleisië. Op sommige plaatsen kunnen door El Niño veroorzaakte problemen met de beschikbaarheid en betaalbaarheid van voedsel leiden tot ernstige sociale gevolgen, zoals conflicten en honger.

Impact op wereldwijde voedselprijzen

De volgende grafiek toont de correlatie tussen El Niñs en de wereldwijde voedselprijzen, zoals gemeten door de voedselprijsindex van de Verenigde Naties. Deze index volgt de maandelijkse veranderingen in de internationale prijzen van een mandje voedselgrondstoffen. Ondanks het algemene inflatiepatroon zijn er zelden grote schommelingen geweest in El Niño-jaren. De index laat zelfs een prijsdaling zien tijdens de twee sterkste El Niño-episodes van de afgelopen drie decennia.

Andere door de mens veroorzaakte factoren speelden een rol - met name de Aziatische financiële crisis in 1997 en de wereldwijde financiële crisis in 2007-2008. In 2015 daalden de prijzen door een sterker (dan verwacht) aanbod en een zwakkere vraag, toen de El Niño niet zo erg bleek te zijn als gevreesd. Dit alles wijst erop dat El Niño meestal niet de hoofdrol speelt in wereldwijde bewegingen van grondstofprijzen.

Chart: The Conversation Source: David Ubilava, based on data from the US Foreign Agricultural Service. Get the data Created with Datawrapper

Invloed op tarweaanbod

Waarom? Omdat El Niño weliswaar misoogsten veroorzaakt, maar voor voedsel dat over de hele wereld wordt verbouwd, worden de verliezen meestal gecompenseerd door positieve veranderingen in de productie in andere belangrijke producerende regio's. El Niño kan bijvoorbeeld zorgen voor gunstige weersomstandigheden voor de tarweprijzen.

Het kan bijvoorbeeld gunstig weer brengen in de door conflicten geteisterde en door hongersnood bedreigde Hoorn van Afrika (Djibouti, Ethiopië, Eritrea en Somalië).

Een goed voorbeeld is tarwe. De volgende grafiek laat zien hoe El Niño de Australische tarweproductie sinds 1980 heeft beïnvloed. In zes van de negen El Niño-gebeurtenissen van ten minste gemiddelde sterkte is de productie aanzienlijk gedaald - in vier gevallen ten minste dertig procent onder de "trendlijn" (die het langetermijngemiddelde weergeeft). Australië is een van de drie grootste tarwe-exporteurs ter wereld en is goed voor ongeveer dertien procent van de wereldwijde export. De Australische productie heeft dus invloed op de wereldwijde tarweprijzen.

Maar in termen van de totale tarweteelt is het minder belangrijk - ongeveer 3,5 procent van de wereldproductie. En door El Niño veroorzaakte misoogsten worden meestal gecompenseerd door de productie in andere belangrijke tarweproducerende regio's. De volgende grafiek vergelijkt veranderingen in de Australische tarweproductie met andere belangrijke tarwe-exporteurs in El Niño-jaren. Dalingen in de Australische productie worden vaak gecompenseerd door veranderingen elders. In 1994 daalde de Australische tarweproductie bijvoorbeeld met bijna vijftig procent maar elders veranderde er nauwelijks iets. In 1982, toen de Australische productie met dertig procent daalde, was de productie in Argentinië vijftig procent hoger. Zulke evenwichtspatronen zijn er meestal in de meeste El Niño-jaren.

Chart: The Conversation Source: David Ubilava, based on data from the US Foreign Agricultural Service Get the data Created with Datawrapper

Sommigen zullen toch de kosten dragen

Toch zullen er op zijn minst enkele negatieve effecten zijn. Zelfs als misoogsten in de ene regio volledig worden gecompenseerd door rijke oogsten in andere regio's, zullen sommige mensen de kosten dragen van de directe impact van El Niño.

Australische boeren zullen bijvoorbeeld slechter af zijn als de lokale tarweopbrengsten dalen terwijl de wereldprijzen relatief stabiel blijven. Omdat de meeste landen via de handel met elkaar verbonden zijn, zal El Niño bovendien bredere economische gevolgen hebben. Toch kan het in sommige regio's tot diepere maatschappelijke problemen leiden, zoals hongersnood en agro-pastorale conflicten.

Deze effecten kunnen ook genuanceerd zijn. Slechte oogsten in Afrika kunnen bijvoorbeeld leiden tot seizoensgebonden geweld in verband met de toe-eigening van landbouwoverschotten. Maar als we kijken naar andere kwetsbaarheden over de hele wereld, is de kans groot dat zelfs een gematigde El Niño de toch al erbarmelijke sociaaleconomische omstandigheden in sommige landen zal verslechteren.

De meeste gebruikelijke waarschuwingen over de nadelen van klimaatverandering zijn hier van toepassing. Het verschil is natuurlijk dat dit allemaal nu gebeurt.

Dit artikel is een vertaling van The Conversation. De auteur is David Ubilava (University Of Sydney).

Bronvermelding